zondag 27 februari 2022

Opsomer

Isidore Opsomer was even met JDB in Engeland (daarna naar Nederland)

Een ets 'Weer klept' aan Opsomer opgedragen


Isidore Edmond Henri Opsomer, ook wel geschreven als Isidoor Opsomer (Lier19 februari 1878 – Antwerpen31 mei 1967)[1] was een Vlaams kunstschilder. Hij was een realistisch en postimpressionistisch schilder van portrettenstadsgezichtenlandschappen, en stillevens. Hij was tevens actief als etser en lithograaf.

Opsomer was een student aan de academies van Lier en Antwerpen en daarna aan het NHISKA (Nationaal Hoger Instituut voor Schone Kunsten, Antwerpen). In Antwerpen kreeg hij les van de schilders Albrecht De Vriendt (1843-1900) en Juliaan De Vriendt (1842-1935).[1] In 1940 verkreeg hij de titel van baron [2] en gebruikt hij de wapenspreuk "Maar zomeren zal 't".[3]





zelfprortret (1924)

etsen staat "proefwerk ets"

 


Description:

Jules DE BRUYCKER (1870-1945) 
Test etching by Jules De Bruycker for Salle d'attente. 
Signed on the backside and dated in red. 

Proefwerk/ets door Jules De Bruycker voor Salle d'attente. 
Getekend op de achterzijde en gedateerd in rood.

    Dimensions:
  • 18 x 13 cm

Lot 597

dinsdag 22 februari 2022

Stoet: Huis van Alijn

 https://huisvanalijn.be/nl/agenda/de-straat-op?utm_source=nieuwsbrief

 

Een stoet, betoging, pride of processie. We komen regelmatig samen de straat op, ongepland of na een lange voorbereiding. In een optocht laat een groep van zich horen. Muziek, vlaggen en slogans vullen de straten. Borden, kledij, maskers, figuren en wagens versterken de boodschap. De expo 'De straat op' belicht optochten in Vlaanderen en Brussel, vroeger en nu. Kijk mee vanuit het perspectief van organisatoren, deelnemers en toeschouwers.

zaterdag 5 februari 2022

JDB: krant

 https://www.kunstveiling.nl/items/jules-de-bruycker-le-studio-de-lartiste/421077

 

Jules De Bruycker - Le studio de l’artiste




Vieux Philosophe

Belgian art - Antiquariaat W. De Goeij


BRUYCKER Jules de - Original etching — Original etching - Vieux Philosophe . Published in the Belgian art periodical 'La Revue d'Art' Volume XXVIII issue 10. October 1926. Large in-8°, 29 x 21 cm, sewn, original wrapper, the etching is the frontispiece to this issue, with a protective leaf with a printed caption; 'Jules De Bruycker, Vieux Philosophe, eau forte gravée spécialement pour La Revue d'Art'. The etching is signed by the artist in pencil. It accompanies an article by Georges Chabot on Jules De Bruycker. On offer is the complete issue of the periodical with the etching, in fine condition.
price: €500.00

La revue d'art vol. XXVIII N° 10 0ctobre 1926,
Description

Paris-Bruxelles, G. Van Oest, 1926. 29 x 21,5 cm, softcover. Gedeeltelijk gewijd aan het oeuvre van Jules De Bruycker met tekst van Georges Chobot, een deel aan Het lam Gods van de Gebroeders Van Eyck. Mooi en zeldzaam ex.
Price 75 €

checken John

Tentoonstellingen JDB

 https://journals.openedition.org/apparences/1111?lang=en

 

Dès 1924, fut organisée, à l’initiative des Nouvelles Littéraires, l’exposition de la Jeune Peinture belge au Syndicat de la Curiosité et des Beaux-Arts à Paris. Ce fut le premier accrochage « groupé » des écoles de Laethem-Saint-Martin, l’ancienne et la nouvelle, aux cimaises parisiennes. Les sujets affichés étaient loin d’être gais : Jules De Bruycker exposait des eaux-fortes intitulées Vieille FemmeVieillardLe MendiantVieille, etc. ; Valerius De Saedeleer, Hiver en FlandreHiver et Jour d'orage en été ; Eugène Laermans, Les Mendiants et Les Déportés ; George Minne, Les Pleureuses et une Douleur maternelle ; Constant Permeke présentait quant à lui L'ÉtableL'ÉtrangerLe Boucheret La Marchande de poissons ;Albert Servaes un Ecce HomoL’ensemble du catalogue était de cet ordre51. L’exposition passa relativement inaperçue (sauf dans Les Nouvelles littéraires !), ou, quand ce ne fut pas le cas, fut incomprise52. L’État français, pourtant prompt à honorer les expositions belges de l’une ou l’autre acquisition, manqua ici une occasion inespérée de se rendre acquéreur à moindre prix d’œuvres de tout premier plan. Malgré cet insuccès, l’acte était posé : le public parisien éclairé savait désormais qu’à une « première » école de Laethem-Saint-Martin avait succédé une seconde, tout aussi engagée dans les questions sociales.

 

========================

De manière un petit peu plus isolée mais faisant partie, tout de même, du cercle d’artistes anversois « Kunst van Heden/L’Art contemporain », auquel participaient aussi les artistes précédents, on notera l’activité picturale de Jakob Smits, peintre d’origine hollandaise installé à Achterbos en Campine et auteur du célèbre tableau Le Symbole de la Campine13(1901, Musées royaux des beaux-arts, Bruxelles). Après la première guerre mondiale, la facture de ses peintures, évoquant des intérieurs de ferme et des paysages, devint de plus en plus épaisse, grumeleuse et appliquée en couches successives. Ce fut l'époque des grands paysages aux minuscules silhouettes, tels le tableau Le Hameau14, qui rentrera dans les collections françaises en 1935. Du côté flamand toujours, en dessin et/ou gravure, ce sont deux artistes gantois, Jules De Bruycker et Jan-Frans Cantré, qui s’illustrèrent particulièrement dans le domaine qui nous occupe. Jules De Bruycker représente, par exemple, une Vieille Femme15 en sabots et en haillons (1920, musée des Beaux-Arts, Gand), quand Jan-Frans Cantré grave sur le bois le désarroi des Ouvriers gantois16.


PS zie De Bruycker in Parijs... in 1924

Roger Marx

For print enthusiast Roger Marx, “A print—the spontaneous, immediate emanation of an artist’s genius—must be welcomed, savored a little as one would a confidence, in the intimacy of stillness and with the devotion of silence.”25

vrijdag 4 februari 2022

Receptie

 

In de behoudsgezinde krant de Gazette van Gent verschijnen een reeks artikelen gewijd aan de tentoonstellingen in het Gentse Salon waarin moraliserend over kunst geschreven wordt:


"Het Gentsch (sic) Salon heeft een uitstekende faam omdat het nooit aan modegrillen toegaf en alleen voor doel had de kunst te dienen". Specifiek worden een aantal namen genoemd: Modest Huys, Alfons Blomme, Boulez, Creten-George, Hippolyte Daye, Jules De Bruycker, Evariste De Buck, Anne-Pierre De Kat, Valerius De Saedeleer, Leon Spilliaert... 


Anon, 'De opening der Drijjaarlijksche van Gent'. Gaette van Gent, tweehonderszesenvijtigste jaargang, 8-9, 1925, nr 6. 


geciteerd uit: Chabot, Georges en Geo D'Aconit, Modest Huys. Gand Arstique. 7de jaargang. Juillet 1928, Nr 7.






Prenten: Parijs



Met meer dan 100 prenten, van 42 Amerikaanse kunstenaars, geeft de Fondation Custodia een intrigerend overzicht van de ontwikkeling van de prentkunst in de Verenigde Staten sinds 1960. In de tentoonstelling ‘The American Dream: van popart tot heden – Prenten uit het British Museum’, zijn Amerika’s beste kunstenaars vertegenwoordigd, onder wie Andy Warhol, Jasper Johns, Robert Rauschenberg, Roy Lichtenstein, Jim Dine, Donald Judd, Ed Rushka en Kara Walker. Deze bijzondere tentoonstelling toont een uitzonderlijke collectie Amerikaanse prenten uit de 20ste en 21ste eeuw uit het Britisch Museum in London en kwam mede tot stand dankzij de Fondation Custodia en de Terra Foundation for American Art. Door deze bijzondere collectie in Parijs te tonen, legt de Fondation Custodia wederom de focus op moderne en eigentijdse werken op papier en volgt de Terra Foundation in Parijs haar missie om Amerikaanse kunst te introduceren bij nieuwe publieksgroepen in Frankrijk.




George Minne en JDB

 Jules De Bruycker (1870-1945) daarentegen is zowat de absolute tegenpool van de introverte Minne. Hij plaatst zijn volkse types in overvolle markt- en straattaferelen, die het alledaagse leven in de verpauperde stad na 1900 ensceneren. Na een tijd afwezigheid uit de museumruimten brengt het MSK opnieuw werk van deze geliefde Gentenaar op zaal.

 

Op papier | MSK Gent

https://www.mskgent.be/nl/tentoonstellingen/op-papier

Japan invloed?

 Daarom citeren we ook graag hoe Chabots tekst verdergaat: “De aandacht moge gevestigd worden op de kleine voorbijgangers tegen de horizon, hoe scherp die gegraveerd staan. Hun betekenisloze figuur gelijkt op die van vliegen. Het komische in hun beweging en in hun leven wordt verbazend scherp uitgetekend. Is dit niet zo groot als de Japanse kunst? Een terrasstoel is op zichzelf banaal, maar De Bruycker maakt er iets zeer bijzonders van. Dat doet hij ook met een bierglas, een melkkannetje, een gewone hoed. En dan vooral met een profiel, waarvan hij het wondere, het fantastische en tegelijkertijd het waarachtige aanscherpt. (...)  Aan de andere kant krijgt het oeuvre, met zoveel ruggen van dikhuiden, een volheid van vorm die niet hoeft onder te doen voor Daumier. Bovendien schuilt in al deze soms wondere voorstellingen een plastische voornaamheid, die heel wat hoger staat dan de gelaatsuitdrukkingen van vroeger, die expressiever waren maar volks, bijvoorbeeld de etsen van de markten.”

 

(*) Georges Chabot, a.w., p. 167.



“Ook konden we invloed van de Japanse kunst waarnemen in de drang naar het decoratieve: van zijn laatste werken” 

 

Japanse invloed vinden we in de karikaturale trant en in de uitbundige gebaren van sommige figuren” (Callebaut)

 

De uitbundige gebaren, de karikaturale trant, die de figuren maken, doen denken aan bepaalde se zoals van Hokusai vb. in de prent "Mochi-makers" (Afb. 71) (4)

 

donderdag 3 februari 2022

Prenten

 Prints in Paris 1900 – Mercatorfonds

https://mercatorfonds.be/product/prints-in-paris-1900/

 

 

Het Van Gogh Museum beheert een van ‘s werelds mooiste collecties Franse prenten uit het fin de siècle (1890–1905).
Dit boek, gebaseerd op intensief, meerjarig onderzoek naar deze werken en hun oorspronkelijke context, neemt de lezer mee op een wervelende reis door de werelden van de Parijse prentkunst: van elitair tot populair.
Het fin de siècle geldt als de bloeiperiode van de Franse prentkunst. Avant-gardekunstenaars als Pierre Bonnard, Théophile Alexandre Steinlen en Henri de Toulouse-Lautrec experimenteerden geestdriftig met verschillende grafische technieken, met prachtige en vernieuwende kunstwerken als resultaat. Hun moderne prenten waren overal in Parijs te zien. In luxe-edities werden ze als zelfstandige kunstwerken bewonderd en bediscussieerd door kunstliefhebbers en verzamelaars in de private ruimte van hun interieurs en op tentoonstellingen voor een ingewijd publiek. Op straat vormden de affiches op muren en reclamezuilen en de geïllustreerde tijdschriften in de kiosken een attractie voor de massa, die zich vergaapte aan dit visuele spektakel.


Siret: etsen

 http://geertvandamme.blogspot.com/2017/08/armand-heins-1856-1938-in-de-context.html

 

Bitter riep dan ook in 1852 de schrijver en kunsthistoricus Adolphe Siret uit dat de etskunst in België op sterven na dood was en als reden haalde hij aan dat het publiek niet van prenten hield (in: Goddard, 1992: 51) parce que c'est un art qui demande du temps et qu'à notre époque on aime à jouier vite, comme si un cataclysme devait arriver demain. 

Siret besloot dan maar zelf zijn schouders te zetten onder de promotie van de etskunst, specifiek via het conservatieve tijdschrift Le Journal des Beaux-Arts et de la Littérature. Van dit blad was Siret tussen de jaren 1859 en 1883 (het jaar van zijn overlijden) hoofdredacteur en onder zijn impuls werd het opgesmukt met tal van gravures en verder gaf het een aantal jaarlijkse albums uit. Dat hij opnieuw belangstelling voor de etskunst kon losweken kwam door het neoromantisch gevoel dat in die tijd opgang maakte en in de etskunst zag men, dixit Charles Baudelaire (in vertaling in: Sillevis & Kraan, 1985: 197), de beste vertaling van de persoonlijkheid van de kunstenaar. Vervolgens zal ook het opkomende impressionisme de etskunst herontdekken.



woensdag 2 februari 2022

Bruegel

 https://toerismevlaanderen.be/nieuws/unieke-bruegeltentoonstelling-vernieuwde-koninklijke-bibliotheek-van-belgi%C3%AB

 

Unieke Bruegeltentoonstelling in vernieuwde Koninklijke Bibliotheek van België

BRUSSEL

  –  

23 oktober 2019

Met ‘De wereld van Bruegel in zwart en wit’ stelt de Koninklijke Bibliotheek van België een schat aan grafisch werk van Pieter Bruegel de Oude tentoon. Van 15 oktober 2019 tot en met 16 februari 2020 kan het brede publiek drie originele tekeningen en àlle gedrukte prenten van deze Vlaamse Meester bewonderen. Enkele infrastructurele ingrepen aan het Paleis van Karel van Lotharingen kwamen het bezoekersonthaal, de bezoekerscirculatie en de toegankelijkheid van het gebouw ten goede. Met het oog op het aantrekken van internationale cultuurliefhebbers investeerde Toerisme Vlaanderen 1,2 miljoen euro in het project.

2019 staat volledig in het teken van kunstschilder Pieter Bruegel de Oude, die 450 jaar geleden overleed. Een jaar lang wijden we een indrukwekkende reeks van tentoonstellingen en evenementen aan deze Vlaamse Meester. Zo investeerden we 1,2 miljoen euro in de expositie ‘De wereld van Bruegel in zwart en wit’. De vernieuwde Koninklijke Bibliotheek van België (KBR) stelt het volledige grafische werk (prenten en tekeningen) van Breugel tentoon, met als insteek zijn imaginaire wereld en meesterschap. De werken zijn te bewonderen van 15 oktober 2019 tot en met 16 februari 2020. 

 

De tentoonstelling is een unieke belevenis. Bezoekers worden ondergedompeld in de 16e eeuw en (her)beleven Bruegel en zijn tijd. Ze kunnen de originele prenten en tekeningen van deze Vlaamse Meester bewonderen. Bovendien brengt de expo de bezoeker naar een bijzondere locatie. Het statige paleis van Karel van Lotharingen maakt integraal deel uit van de Koninklijke Bibliotheek. 

 

Met 1,2 miljoen euro steunde Toerisme Vlaanderen de KBR om de nodige aanpassingen te doen. Door de nieuwe investeringen en infrastructuur werd het bezoekersonthaal, de bezoekerscirculatie en de toegankelijkheid van het gebouw aanzienlijk verbeterd. We creëerden een extra tentoonstellingsruimte waardoor er ongeveer 1 000 m² aan te bezoeken oppervlakte is ontstaan. Met de expo spelen we in op de bestaande vraag naar authentieke erfgoedbelevingen. Ook is de gunstig gelegen locatie in hartje Brussel een troef om een groot potentieel aan bezoekers aan te trekken. Dit hefboomproject kadert in het Bruegeljaar 2019 en het Project Vlaamse Meesters 2020.

Rembrandt

 Alle Rembrandts

https://www.rijksmuseum.nl/nl/zien-en-doen/tentoonstellingen/afgelopen/alle-rembrandts

 

Ter gelegenheid van zijn 350ste sterfjaar in 2019 presenteert het Rijksmuseum voor het eerst in de geschiedenis een overzichtstentoonstelling van alle schilderijen, etsen en tekeningen van Rembrandt uit eigen collectie.

Lees minder 

Met topstukken als De Nachtwacht, Marten & Oopjen, Het Joodse Bruidje en De Staalmeesters, beheert het Rijksmuseum de grootste collectie Rembrandt-schilderijen ter wereld en bovendien het meest representatieve overzicht van zijn gehele oeuvre. Het is een unicum, gezien de kwetsbaarheid van de tekeningen en etsen, dat de hele collectie samen wordt getoond. De tentoonstelling Alle Rembrandts geeft een weergaloos beeld van Rembrandt als kunstenaar, als mens, als verhalenverteller en laat zien hoe vernieuwend hij was.

COLLECTIE REMBRANDT IN HET RIJKSMUSEUM

Sinds de recente verwerving van de spectaculaire huwelijksportretten van Marten & Oopjen beheert het Rijksmuseum de grootste collectie schilderijen van Rembrandt ter wereld. De 22 schilderijen, van zijn vroege Zelfportret als jonge man tot zijn late Zelfportret als Apostel Paulus, geven een overzicht van zijn hele leven. Hoogtepunt van de schilderijencollectie vormt Rembrandts allergrootste meesterwerk: de Nachtwacht.

De omvangrijke collectie tekeningen – 60 in totaal - omvat alle periodes en stijlen van Rembrandt waaronder een aantal uitzonderlijke tekeningen uit zijn vroege periode. Van Rembrandts 1300 etsen toont het Rijksmuseum alleen de 300 beste en mooiste exemplaren. Omdat 17de-eeuwse etsen en tekeningen bijzonder kwetsbaar zijn en zeer gevoelig voor licht, worden ze zelden getoond of uitgeleend. Dat het Rijksmuseum nu zijn hele collectie Rembrandt gedurende bijna vier maanden samen presenteert, is een unicum.

 

Van Autryve: verzamelaar

 



Tekening (ingekleurd) LE COLLECTIONNEUR (B0101)

"Op deze tekening ziet men de ware aard van de collectioneur
De spinnenwebben hebben zich vastgeweven tussen hem en het werk
De goudmuntjes springen uit zijn zak in de hoop het werk te kunnen verwerven" (John DB)




Het gaat hier om Van Autryve(s) die ook in andere werken van JDB voorkomt. 



B0127 Z.VAN AUTRYVES

 verzamelaar (zie cartoon, zelfde figuur)

zie tekening, karikatuur van JDB zelf


b0128 Z.VAN AUTRYVES


 

B0125 MONSIEUR Z.VAN AUTRYVES


zie karikaturen met een brug (checken)

zie handtekening op een werk: 1909


B0129 Z.VAN AUTRYVES








"In 1898 voltooiden de architecten Louis Cloquet en Etienne (Stefaan) Mortier hun basisplannen voor het postgebouw en twee jaar later legde de aannemer, de gebroeders Muyncke, de funderingen. In 1902 startte  aannemer Van Driessche met de ruwbouw en in 1906 kreeg aannemer Van Autryve de opdracht voor de afwerking toegewezen. In 1908 was het gebouw volledig afgewerkt maar het duurde nog tot oktober 1910 voor de postdiensten naar de Korenmarkt werden overgebracht."

 Van "Autryve frères" geregeld vermeld in Onroerend Cultureel Erfgoed Gent. 



Zie ook werken/portretten van de dochter Claire door JDB

Wie was Van Autryve?


Uit “de geschiedenis van de bruggen’:

“In mei 1906 begon de firma Van Autryve aan de bouw van de zeer mooie en monumentale brug. Het plan werd getekend door architect Cloquet, die ook de plannen had getekend van de Grote Post. 
Voor de bouw van deze vaste en verhoogde brug, was het nodig de ganse huizenrij, van aan de Veldstraat tot aan de oude brug, te slopen, tWee hellingen aan te leggen waardoor tevens de Graslei en de Koornlei overbrugd werden en drie trappen te bouwen. De totale kostprijs voor deze brug liep dan ook op tot de niet onaardige som van 812.786 fr. Gelukkig kwam de Staat tussen voor 1/3 in de totale prijs. “ 

(Zie verder over de verbouwingen het artikel) 




Het Museum voor Schone Kunsten in het Citadelpark was er gekomen toen, na jaren geklaag van de Vrienden van het Museum over hun te enge behuizing in de lokalen der Academie (Sint-Margrietstraat). In 1898 hadden ze hun slag thuis gehaald en stadsarchitect Charles Van Rysselberghe werd aangezocht om  de plannen te tekenen. In 1900 was zijn definitief ontwerp klaar en in het voorjaar van dat jaar kon aannemer J. Van Autryve de ruwbouwwerken aanvatten.  I





Van John DB:  

 Heren,

Deze voormiddag heb ik deze tekening ontdekt. Wat u aanbelangt is, vooral de rugkant van het werk waar ondernemer Van Autryve ondernemer was bij de restauratie van het Belfort, waaronder de restauratie van het hijsen van de draak.

Mevr. De Meulenaere.. 90 jaar, vertelde mij dat Van Autryve facteur was. Ik zie moeilijk De Bruycker 10 portretten maken van een facteur en ook zijn nichtje Claire. Er loopt daar iets niet juist.

 Ik denk dat het geloofwaardiger is, dat de portretten van "Van Autryve" en "de collectioneur" alsook van zijn nicht “Claire", dat daar veel meer kans is dat het de restaurateur is van het Belfort die geportretteerd is en uiteraard de middelen had om De Bruycker te kopen.




Verzamelaar

De verzamelaar, kunstliefhebber... bij JDB.




[…] na een lange dag van het teleurstellende Parijse leven […] laat ik me in een fauteuil neervallen, naast de prentenstandaard waarin mijn favoriete etsen in hun grote mappen liggen te slapen, en terwijl ik ze een voor een bekijk, verdwijnen mijn problemen en vergeet ik de zorgen van het dagelijkse bestaan!

Criticus en verzamelaar Roger Marx, 1883


Burty: etsen

Uitnodiging voor een soirée bij verzamelaar Philippe Burty
Henry Somm, c. 1880

 
De Franse criticus en verzamelaar Philippe Burty (1830-1890) lanceert een vergelijking van Victor Hugo uit zijn roman Notre Dame. Een personage zit met een boek op schoot en bij het kijken naar de kathedraal denkt hij: “ceci tuera cela”. Hoewel hij zich inzetvoor de etskunst als een zelfstandige kunstvorm, toont hij met die uitspraak dat ook de etskunst wordt bedreigd door een nieuw medium: de fotografie.(RS).

Verzamelaars Daumier



Collectioneur


Amateurs d'estampes
Les connoisseurs

Honoré Daumier tekende en schilderde verschillende verzamelaars en “connoiseurs” uit die over de schouder van de kunstenaar kijken naar de portfolio's op zoek naar een goede koop.

Enerzijds verkochten deze platen goed (de verzamelaars konden zich identficieren met het onderwerp - hun hobby werd afgebeeld), anderzijds was er meer aan de hand dan dit verkoopsargument. In zijn essay over Daumier schreef Henry James dat we in deze beelden een fascinatie van Daulmier gereflecteerd zien: “the old Parisian quay, the belittered print-shop, the pleasant afternoon, the glimpse of the great Louvre and the other side of the Siene, ... estampes suspended in the window and doorway .. extracted, piece by piece from musty portfolios'.




Verzamelaars:





De kopers bekijken een print kritisch - verschillende blikken beoordelen het werk. Andere werken liggen verspreid op de tafel.

Verzamelaar:






The Print Collector | Art UK


Een eerder schamel geklede man bekijkt de werken in een gallerie. Misschien is hij te arm om iets te kopen?

Gedurende de periode tussen 1850 en 1860 werden kopers:verzamelaars een terugkerend onderwerp voor Daumier. De bourgeoisie (waaronder ook de middenklasse) konden zich veroorloven kunst te kopen en zelfs te verzamelen.

Er zijn verschillende versies van deze figuur die naar kunstwerken staat te kijken.

Verzamelaar:





Daumier maakte vaak verschillende variaties op hetzelfde thema: een man (sic) op zoek naar kunst. Het gaat vaak om petit-bourgeois figuren.

Dit type verschijnt steeds meer in de stad in het Frankrijk van Balzac ten tijden van de tweede Empire (tijdperk van Napoleon III van 1851-1870).

De oprichting van de La Société des aquafortistes (1862) was een stimulans in de verkoop van betaalbare kunstwerken.


"While continuing to observe the lifestyle and personalities of his times, Daumier sets aside the satirical bent of the Croquis de Salon [Salon sketches], to give his character a more universal appeal. The meditative atmosphere is treated in chiaroscuro, the monochrome engravings are subdued and the broad contours conjure up the peaceful seriousness of Chardin’s interiors.Very few reference points exist for the chronology and stylistic development of Daumier’s paintings, most of which remained in his studio, with just a few scarce exceptions. His output must have increased after he was laid off by the newspaper Le Charivari in 1860, since he had much more time to devote to easel painting. Made famous during his lifetime by Delacroix and Baudelaire, Daumier sold his works to a limited circle of enthusiasts such as Corot, his devoted friend who kept this painting until his death."









Daumier: Visions of Paris | The Arbuturian

"One of the great interests reflected in his work was the place of the artist and his art, the act of looking and the power of the beholder. “The Print Collector” (c. 1857-63) – a small masterpiece of atmosphere – is just one in a series of contemplative paintings and kinetic cartoons which examine the relationship between art and the viewer and the art of looking itself. Daumier was acutely conscious of how naked the artist is when his work goes up for public display. In “Salon de 1857”, one of his comic lithographs for Le Charivari, a nude statue ignored amidst the top-hatted and pince-nezed onlookers who are all staring intently at the paintings on the walls, comes to life with a noiseless wail and contortion of her arms."

Beelden:








































Here are some people looking at art in 1865:
















De Graaff







Uit De Tijd over de Nederlandse verzamelaar De Graaf (en JDB).


"In Nederland verschijnen artikelen waarin het werk van JDB geloofd wordt en zijn penibele omstandigheden in de verf worden gezet: “Zijn atelier is leeggeroofd, geen studie, geen prent is daar nog aanwezig de JDB moet thans door verkoop van etsen in Holland zijn afgescheiden bestaan trachten dragelijk te maken”.


Goddard:
"Dutch collectors Jacob and Louise de Graaff-Bachiene, however, De Bruycker expressed a decidedly pro-Flemish attitude, and it is probably significant that in addition to his following among the readership of Vooruit, one of the key studies on De Bruycker was by Achilles Mussche, a leading Flemish socialist, advocate of Flemish letters, and native of Ghent. "


Gustave van de Woestyne Portret van mevrouw Louise de Graaff 

 

  Koninklijk Museum (Brussel)


  • Olieverf op doek
  • Signatuur en jaartal onderaan rechts : Gve VAN DE WOESTYNE / 1919
  • Afmetingen: 122 x 107
  • Herkomst: Geschonken door mevr. Louise de Graaff, Mazerolles par Mont-de-Marsan, Landes (Frankrijk), 1949
  • Publiek domein

René Van Herrewege

René Van Herrewege (1870-1938) - data checken....




Zijn huis in de Pussemiersstraat:





Pussemierstraat

"Hier bevond zich een huis van Lombaarden, de Clocke, dat in de 15de eeuw tot wissel of "pursem" diende (vandaar het woord pussemier, dat betekent woekeraar). Smal recht straatje met voornamelijk reeksen enkelhuizen uit de 19de eeuw en met uitzicht op de toren van de voormalige Jezuïetenkerk, thans Sint-Lucasinstituut"

Ingenieur-architect, verzamelaar/mecenas van JDB.



J.D.B. 479 RENE VAN HERREWEGHE MET ZIJN VIER DOCHTERS 






 
juni 1904
JDBr leert de Gentse ingenieur-architect René Van Herrewege (1870-1938) kennen 





John: 
Topverzamelaar en vriend van Jules De Bruycker (overleden in 1938).
Hij is ook de grondlegger geweest van de Catalogue Grégoire Le Roy.
Heel streng en super katholiek als hij was , weigerde hij de naakten van J.D.B. te kopen en te publiceren in de Catalogue.
Hij heeft zich ook met alle macht ingespannen zodat de Catalogue van Le Roy tot stand kwam.
Jules De Bruycker had hier geen zin in, het was voor hem te veel tijdverlies.
Van Herrewege heeft zich ook verzet tegen de naakten die in de Catalogue kwamen, een reden dat er daar vele werken in ontbreken.
Bij het overlijden van deze ingenieur/entrepreneur is zijn verzameling verdeeld onder zijn vier kinderen.
De werken van Jules De Bruycker (gezien er nog zoveel andere kunstenaars waren) werden verdeeld tussen twee van zijn kinderen.
Later heeft één van zijn schoonzoons de volledige verzameling etsen in één pakket verkocht aan Maurits Naessens die op dat moment de kunstaankoper was voor de bank Parisbas.
Tientallen jaren later heeft ParisBas deze verzameling integraal verkocht aan de Stichting Jules De Bruycker.
Zonder hem waren er héél veel Gentse en rond Gent wonende kunstenaars in de vergetelheid geraakt.


PS

Catalogue Raisonnée
RVH, die op 6 werken na, de 202 werken opgenomen in “LeRoy” bezat, had ook een groot aantal werken die niet in de “LeRoy” voorkwamen.


 


 

 

Daumier

Honoré Daumier, Het drama (ca 1860) (oil on canvas)