"Op 24.07,1896 overlijdt de kunstschilder Constantinus De Bruycker (Gent 27.02.1823), een neef van JDBr’s vader. Voor JDBr was, tijdens zijn academietijd, de morele steun van deze grootneef-schilder, die tussen 1841 en 1895 meer dan een dozijn keer aan de Gentse Salons deelnam, niet zonder belang." (Huys)
Welke rol speelde Constantinus? Het was op zichzelf (misschien) vreemd dat die behangersfamilie hun zoon naar de Academie stuurden maar met zo’n familielid wordt dat meer begrijpelijk. Hij kan een rolmodel geweest zijn: een succesvol man voor de ouders, een kunstenaar voor Jules.
Album amicorum voor de Gentse schilder Constant De Bruycker bestaande uit 35 aquarellen of tekeningen van verscheidene Belgische kunstenaars alsook poëzie. Eigentijds leder (slijtage aan de band). Universiteitsbibliotheek Gent
(het moet dus toch wel iemand belangrijk geweest zijn)
- Album amicorum destiné au peintre gantois Constant De Bruycker (1823-1896) contenant des oeuvres d'artistes belges ainsi que des poésies. 35 DESSINS ou AQUARELLES, format 25 x 35 cm à +/- 15 x 20 cm, signées ou avec attributions mss, collés sur f. de support. Rel. de l'époque in-4° oblong : plein cuir aubergine, plats cernés de filets dorés, dos lisse (rel. us., défraîchie, part. passée). - AQUARELLES & DESSINS : DE COCK, Xavier (1818-1896).- Portrait d'homme. Crayon sur fond teinté, forme ovale, signé et daté 1833.-- VAN HANSELAERE, Pierre (1786-1862).- Le Christ au tombeau. Lavis de noir et rehauts de gouache blanche, sur vergé teinté, signé et daté 1830. Esquisse du tableau pour l'autel de N.D. des Sept douleurs dans l'église St-Sauveur à Gand.-- OTTEVAERE, Henri (1870-1944).- "Souvenir du Dimanche". Aquarelle sur papier teinté, non signée. Militaires caricaturés en oiseaux et grenouille.-- BOUVY, Firmin (1822-1891).- Homme du XVIIe s. portant un chapeau à plume. Aquarelle, signée et datée 1842.-- GHESQUIÈRE, Napoléon (1812-1862).- Paysanne. Aquarelle sur papier teinté, signée.-- [Idem].- Homme tenant un pichet et un jambon. Aquarelle, signée.-- [PAUWELS].- La sortie du cabaret. Encre de Chine sur papier teinté, non signée mais attribuée au crayon.-- PAUWELS, Joseph (1819-1876).- Femme et enfant miséreux. Aquarelle, signée.-- JANSSENS.- Le forgeron. Aquarelle, signée (sans prénom) et datée 1845.-- [HICKMANN, F.].- Fantasmagorie nocturne. Crayon noir et blanc sur papier bleu, forme ovale, attribution (peu lisible) sur le f. de support.-- HICKMANN, F.- Vieille paysanne; Vieux paysan. 2 dessins aux crayons de couleur, signés.-- DEVIGNE, Félix (1806-1862).- Femme ivre. Aquarelle, non signée.-- CORKOLE, Auguste (1822-1875).- L'enfant et le chien. Aquarelle, signée.-- VANLOO, Jules.- Profil d'homme âgé. Crayon noir sur papier gris, forme ovale, non signé.-- [Idem].- Paysan se reposant. Aquarelle, signée.-- VIETTE, P.-A.- Ferme. Crayon noir, monogrammé.-- COOMANS, Joseph (1816-1889).- 3 dessins de scènes de genre. Plume et lavis à l'encre noire, non signés sauf 1.- SURMONT de VOLSBERGHE, baron Paul (1802-1850).- 2 dessins : "Misine del mare" et "Isla d'Ischia". Crayon, non signés.-- TYTGADT, Louis (1841-1918).- Espagnole dormant. Crayon noir sur papier teinté, signé et daté 1868.-- [Idem].- Dominicain à la lecture. Aquarelle, signée et datée 1870.-- Quelques dessins ou petites aquarelles diverses dont plusieurs d'après Teniers, Veronèse, Mignard, etc.
- POÉSIES : ROTIERS, Guido.- Ode au peintre Constant De Bruycker (1823-1896). En néerl., datée Ypres 1867.-- LEFÈVRE, Joseph.- "Ils tomberont".- DELBECQ, J.B.- "Aux Anglais. Dédié à mon ami Constant De Bruycker". Datée 7 mars 1855.-- WYTYNCK, Julius.- "In Wijnendale-bosch". Signée et datée 1875.-- VAN BOOSCHE.- "Dicht & Schilderkunst". Signée et datée Gent 1852.-- SAINT-GENOIS, baron Jules de (1813-1867).- "Petits mensonges". Datée 1855.
Verder lees ik:
"Het bestaande altaar, de lambriseringen en het gewelfwerden in 17de-eeuwse stijl geschilderd door glasschilder Van Crombrugghe-De Keukelaere (15) (1823-1893), huisschilder van beroep en één van de weinige glasschilders in die tijd. Dezelfde kunstenaar werd dan ook belast met de uitvoering van twaalf gebrandschilderde ramen, waarvoor hij samenwerkte met Constant De Bruycker (1823-1896), een glas- en kunstschilder uit de Sleepstraat te Gent."
Werken van Constant De Bruycker:
Het Belfort. Jaargang 11(1896) (getekend D.) DBNL.
Frank Cotman schrijft in zijn proefschrift
WANT ER KOMEN ANDERE TIJDEN ... OVER SCHILDERS EN DE GENTSE KUNSTWERELD 1880-1914. Ugent.
100: DE BRUYCKER, Constantin [1823-1896] 901: Gent 910: Deelname aan de Gentse en Belgische kunstsalons ; Dorpsgezichten. Stadsgezichten. Paarden en ruiters. Genrestukken op zak- en salonformaat, die buitengewoon in de smaak vielen bij de Gentse burgerij ; Gent: Dampoortstraat 43. Zoon van François Marin, schoenmaker. Constantin bleef ongehuwd ; Leerling aan de Gentse Academie. Kunstschilder. Tekenaar. Aquarellist
==================================================
http://geertvandamme.blogspot.com/2019/08/gentse-kunstenaars-in-het-atelier-van.html
Gentse kunstenaars in het atelier van Charles d'Hoy (1880-1881) | Gandavum² (Geert Van Damme)
Constant De Bruycker (14)
Constant De Bruycker werd op 28 februari 1823 geboren te Gent ("Verlaten Hof", 2004: 3): Staat geboekstaafd als schilder en aquarellist. Volgde een opleiding aan de Gentse Academie voor Schone Kunsten. Constant debuteerde op het Salon te Gent in 1841 en nam nadien ook deel aan tentoonstellingen te Antwerpen en Brussel. Hij concentreerde zich voornamelijk op huiselijke interieurs en genretaferelen in de stijl van de 17de eeuw. Verder weten we dat hij leraar was aan de Gentse Academie en meewerkte aan de glasramen van de kapel van de voormalige abdij van Terhaegen in de Molenaarsstraat (sinds 1805 betrokken door de zusters van Liefde), geplaatst tussen december 1860 en augustus 1864 (cfr. M&L, 1999 nr. 4: 17). Constant De Bruycker overleed in zijn geboortestad op 24 juli 1896. In het tijdschrift "Het Belfort" (1896: 232) wordt zijn dood aangehaald naar aanleiding van het overlijden kort ervoor van Xavier De Cock (zie verder): De stad Gent handelt niet naar behooren met hare kinderen, die ietsmeer in het leven betrachten dan stoffelijk welzijn. Veertien dagen vroeger overleed hier een andere kunstschilder, die sedert veertig, vijftig jaar, onze kunstkabinetten had verrijkt met lieve tafereeltjes, die zich ook eene zekere faam had verworven en insgelijks als een braaf, gedienstig, vriendelijk mensch bekend stond: op Constant de Bruycker's begrafenis, die te Gent zelf plaats had, waren nauwelijks een zestal kunstminnaars aanwezig..... [Ook bij de begrafenis van De Cock waren er met moeite kunstenaars aanwezig geweest.] 't Is echter waar: noch Xaveer de Cock, noch Constant de Bruycker hielden van blaai of lawaai; zij leefden stil en afgezonderd, schreven zelven hunnen lof niet in gazetten of tijdschriften, zochten het heil en de vreugde van het leven alléén in de beoefening der Kunst, die, inderdaad, hare oprechte dienaren ruimschoots voldoening geeft voor wat deze, door tegenkanting of miskenning, te ontberen hebben. Dit neemt niet weg dat hij bij leven een "Album amicorum" had ontvangen waaraan tal van Gentse kunstenaars een bijdrage hadden geleverd.
["De verfrissing na het paardrijden" - Artnet]
'De stad Gent hindelt niet naar behooren met hare kinderen, die ietsmeer in het leven betrachten dan stoffelijk welzijn. Veertien dagen vroeger overleed hier een andere kunstschilder, die sedert veertig, vijftig jaar, onzekunstkabinetten had verrijkt met lieve tafereeltjes, die zich ook eene zekere faam had verworven en insgelijks als een braaf, gedienstig, vriendelijk mensch bekend stond: op Constant de Bruycker's begrafenis, die te Gent zelf plaats had, waren nauwelijks een zestal kunstminnaars aanwezig.....
't Is echter waar: noch Xaveer de Cock, noch Constant de Bruycker hielden van blaai of lawaai; zij leefden stil en afgezonderd, schreven zelven hunnen lof niet in gazetten of tijdschriften, zochten het heil en de vreugde' van het leven alléén in de beoefening der Kunst, die, inderdaad, hare oprechte dienaren ruimschoots voldoening geeft voor wat deze, door tegenkanting of miskenning, te ontberen hebben.
Frank Cotman schrijft in zijn proefschrift
WANT ER KOMEN ANDERE TIJDEN ... OVER SCHILDERS EN DE GENTSE KUNSTWERELD 1880-1914. Ugent.
"Ze zijn echter allemaal ontstaan uit de belangrijke 'Cercle Artistique et Littéraire' (CAL) gesticht in I879. De bestuursleden van de CAL behoren prak-tisch allemaal tot de liberale franssprekende industriële Gentse burgerij. De kunstenaars-bestuursleden zaten haast allemaal op de academische lijn. Er zitten ook heel wat leraars van de Gentse Academie bij : Polidoor Allaert, Constant de Bruycker, Jean Delvin, Armand Heins, Louis Maeterlinck, Louis Van Biesbroeck. Buitenbeentjes binnen het bestuur zijn Albert Baertsoen en Gustaaf Den Duyts maar die komen dan weer uit belangrijke liberale families. (20)"
100: DE BRUYCKER, Constantin [1823-1896] 901: Gent 910: Deelname aan de Gentse en Belgische kunstsalons ; Dorpsgezichten. Stadsgezichten. Paarden en ruiters. Genrestukken op zak- en salonformaat, die buitengewoon in de smaak vielen bij de Gentse burgerij ; Gent: Dampoortstraat 43. Zoon van François Marin, schoenmaker. Constantin bleef ongehuwd ; Leerling aan de Gentse Academie. Kunstschilder. Tekenaar. Aquarellist
==================================================
http://geertvandamme.blogspot.com/2019/08/gentse-kunstenaars-in-het-atelier-van.html
Gentse kunstenaars in het atelier van Charles d'Hoy (1880-1881) | Gandavum² (Geert Van Damme)
Constant De Bruycker (14)
Constant De Bruycker werd op 28 februari 1823 geboren te Gent ("Verlaten Hof", 2004: 3): Staat geboekstaafd als schilder en aquarellist. Volgde een opleiding aan de Gentse Academie voor Schone Kunsten. Constant debuteerde op het Salon te Gent in 1841 en nam nadien ook deel aan tentoonstellingen te Antwerpen en Brussel. Hij concentreerde zich voornamelijk op huiselijke interieurs en genretaferelen in de stijl van de 17de eeuw. Verder weten we dat hij leraar was aan de Gentse Academie en meewerkte aan de glasramen van de kapel van de voormalige abdij van Terhaegen in de Molenaarsstraat (sinds 1805 betrokken door de zusters van Liefde), geplaatst tussen december 1860 en augustus 1864 (cfr. M&L, 1999 nr. 4: 17). Constant De Bruycker overleed in zijn geboortestad op 24 juli 1896. In het tijdschrift "Het Belfort" (1896: 232) wordt zijn dood aangehaald naar aanleiding van het overlijden kort ervoor van Xavier De Cock (zie verder): De stad Gent handelt niet naar behooren met hare kinderen, die ietsmeer in het leven betrachten dan stoffelijk welzijn. Veertien dagen vroeger overleed hier een andere kunstschilder, die sedert veertig, vijftig jaar, onze kunstkabinetten had verrijkt met lieve tafereeltjes, die zich ook eene zekere faam had verworven en insgelijks als een braaf, gedienstig, vriendelijk mensch bekend stond: op Constant de Bruycker's begrafenis, die te Gent zelf plaats had, waren nauwelijks een zestal kunstminnaars aanwezig..... [Ook bij de begrafenis van De Cock waren er met moeite kunstenaars aanwezig geweest.] 't Is echter waar: noch Xaveer de Cock, noch Constant de Bruycker hielden van blaai of lawaai; zij leefden stil en afgezonderd, schreven zelven hunnen lof niet in gazetten of tijdschriften, zochten het heil en de vreugde van het leven alléén in de beoefening der Kunst, die, inderdaad, hare oprechte dienaren ruimschoots voldoening geeft voor wat deze, door tegenkanting of miskenning, te ontberen hebben. Dit neemt niet weg dat hij bij leven een "Album amicorum" had ontvangen waaraan tal van Gentse kunstenaars een bijdrage hadden geleverd.
["De verfrissing na het paardrijden" - Artnet]
Jacob Adam Kappey (1826–1908)
Constant de Bruycker (1823–1896) (possibly)
Royal College of Music
Zou Constatin deze man geschilder hebben?
Description
Half length portrait of sitter with sheet music. The painting shows what appear to be pages from the manuscript bassoon part of an untitled worked headed '(Martial)' and of a work entitled 'Per mare, Per terram'. The latter was 'A Martial Dramatic Cantata'. The title is the motto of the Royal Marines, the Chatham Divisional Band of which had Kappey as its bandmaster (1857-97).
Production notes | The artist seems to be unrecorded and may be an amateur. However the Belgian painter Constant de Bruycker (1823-1896) might be a candidate. https://museumcollections.rcm.ac.uk/collection/Details/collect/257 Search Royal College of Music |
---|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten