donderdag 28 februari 2019

Academische Tekening


B0141 ACADEMISCHE TEKENING DOOR JULES DE BRUYCKER.
Schooljaar 1885-1886 derde kampstrijd "tweede"



Vliegende Bladen (bij JDB)




“Bij welke bronnen kan de onderzoeker uiteindelijk terecht om het café-concert en variete theater op te sporen en te analyseren? In het geval van Gent was het bronnenmateriaal grotendeels afkomstig uit een bijzonder fonds met uitzonderlijk materiaal. Het fonds ‘De Vliegende Bladen’, bewaard in de Gentse universiteitsbibliotheek, vormt een uitzonderlijk uitvoerig archief van heterogene efemera, zoals affiches en strooibriefjes, die onder de bibliothecaris Ferdinand Vander Haeghen (1830–1913) werden verzameld in de Gentse universiteitsbibliotheek. Volgens de mythe zou Ferdinand Vander Haeghen, afkomstig uit een grote Gentse drukkersfamilie en liberaal gemeenteraadslid, als een Benjaminiaanse voddenraper al kuierend door de straten van Gent strooibriefjes en schijnbaar nutteloze advertenties van de tijdelijkheid gered hebben. 


De minder romantische en wellicht waarheidsgetrouwere versie van het verhaal vertelt hoe Vander Haeghen een oproep deed in de kranten en tijdschriften om gedrukte of met de hand geschreven documenten die schijnbaar geen waarde hadden nooit weg te gooien. Ooit zouden deze documenten van kostbare waarde zijn voor het nageslacht, voorspelde Vander Haeghen.66 Dergelijke anekdotiek geeft de vluchtigheid aan van schijnbaar waardeloze bronnen als affiches en flyers, maar het belang van dergelijke bronnen voor het historisch onderzoek vandaag is groot. Om de namen en informatie van kleinere ondernemingen zoals café-chantants of café-concerten te traceren zijn affiches en flyers zeer waardevol. Niettemin zitten de meeste affiches, flyers, postkaarten et cetera die verwijzen naar het populaire spektakelleven eerder bij private verzamelaars of in collecties van musea of archieven met linken naar volkskunde, fotografie, cinematografie of muziek.


(Evelien Jonckheere p. 91-92).


Sint-Niklaaskerk restauratie


Heleen Calcoen, DE VRIJMAKING VAN DE SINT-NIKLAASKERK TE GENT, Scriptie.


"Rond de eeuwwisseling rezen twijfels omtrent dit principe van vrijmaking. Een eerste groep geloofde in de volmaaktheid van een vrijstaande kerk en werd de strekking van de ‘conservatieven’ genoemd.93 Deze stempel kregen ze toebedeeld door hun blijvende overtuiging vanhet gelijk vanViollet-le-Duc. Diens idealistisch standpunt aangaande het alleenstaande gebouw heeft ertoe bijgedragen dat heel wat gotische kerken en kathedralen werden vrijgemaakt.94 Eentweedegroep, de ‘culturalisten’,hielden van de historische en stedenbouwkundige waarde van de stadscentra, waarvan monumenten slechts een onderdeel waren.De culturalisten vonden hun argumenten bij de vrijmaking van de dom van Keulen".

Zie ook



TEKST-RESTAURATIE-SNK.pdf



Constant(inus) De Bruycker

Constantinus De Bruycker (1823-1896), een neef van de vader van JDB en een kunstschilder met een zekere reputatie (hij participeerde aan de Gentse Salons) die als Jules’ mentor zal optreden.


 "Op 24.07,1896 overlijdt de kunstschilder Constantinus De Bruycker (Gent 27.02.1823), een neef van JDBr’s vader. Voor JDBr was, tijdens zijn academietijd, de morele steun van deze grootneef-schilder, die tussen 1841 en 1895 meer dan een dozijn keer aan de Gentse Salons deelnam, niet zonder belang." (Huys)


Welke rol speelde Constantinus? Het was op zichzelf (misschien) vreemd dat die behangersfamilie hun zoon naar de Academie stuurden maar met zo’n familielid wordt dat meer begrijpelijk. Hij kan een rolmodel geweest zijn: een succesvol man voor de ouders, een kunstenaar voor Jules.


Album amicorum voor de Gentse schilder Constant De Bruycker bestaande uit 35 aquarellen of tekeningen van verscheidene Belgische kunstenaars alsook poëzie. Eigentijds leder (slijtage aan de band). Universiteitsbibliotheek Gent

(het moet dus toch wel iemand belangrijk geweest zijn)

- Album amicorum destiné au peintre gantois Constant De Bruycker (1823-1896) contenant des oeuvres d'artistes belges ainsi que des poésies. 35 DESSINS ou AQUARELLES, format 25 x 35 cm à +/- 15 x 20 cm, signées ou avec attributions mss, collés sur f. de support. Rel. de l'époque in-4° oblong : plein cuir aubergine, plats cernés de filets dorés, dos lisse (rel. us., défraîchie, part. passée). - AQUARELLES & DESSINS : DE COCK, Xavier (1818-1896).- Portrait d'homme. Crayon sur fond teinté, forme ovale, signé et daté 1833.-- VAN HANSELAERE, Pierre (1786-1862).- Le Christ au tombeau. Lavis de noir et rehauts de gouache blanche, sur vergé teinté, signé et daté 1830. Esquisse du tableau pour l'autel de N.D. des Sept douleurs dans l'église St-Sauveur à Gand.-- OTTEVAERE, Henri (1870-1944).- "Souvenir du Dimanche". Aquarelle sur papier teinté, non signée. Militaires caricaturés en oiseaux et grenouille.-- BOUVY, Firmin (1822-1891).- Homme du XVIIe s. portant un chapeau à plume. Aquarelle, signée et datée 1842.-- GHESQUIÈRE, Napoléon (1812-1862).- Paysanne. Aquarelle sur papier teinté, signée.-- [Idem].- Homme tenant un pichet et un jambon. Aquarelle, signée.-- [PAUWELS].- La sortie du cabaret. Encre de Chine sur papier teinté, non signée mais attribuée au crayon.-- PAUWELS, Joseph (1819-1876).- Femme et enfant miséreux. Aquarelle, signée.-- JANSSENS.- Le forgeron. Aquarelle, signée (sans prénom) et datée 1845.-- [HICKMANN, F.].- Fantasmagorie nocturne. Crayon noir et blanc sur papier bleu, forme ovale, attribution (peu lisible) sur le f. de support.-- HICKMANN, F.- Vieille paysanne; Vieux paysan. 2 dessins aux crayons de couleur, signés.-- DEVIGNE, Félix (1806-1862).- Femme ivre. Aquarelle, non signée.-- CORKOLE, Auguste (1822-1875).- L'enfant et le chien. Aquarelle, signée.-- VANLOO, Jules.- Profil d'homme âgé. Crayon noir sur papier gris, forme ovale, non signé.-- [Idem].- Paysan se reposant. Aquarelle, signée.-- VIETTE, P.-A.- Ferme. Crayon noir, monogrammé.-- COOMANS, Joseph (1816-1889).- 3 dessins de scènes de genre. Plume et lavis à l'encre noire, non signés sauf 1.- SURMONT de VOLSBERGHE, baron Paul (1802-1850).- 2 dessins : "Misine del mare" et "Isla d'Ischia". Crayon, non signés.-- TYTGADT, Louis (1841-1918).- Espagnole dormant. Crayon noir sur papier teinté, signé et daté 1868.-- [Idem].- Dominicain à la lecture. Aquarelle, signée et datée 1870.-- Quelques dessins ou petites aquarelles diverses dont plusieurs d'après Teniers, Veronèse, Mignard, etc.

- POÉSIES : ROTIERS, Guido.- Ode au peintre Constant De Bruycker (1823-1896). En néerl., datée Ypres 1867.-- LEFÈVRE, Joseph.- "Ils tomberont".- DELBECQ, J.B.- "Aux Anglais. Dédié à mon ami Constant De Bruycker". Datée 7 mars 1855.-- WYTYNCK, Julius.- "In Wijnendale-bosch". Signée et datée 1875.-- VAN BOOSCHE.- "Dicht & Schilderkunst". Signée et datée Gent 1852.-- SAINT-GENOIS, baron Jules de (1813-1867).- "Petits mensonges". Datée 1855.




Verder lees ik:


"Het bestaande altaar, de lambriseringen en het gewelfwerden in 17de-eeuwse stijl geschilderd door glasschilder Van Crombrugghe-De Keukelaere (15) (1823-1893), huisschilder van beroep en één van de weinige glasschilders in die tijd. Dezelfde kunstenaar werd dan ook belast met de uitvoering van twaalf gebrandschilderde ramen, waarvoor hij samenwerkte met Constant De Bruycker (1823-1896), een glas- en kunstschilder uit de Sleepstraat te Gent."






Werken van Constant De Bruycker:







Het Belfort. Jaargang 11(1896) (getekend D.) DBNL.



'De stad Gent hindelt niet naar behooren met hare kinderen, die ietsmeer in het leven betrachten dan stoffelijk welzijn. Veertien dagen vroeger overleed hier een andere kunstschilder, die sedert veertig, vijftig jaar, onzekunstkabinetten had verrijkt met lieve tafereeltjes, die zich ook eene zekere faam had verworven en insgelijks als een braaf, gedienstig, vriendelijk mensch bekend stond: op Constant de Bruycker's begrafenis, die te Gent zelf plaats had, waren nauwelijks een zestal kunstminnaars aanwezig.....

't Is echter waar: noch Xaveer de Cock, noch Constant de Bruycker hielden van blaai of lawaai; zij leefden stil en afgezonderd, schreven zelven hunnen lof niet in gazetten of tijdschriften, zochten het heil en de vreugde' van het leven alléén in de beoefening der Kunst, die, inderdaad, hare oprechte dienaren ruimschoots voldoening geeft voor wat deze, door tegenkanting of miskenning, te ontberen hebben. 

Frank Cotman schrijft in zijn proefschrift  

WANT ER KOMEN ANDERE TIJDEN ... OVER SCHILDERS EN DE GENTSE KUNSTWERELD 1880-1914. Ugent.



"Ze zijn echter allemaal ontstaan uit de belangrijke 'Cercle Artistique et Littéraire' (CAL) gesticht in I879. De bestuursleden van de CAL behoren prak-tisch allemaal tot de liberale franssprekende industriële Gentse burgerij. De kunstenaars-bestuursleden zaten haast allemaal op de academische lijn. Er zitten ook heel wat leraars van de Gentse Academie bij : Polidoor Allaert, Constant de Bruycker, Jean Delvin, Armand Heins, Louis Maeterlinck, Louis Van Biesbroeck. Buitenbeentjes binnen het bestuur zijn Albert Baertsoen en Gustaaf Den Duyts maar die komen dan weer uit belangrijke liberale families. (20)"

100: DE BRUYCKER, Constantin [1823-1896] 901: Gent 910: Deelname aan de Gentse en Belgische kunstsalons ; Dorpsgezichten. Stadsgezichten. Paarden en ruiters. Genrestukken op zak- en salonformaat, die buitengewoon in de smaak vielen bij de Gentse burgerij ; Gent: Dampoortstraat 43. Zoon van François Marin, schoenmaker. Constantin bleef ongehuwd ; Leerling aan de Gentse Academie. Kunstschilder. Tekenaar. Aquarellist

==================================================



http://geertvandamme.blogspot.com/2019/08/gentse-kunstenaars-in-het-atelier-van.html


Gentse kunstenaars in het atelier van Charles d'Hoy (1880-1881) | Gandavum² (Geert Van Damme)
Constant De Bruycker (14)



Constant De Bruycker werd op 28 februari 1823 geboren te Gent ("Verlaten Hof", 2004: 3): Staat geboekstaafd als schilder en aquarellist. Volgde een opleiding aan de Gentse Academie voor Schone Kunsten. Constant debuteerde op het Salon te Gent in 1841 en nam nadien ook deel aan tentoonstellingen te Antwerpen en Brussel. Hij concentreerde zich voornamelijk op huiselijke interieurs en genretaferelen in de stijl van de 17de eeuw. Verder weten we dat hij leraar was aan de Gentse Academie en meewerkte aan de glasramen van de kapel van de voormalige abdij van Terhaegen in de Molenaarsstraat (sinds 1805 betrokken door de zusters van Liefde), geplaatst tussen december 1860 en augustus 1864 (cfr. M&L, 1999 nr. 4: 17). Constant De Bruycker overleed in zijn geboortestad op 24 juli 1896. In het tijdschrift "Het Belfort" (1896: 232) wordt zijn dood aangehaald naar aanleiding van het overlijden kort ervoor van Xavier De Cock (zie verder): De stad Gent handelt niet naar behooren met hare kinderen, die ietsmeer in het leven betrachten dan stoffelijk welzijn. Veertien dagen vroeger overleed hier een andere kunstschilder, die sedert veertig, vijftig jaar, onze kunstkabinetten had verrijkt met lieve tafereeltjes, die zich ook eene zekere faam had verworven en insgelijks als een braaf, gedienstig, vriendelijk mensch bekend stond: op Constant de Bruycker's begrafenis, die te Gent zelf plaats had, waren nauwelijks een zestal kunstminnaars aanwezig..... [Ook bij de begrafenis van De Cock waren er met moeite kunstenaars aanwezig geweest.] 't Is echter waar: noch Xaveer de Cock, noch Constant de Bruycker hielden van blaai of lawaai; zij leefden stil en afgezonderd, schreven zelven hunnen lof niet in gazetten of tijdschriften, zochten het heil en de vreugde van het leven alléén in de beoefening der Kunst, die, inderdaad, hare oprechte dienaren ruimschoots voldoening geeft voor wat deze, door tegenkanting of miskenning, te ontberen hebben. Dit neemt niet weg dat hij bij leven een "Album amicorum" had ontvangen waaraan tal van Gentse kunstenaars een bijdrage hadden geleverd.

["De verfrissing na het paardrijden" - Artnet]  

Klein Turkije.




RUE DU CHAPEAU ROUGE A GAND - KLEIN TURKIJE // L'EGLISE ST.NICOLAS (244) (1928)
H 510-B 376
L.R.152









Beelden en info over Klein Turkije: http://www.sint-pietersdorp.be/ppts/A5.pdf :




"Nu spreken nog weinig mensen af in de Chapeau Rouge. Nu al een hele tijd wel in de Roden Hoed. Toch geestig als je beseft dat deze café als naam al zo lang bestaat. "



"In 1521 verbleef hij van 9 tot 16 april in Gent. Daarvan getuigde hij in zijn Tagebuch…
Hij overnachtte er in het Huis der Cruideniers (ook de Rode Hoed genaamd), naast de Sint-Niklaaskerk. Op die huisgevel in Klein Turkije nr. 4 getuigt een gedenkplaat (niet geheel precies) van zijn verblijf. Hij werd er waardig ontvangen door Jacob Gheerolfs, deken der schilders. Hij beklom er de toren van de Sint-Janskerk (de latere Sint-Baafs) en zag het Lam Gods van de gebroeders Van Eyck dat hij “een wonderbaarlijk en zeer knap vervaardigd schilderij” noemde. Hij haalde ook de Gentse sage aan over de Onthoofdingsbrug en maakte diverse schetsen van de leeuw die eerder samen met vier leeuwinnen door Keizer Karel vanuit Tunis aan ene Dominicus van Houcke waren gestuurd en die in het Prinsenhof gekooid waren.
Globaal beschreeef hij de stad Gent als “een fraaie en wonderlijke stad”."





Er is ook een tekening (wel op de website, niet in bezit van John).




Wynantz

Jean-Baptiste Joseph Wynantz

Jean-Baptiste Joseph Wynantz was een Nederlands aquarellist die tussen 1820 en 1823 verschillende aquarellen van de stad Gent schilderde. De stad maakte toen deel uit van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (1815-1830).

Tussen 1820 en 1823 schilderde Jean-Baptiste Joseph Wynantz talrijke aquarellen van verschillende stadsgezichten van Gent. De aquarellen geven een uniek, kleurrijk en rijkgeschakeerd beeld van het ongerepte Gent van toen. Sindsdien is Gent ingrijpend gewijzigd door de industrialisering, de urbanisatie, de nieuwe verkeersinfrastructuur en de stedelijke vernieuwingsprojecten. Het stadsarchief Zwarte Doos bewaart 134 aquarellen van Wynantz in haar collectie. Ze tonen 74 verschillende hoekjes van Gent.


Vedute

Vedute zijn gedetailleerde, in grote mate realistische afbeeldingen van een stad, een dorp of een andere plaats. Het kan zowel gaan om schilderijen, tekeningen of etsen. Wynantz maakte gebruik van de techniek aquarelleren om de stadsgezichten van Gent vast te leggen. Dit genre ontstond in de 16e eeuw en belangrijke vedutisti waren Jan van der Heyden (1637-1712) en Canaletto (1697-1768).

Vedutisti, zo werden deze kunstenaars genoemd, zijn selectief in wat ze in wat ze op beeld brengen. Ze kiezen ervoor om elementen weg te laten. In de tijd van Wynantz waren de elementen die de industrialisatie aantoonden niet populair. Dit is één van de redenen waarom dit niet zo duidelijk is op zijn aquarellen. Aan de andere kant was de industrialisatie nog niet erg zichtbaar. Nieuwe industrie vestigde zich binnen historische locaties.

Wynantz had weinig aandacht voor de menselijke aanwezigheid. De aanwezigheid van de mens had enkel tot doel om de monotonie van de architectuur te doorbreken. Hij gebruikte in zijn aquarellen het groothoekperspectief; hierdoor liet hij de gebouwen beter tot hun recht komen.



Jean-Baptiste Joseph Wynantz, Gezicht op het Westerportaal van de Sint-Jacobskerk



Gravensteen te koop

Gravensteen

In 1883 besliste de laatste eige-naarzijn fabriek te sluiten. In 1885 was men van plan het openbaar te verkopen en gans het complex te slopen er 2 straten door trekken en te verkavelen.. In 1887 kwam het in handen van de staat en de stad Gent. In 1892 begonnen met de sloop van de huisjes aan de buitenzijde. Het herstellen zou beginnen in 1894.In 1905 werd er beslist dat de Wereldtentoonstelling 1913 zou plaats vinden in Gent.


Bron: http://www.sint-pietersdorp.be/ppts/E1.pdf

woensdag 27 februari 2019

PETITE TURQUIE (Sites et Visions)

A0024 ST.NIKLAASKERKE



J.D.B. 312 PETITE TURQUIE 1932
H 264-B 169
L.R.N.M.




J.D.B. 313 PETITE TURQUIE 1932
H 264-B 169
L.R.194



 LDVV: "op de hoek van Klein Turkije en het Goudenleeuwplein, waar nu de koffiehandel De Draak is. De uitholling (vaak te zien bij hoekgebouwen) is in werkelijkheid minder uitgesproken, Jules overdrijft soms…"





 Opgenomen in Sites et Visions

 Enkele beelden van Klein Turkije:




Pignons Quai de la Grue (Kraanlei) (Sites et Visions)


PIGNONS QUAI DE LA GRUE (310, 311)) 1932




Perspectief: vanop de Kraanlei, zicht op de achterkant van de huizen van de Lange Munt. Zie achtuele foto:




RS


De opening is een (nu gedichte) oeververbinding met wat ooit een achterhuis was van een pand van de Lange Munt. (Groen omcirkeld). Sluit niet uit dat ook dit perceel ooit een brandgang/straatje was. Zoals te zien op kaart paalde het achterhuis aan een binnenkoer (LDV)






Waarschijnlijk voorkant: Lange Munt, 53.

Erfgoed:

Stijl classicisme

Datering vierde kwart 18de eeuw

Beschrijving



Nummer 53. Classicistisch herenhuis (nok loodrecht op de straat) van zeven traveeën en drie bouwlagen afgedekt met een schilddak (pannen), jaartal 1776 op het fries. Bepleisterde en beschilderde lijstgevel. Sobere opstand geritmeerd door steekboogvensters met vlakke doorlopende omlijsting. Drie middeltraveeën bekroond met een driehoekig fronton, waarin een liggend ovaal venster met schelpmotief. Gewijzigde begane grond.



De achtergevel, uitziend op de Leie, is een lijstgevel van baksteen van vier traveeën en drie bouwlagen Kelderverdieping en overkragende eerste verdieping op rondbogen. Rechthoekige vensters met lekdrempels. Aanbouwsel van één travee en drie bouwlagen met een overdekte korfboogvormige doorgang (vroeger Waterstraatje?), erboven rechthoekige venster met waterlijst en een rechthoekige venster onder het zadeldak (pannen).



Achtergevels





RS

RS





Danny Heijl Zicht vanop de Kraanlei, Gent


RS 

 

 





Achterkant (1936) (zware doos):






Erfgoed:
Deze lei vormt de zuidelijke begrenzing van het Patershol door de Leie. Goed bewaard straatbeeld bestaande uit 16de- en 17de-eeuwse gevels die in de loop van de 19de eeuw hier en daar werden aangepast en gewijzigd maar die toch qua schaal en sfeer samen horen. Een belangrijk deel van het straatbeeld wordt ingenomen door het gerestaureerde Kinderen Alijnshospitaal (Museum voor Volkskunde) uit de 16de eeuw.


Kraanlei (achterkant Geldmunt).









Baertsoen, Quai de la Grue (1905)





PS
De Kraanlei is een straat in het centrum van de Belgische stad Gent. De straat ligt langs de Leie en vormt de zuidelijke begrenzing van het Patershol. Ze is genoemd naar de houten kraan die daar vanaf de 16e eeuw zou gestaan hebben.

Marchande (Sites et Visions)


J.D.B. 297 MARCHANDE 1932
H 233-B 159
L.R.N.M.





J.D.B. 298 MARCHANDE 1932
H 222-B 142
L.R.187
De plaat is versneden in hoogte en breedte.



 Er zijn twee versie waarbij op de tweede meer voorwerpen op de markt staan.

Wat staat er op de papieren en op de kunstwerken?

Kruisbeeld, boeken, fles met figuur, schoenen, tekeningen/schildrijen/schoenen...



Opgenomen in Sites et Visions


RS: bij Didier een D-versie gezien


PS beschrijving op Marktplaats (sic):
Heel mooie en typische ets waarin Jules De Bruycker de Genste inwoners op treffende wijze weergeeft. Hij schuwt geen enkel detail en geeft op realistische wijze zowel het figuur als de omgeving weer zodat we perfect zien welke objecten deze marktkraamster op de rommelmarkt aanbiedt.




Marchande (Sites et Visions?)


J.D.B. 293 MARCHANDE 1932
H 233-B 160
L.R.N.M.


n

J.D.B. 294 MARCHANDE 1932
H 233-B 160
L.R.183


Zie de tweede versie: papieren, soort vogel? 

Opgenomen in Sites et Visions

(Welke Marchande is opgenomen in Sites te Visions?)

Eglise Saint-Nicolas

Eglise Saint-Nicolas

nog invoegen

Les Toits de ST.Nicolas

ST.NIKLAASKERKE (A0036)
De daken van St. Niklaaskerke. Tekening uit de luxe uitgave van het album Sites et Visions de Gand. Van dit werk is ook een ets gemaakt.




Normaal gezien dient de tekening als basis voor de ets. 

JDB tekent dit werk in spiegelbeeld (de Sint-Michielskerk staat rechts op de tekening, in de werkelijkheid staat die kerk vanop het Belfort gezien links. Heeft JDB dat zo getekend als basis voor de ets?

Vergeleken met de etsen blijkt de tekening minder gedetailleerd.
Het kan zijn dat  JDB deze tekening copieert op de etsplaats en dan later details op de ets toevoegt. Bijvoorbeeld: de vensters van de tekening zijn leeg terwijl op de etsen zien we de mazen in het venster. En er zijn meer details die toegevoegd werden. 






J.D.B. 284 LES TOITS DE ST.NICOLAS 1932
H 238-B 170
L.R.N.M.



LES TOITS DE ST.NICOLAS (285) (1932)
L.R.179
De plaat is over de ganse breedte en hoogte versneden.








Hier zien we links de Sint-Michielskerk en rechts een beeld van het postgebouw (de toren met klok).  Geen spiegelbeeld dus.

Het perspectief blijkt vanop de kantelen van het Belfort (met dank aan LDV).


Etching, 1932, LeRoy 179, edition 122. 8 7/8 x 6 1/8 in. Signed in pencil. This is a fine, delicate impression on Japanese paper. The margins are wide and the condition is very good. (There's slight thinning in the lower right margin area.) This work is from the series Sites and Visions which consisted on twenty images; six of these were "planches refusees" which exist in rare proofs only. Always the stellar draughtsman, de Bruycker here utilizes an extraordinary viewpoint to describe his scene: the artist dominates an already dominant cathedral and the view below shows minute people walking in the streets. 

Foto
De Zwarte Doos, Stadsarchief Gent
Inventarisnummer: SCMS_FO_5869
Beschrijvingdatum: omstreeks 1910





Er blijkt ook een foto (1910) te zijn vanuit hetzelfde perspectief. Misschien zijn er meer. Heeft JDB getekend op basis van de foto? Het hoeft niet noodzakelijk zo te zijn want iedereen die vanop het Belfort kijkt wordt geconfronteerd met dit uitzicht (zoals ook blijkt uit modernere foto's). 

Opdracht: Belfort toren bestijgen en checken. 
Opdracht: zoeken naar andere foto's, postkaarten, tekeningen etc.


Straatnamen: Emile Braunplein, Goudenleeuwplein, Cataloniëstraat.  
 
 

 
 
 
Moderne foto:
 
  Opgenomen in Sites et Visions.
 
 

La Rampe (Sites et Visions)


J.D.B. 278 LA RAMPE ST.MICHEL 1932
H 160-B 120
L.R.N.M.



J.D.B. 279 LA RAMPE ST.MICHEL 1932
H 160-B 120
L.R.176


Opgenomen in Sites et Visions.

Die man met map en papieren ... (vooruitblik op de catalogue raisonnée?)
Er staat GENT op het papier dat loskomt van de map. 
Er zijn twee versies. In de versie (279) heeft JDB nog een extra figuur toegevoegd (checken).

Is JDB het mannetje op de trap? Zie hij hij zichzelf afbeeldt in een zelfportret:




vgl met de Front Espice


J.D.B. 318 LE FRONTISPICE 1933
H 220-B 160
L.R.N.M. Dezelfde plek zal JDB gebruiken voor een ets bij het verschijnen van de catalogue van Leroy:




De trap klopt niet met de realiteit (LDV).



Daumier

Honoré Daumier, Het drama (ca 1860) (oil on canvas)