Posts tonen met het label Gent. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Gent. Alle posts tonen

dinsdag 24 maart 2020

Baertsoen: Huis

Op de hoek van de Coupure en de huidige Albert Baertsoenkaai (toen Bijlokekaai) bouwden de ouders van de schilder in 1889 een huis met atelier voor hem. De woning staat er nog steeds. Hij zag de binnenschepen op de Coupure, die daar in de Leie stroomt, met hun vracht voor de fabrieken en de industriële nijverheid in de vervuilde binnenstad.

De Verlorenkostbrug over de Leie, vlak voor zijn deur, verbond de Bijlokekaai met de Nederkouter met op de linkeroever de Lindenlei en aan de andere kant van de rivier de achterkant van de Nederkouter.

De Coupure trok op het einde van de negentiende eeuw rijke families aan die daar stijlvolle huizen optrokken. De Verlorenkostbrug werd vernieuwd en de straat verbreed. Oude panden moesten wijken voor mondaine paviljoenen die vlak aan de Leie-oever, aan de achterzijde van de Nederkouter werden gebouwd. Architect Georges Hobé verbouwde in 1907 Baertsoens huis, enkele jaren na de voltooiing van Dooi in Gent. Een ruim verlicht atelier met uitzicht op de Leie strekte zich uit over twee verdiepingen, anno 2019 verbouwd tot woonruimten.


vrijdag 6 maart 2020

Baudelaire in België (Gent)






Ch.  Baudelaire en Gent 
Ontmoedigd door de negatieve kritiek op zijn Les fleurs du mal (wegens “immoreel”) en op de vlucht voor zijn schuldeisers, verliet hij Frankrijk in april 1864 en trok hij naar Brussel. Uit brieven (o.m. aan zijn moeder, “Madame Aupick”, met wie hij zich had verzoend) blijkt dat hij het voornemen had, een aantal voordrachten te geven in Belgische steden als Brussel, Antwerpen, Brugge, Luik en Gent (zie daarover zijn Correspondance).

Na twee voordrachten voor lege zalen liet hij het contract voor de volgende toespraken schorsen.
Terwijl zijn gestel stilaan werd ondermijnd door syfilis, nam hij zich voor, een boek te schrijven over België, onder de titel Pauvre Belgique. Daarvoor zou hij een aantal excursies doorheen het land ondernemen. Het boek bleef onafgewerkt. De gehele originele notities verschenen pas in 1952, in deel III van de Œuvres posthumes (onderdeel van de Œuvres complètes de Charles Baudelaire). 

Pauvre Belgique is een wrang pamflet, vol minachting, schimp- en scheldpartijen over de Belgen (“het stomste volk ter wereld”), de zeden en gewoonten, de Franse taal in dit land, de politiek, de architectuur, de “zwijnerij”en ga maar door. Het is zo heftig dat het vermakelijk wordt. 

Ook Gent kon hem maar weinig bekoren, getuige zijn notities: “Saint-Bavon. Population sauvage. Vieille ville de mandants en révolte, fait un peu de bande à part, et prend de petits airs de capitale. Triste ville”.

Baudelaire, Charles - Literair Gent


zondag 23 februari 2020

Beelden Gent literatuur

Voor den duivel geen stap achteruit!



Frans Heymans (red.), Voor den duivel geen stap achteruit! Beelden van Gent in de literatuur, Stedelijke Openbare Bibliotheek, Academia Press, Gent, 1992, 319 p., fl. 75; 1500 fr.

vrijdag 23 augustus 2019

Torens van Gent: De Budt


Henri De Budt (1884 - 1967), “De torens van Gent”. Ets. Gesigneerd, genummerd 45/200 en gedateerd 1940 buiten de plaat.




Eén van de vele afbeeldingen van de drie Torens in Gent.






Uit: GENTSE MEMORIEDAGEN: 31 JULI - 1-2 AUGUSTUS


Over De Budt

1 Augustus 1884
Geboorte van kunstschilder Henri De Budt.
De joviale, optimistische en dynamische Henri De Budt was een kunstschil- der die nu in de vergetelheid begint te geraken. Volledig ten onrechte trou- wens. Hij studeerde aan onze Academie en bekwaamde zich niet alleen in het tekenen, maar ook in het schilderen, het etsen, het steendrukken.
Bij het begin van de oorlog 1914-1918 was hij betrokken bij de verdediging van Antwerpen, maar werd daarna geïnterneerd in Holland. Dat belette hem niet een merkwaardige kunstbedrijvigheid aan de dag te leggen in het interne- ringskamp.
Gedurende een halve eeuw zou hij ontelbare doeken en etsen maken van zijn geliefd Gent en van de schilderachtige Oostvlaamse landschappen.
60
Misschien hebben oudere van onze lezers nog zijn atelier bezocht op de Lievekaai 6. De muren hingen er vol met Gentse stadsgezichten: de Lievebrug (dat kon niet missen) met op de achtergrond het Gravensteen, de Muinkkaai met een binnenschip in de optrekkende ochtendnevel, stijlvolle gevels, oude waterlopen, stemmige volkswijken.
Wanneer men daar binnentrad was het meteen duidelijk dat hier een artiest leefde met een ingeboren gevoel voor schoonheid en die het talent bezat het weer te geven. Twee kwaliteiten die helaas te vaak ontbreken bij hedendaag- se kunstenaars.
Maar hij werd vanzelfsprekend niet alleen geboeid door zijn Gentse hoekjes, hij maakte ook prachtige Schelde- en Leielandschappen, en op andere doeken ontdekt men de typische sfeer van de Denderstreek, het Meetjesland, de Vlaamse Ardennen.
Gontran Van Severen kon terecht schrijven dat zijn werk een onuitputtelijke schat is die aanleunt bij deze van Armand Heins, Jacques Bergmans, Herman Verbaere en Nojorkam.
In 1964, toen hij 80 jaar werd, werd hem een verdiende hulde gebracht door talrijke vrienden. Dit gebeurde tijdens een Academische zitting in het Gouvernementshotel; ze werd gevolgd door een retrospectieve van zijn werk. De feestredenaar, Professor Paul De Keyser zei: “Indien één Gentenaar van zijn generatie een warme hulde verdient, dan is het wel de Gentse volksjon- gen Henri De Budt.”

Henri De Budt overleed in 1967.

Broodzakken

  Op de broodzakken bij een 100-tal bakkers in het Gentse prijkt vanaf morgen een reproductie van een werk van Jules De Bruycker en een QR-c...