La Lys - Literair Gent
http://literairgent.be/fragmenten/la-lys/
De Phenixstraat, de hoek van de Zuidkaai – waar de bargie van Brugge haar aanlegplaats had – en, aan den overkant van de Vaart, ’t geen er rondom het oud kerkhof overblijft, dat is al wat er nog herinnert aan de Brugsche Poort uit de jaren 1840-1860.
Daar eindigde de stad, slechts door de brug en de Phenixstraat gescheiden van het open veld.
’t Was een arme wijk, alleen door fabriekmenschen bewoond. Geen winkel wenkte er aanlokkelijk, nergens pronkte een gesloten burgerwoning in rentenierswaardigheid, maar werkmanshuizen, hopeloos eenzelvig, grauw en ruig schaarden zich in reeksen steeg in, steeg uit. In de week en bij dag, zag er alles dood en verlaten uit; de fabrieken hadden er het leven van opgeslorpt. Nauwelijks voelde men, van tijd tot tijd, den grond daveren onder ’t gerij van zware karren die hun vracht katoen of vlas, hotssend en schokkelend, van den dok naar de fabrieken vervoerden.
En armoe, armoe overal, niet het minst op de Leiekaai, al snapte men er – dank zij den arm van de Leie die de spinnerij “La Lys” omspoelde – wat meer lucht dan in de andere muffe straatjes.
Daar woonde Pier Fierlefijn en zijn huisje was zonder twijfel het kleinste uit de buurt.
Een hand omhoog en ge raakte de goot; een trapken af en ge waart in de keuken, de eenige plaats van de woning: vijf stappen diep en drie stappen breed. Op het koerke, een voorschoot groot, jankte de pomp gelijk een hond, telkens men water trok.
Boven de keuken diende de zolder als slaapkamer voor vader, moeder en kind; ze stikten er ’s zomers en bevroren er ’s winters.
Overschaduwd door de “Lys”, een kolossaal gebouw met zes verdiepingen en honderden vensters, met zijn poort nog groter dan de groote kerkdeur van St Baafs, leek het in nietigheid te verkrimpen. Maar wie er woonde was dicht bij zijn werk.
Uit: Grégoire Le Roy: Fierlefijn (1934), p. 11-13
Posts tonen met het label Fierlefijn. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Fierlefijn. Alle posts tonen
donderdag 5 maart 2020
donderdag 16 augustus 2018
Le Roy
Le Roy, Grégoire (1862-1941) (pseudoniem: Albert Mennel)
Franstalige auteur van poëzie, verhalen en één roman, graficus, kunstschilder en -criticus. Hij werd geboren in de Bestormstraat (thans Posteernestraat) als zoon van een Franstalig katholiek burgersgezin. Daar, in de Bestormstraat, bracht hij zijn jeugd door. Hij studeerde aan het St-Barbaracollege te Gent waar hij kennis maakte met Charles Van Lerberghe en Maurice Maeterlinck. Samen met hen behoorde hij tot de groep van Belgisch-Franstalige symbolisten en werkte hij mee aan het tijdschrift La jeune Belgique. Hij volgde les aan het Sint-Lucasinstituut en huurde een tijdlang een schildersatelier in de “Rolle” (het voormalige godshuis op de Schaapmarkt dat van 1820 tot 1860 dienst deed als tehuis voor vondelingen). Na een verblijf in Parijs (vanaf 1886, met Maeterlinck) waar hij studeerde aan de Ecole des Beaux-Arts, vestigde hij zich in 1890 in Brussel. Hij beproefde zijn geluk in de zakenwereld maar werd in 1909 bibliothecaris van de Académie des Beaux-Arts de Bruxelles en in 1919 conservator van het museum Wiertz.Naast Franstalige poëzie o.a. La chanson d’un soir (1887), novellen en kunstmonografieën o.a. Catalogue de l’oeuvre gravé de Jules de Bruycker(1933) schreef hij Fierlefijn (1934), een buitenbeentje in zijn oeuvre: het was zijn enige roman en zijn enig werk in het Nederlands.
Fierlefijn speelt zich grotendeels af in het Gent van de periode 1850-1890. Het schetst een kleurrijk beeld van het Gentse straatleven met – oppervlakkiger – beschrijvingen van het fabrieksleven, de sociale uitbuiting en het opkomende socialisme.
Jan Fierlefijn, zoon uit een arbeidersgezin, groeit op in de schaduw van de vlasspinnerij “La Lys” op de Leiekaai in de Brugse Poort. Zijn moeder wil een andere toekomst voor haar zoon en stuurt hem als schoenmaker in de leer. Hij trekt naar Parijs, maar keert bij het uitbreken van de Frans-Pruisische oorlog noodgedwongen naar Gent terug. Hij vindt een onderkomen tussen de “artiesten” in de “Rolle” en leidt een tijdlang een vrolijk bohémienleven. Zonder veel succes probeert hij met allerlei handeltjes her en der in Gent aan de kost te komen. Tenslotte keert hij terug naar de Brugse Poort om zich als simpele “schoenlapper” op de Leiekaai te vestigen.
[Tine Demoor]
Etsen van Julien Van Paemel.
Abonneren op:
Posts (Atom)
Broodzakken
Op de broodzakken bij een 100-tal bakkers in het Gentse prijkt vanaf morgen een reproductie van een werk van Jules De Bruycker en een QR-c...
-
Jules De Bruycker | MSK Gent Jules De Bruycker Een veelzijdige tekenaar 23.10.20-23.01.21 Tentoonstelling Naar aanleiding van zijn 150e gebo...
-
De Saedeleer (1867-1941) studeerde aan de Gentse Academie voor Schone Kunsten o.a. bij Théodore-Joseph Canneel. Zie zijn verblijf in het P...
-
Op de broodzakken bij een 100-tal bakkers in het Gentse prijkt vanaf morgen een reproductie van een werk van Jules De Bruycker en een QR-c...