James Ensor maakt
muziek - HANTA
vrijdag 30 november 2018
Belgium's gratitude
A book of Belgium's gratitude [comprising literary articles]
Cammaerts, Émile ( editor )
Davignon, Henri, 1879-1964
( editor )
Lambotte, Paul, 1862-1939
Locke, William John,
1863-1930 ( editor )
Palacio Luca, Clara Helena
( joint-donor )
Donor:
Luca, Francis Xavier
Place of
Publication:
London ; New York
Publisher:
John Lane, The Bodley Head
Publication
Date:
1916
Related
Item:
Plate [22]: Magdalen
College, Oxford / Jules de Bruycker
checken: plaat? ets van JDB?
JDB oorlog
"The connoisseur : an illustrated magazine for collectors”
LA MORT EN FLANDRE
BY JULES DE BRUVCKER
M. Jules de Bruycker has given us an exceptionally
fine series of etchings, undeniably amongst the most
distinctive work ot the present time. These are
weird and fantastic visions, not possessing the slightest
resemblance to his former work. They depict scenes
founded on nature, but interpreted through a mind
rich in phantasmagoric fancy. In such works as
La Mort en Fiandre, La Moisson, and La Tranchee
he shows remarkable wealth of imaginative power,
convincing effect with an impressive sense of mystery.
LA MORT EN FLANDRE
BY JULES DE BRUVCKER
M. Jules de Bruycker has given us an exceptionally
fine series of etchings, undeniably amongst the most
distinctive work ot the present time. These are
weird and fantastic visions, not possessing the slightest
resemblance to his former work. They depict scenes
founded on nature, but interpreted through a mind
rich in phantasmagoric fancy. In such works as
La Mort en Fiandre, La Moisson, and La Tranchee
he shows remarkable wealth of imaginative power,
convincing effect with an impressive sense of mystery.
Gellner
Opdracht van JDB aan Gellner? Checken bij Didier
Wechsler, James. From World War One to the Popular Front: The Art and Activism of Hugo Gellert. Journal of Decorative and Propaganda Arts (DAPA) #24, Wolfsonian-Florida International University, Spring 2002 [distributed by MIT Press] Wikipedia.
Hugo Gellert (May 3, 1892 – December 9, 1985) was a Hungarian-American illustrator and muralist. A committed radical, much of Gellert's work is agitational in nature and distinctive in style, considered by some art critics as among the best political work of the first half of the 20th century.[who?]
Graphic Witness: Hugo Gellert?
Wechsler, James. From World War One to the Popular Front: The Art and Activism of Hugo Gellert. Journal of Decorative and Propaganda Arts (DAPA) #24, Wolfsonian-Florida International University, Spring 2002 [distributed by MIT Press]
Wechsler, James. From World War One to the Popular Front: The Art and Activism of Hugo Gellert. Journal of Decorative and Propaganda Arts (DAPA) #24, Wolfsonian-Florida International University, Spring 2002 [distributed by MIT Press] Wikipedia.
Hugo Gellert (May 3, 1892 – December 9, 1985) was a Hungarian-American illustrator and muralist. A committed radical, much of Gellert's work is agitational in nature and distinctive in style, considered by some art critics as among the best political work of the first half of the 20th century.[who?]
Graphic Witness: Hugo Gellert?
Wechsler, James. From World War One to the Popular Front: The Art and Activism of Hugo Gellert. Journal of Decorative and Propaganda Arts (DAPA) #24, Wolfsonian-Florida International University, Spring 2002 [distributed by MIT Press]
Hellens: JDB en Rembrandt
Franz Hellens entre mythe et réalité: colloque international - Katholieke Universiteit te Leuven (1970- ). Section de littératures romanes - Google Boeken
Rembrandt...
Verder lezen over JDB
Rembrandt...
Verder lezen over JDB
Ferdinand van Herrewege
Ferdinand van Herreweghe, Jules De Bruycker Synthèsesentimentale – 19 mars 1914.
Broer van de verzamelaar René Van Herreweghe.
Broer van de verzamelaar René Van Herreweghe.
Charles Prudens Buyle
Charles Prudens Buyle (fotograaf). (1901-1979) - Gentbrugge.
Belgische amateur-fotograaf. Combinatie van stijlen - modernisme invmoed.
Jaren dertig werkzaam. Na WO2 liep zijn productie terug. In 1922 lid van de Gentse fotoclub Vooruit (ontslag in 1937).
Contact met Pierre Charles Buyle (via John):
Grootvader Charles was een gekend fotograaf die zijn werk exposeerde tot in Japan en de Verenigde Staten. Zijn werk bevindt zich grotendeels in het FOMU.
"de brieven zijn niet geschonken. Ik heb met de directeur van de universiteitsbibliotheek erover gepraat enkele maanden geleden en zij heeft zelf voorgesteld alles op de site van bibliotheek te zetten" (mail van Pierre Buyle aan JDB)
BUYLE Charles 'In de schaduwvan Sint-Baafs' (1934). Stam. Archief Provinciaal Fotomuseum Antwerpen.
Briefwisseling van Jules De Bruycker aan Charles Prudens Buyle. Ugent.
Brief waarin JDB zich verontschuldigt dat hij niet naar de tentoonstelling van Buyle geweest is in 1938 (Vyncke Van Eyck). (zie Ugent bib)
Foto van Buyle (Saint John Gent):
Charles Buyle (1904-1977), a photograph depicting a baroque sculpture in a museum, signed in pencil and dated 1935, 38 x 26 cm (day measure) and in a contemporary frame.
Grafiek uit de Gentse School
Grafiek uit de Gentse School. Blog
Overzicht van grafici uit verschillende scholen (België). JDB slechts terzijde vermeld.
Overzicht van grafici uit verschillende scholen (België). JDB slechts terzijde vermeld.
donderdag 29 november 2018
Breugel
Bruegel Unseen | canvas.behttps://www.canvas.be/cultuur/bruegel-unseen
Pier den Drol, de nieuwe Bosch
Carel Van Mander (1604) schrijft over Bruegel: “Hij had veel gepraktiseerd, naar de handelingen van Ieroon van den Bosch, en maakte ook veel spokerijen en drollen, waarom hij door velen werd geheten Pier den Drol.”
(zie verder op canvas site)
Wie Bruegel verder digitaal wil ontdekken, kan terecht op de google-site Bruegel Unseen Masterpieces: Een nieuwe kijk op een oude meester. Bruegels meesterwerken zoals u ze nog niet eerder zag. Uren kijkplezier gegarandeerd, leerrijk en soms heel onverwacht en verrassend.
Pier den Drol, de nieuwe Bosch
Carel Van Mander (1604) schrijft over Bruegel: “Hij had veel gepraktiseerd, naar de handelingen van Ieroon van den Bosch, en maakte ook veel spokerijen en drollen, waarom hij door velen werd geheten Pier den Drol.”
(zie verder op canvas site)
Wie Bruegel verder digitaal wil ontdekken, kan terecht op de google-site Bruegel Unseen Masterpieces: Een nieuwe kijk op een oude meester. Bruegels meesterwerken zoals u ze nog niet eerder zag. Uren kijkplezier gegarandeerd, leerrijk en soms heel onverwacht en verrassend.
Bosch
Jeroen Bosch
Hieronymus Bosch Art Documentary with Brian Sewell - YouTube
Invloed op de surrealisten - maar bij JDB fantastisch
realisme
Bosch en….
https://muse.jhu.edu/article/597000/summary
The principal ideas stressed in these reviews can be
summarized as follows: Ingen's work contains the satyrical of George Grosz and
Otto Dix, the vision of Hieronymus Bosch, the mysticism of Jules de Bruycker, a
reincarnation of Pieter Bruegel-all this with a skill, mastery of form and
patience typical of another era. It is evident that the critics were trying to
label and rank my work.
Uit Ons Erfdeel:
We moeten wachten tot het jaar 1902, wanneer op de
tentoonstelling van Vlaamse Primitieven te Brugge drie werken op de naam van
Bosch te voorschijn kwamen, nl. de Ecce Homo van Frankfurt, destijds in bezit
van L. Maeterlinck, een Laatste Oordeel, tans in de kollektie D.E. Evans te
Londen, destijds in de kollektie Pacully te Parijs en de Kruisdraging van Gent.
Een vierde werk, dat in de officiële kataloog werd aangediend als Diableries,
maar in de ‘catalogue critique’ van Hulin de Loo vermeld werd als Les délices
terrestres, was afkomstig uit de kollektie C.L. Cardon te Brussel, dat volgens
Friedländer in 1927 in de kunsthandel te Berlijn was en nog steeds niet is
achterhaald. Het was een goede kopie van het middenpaneel van de Tuin der
Lusten, een van het paneel op doek overgebracht werk van 182×168 cm(8). Het kan
niet het op doek geschilderd middenstuk zijn van Budapest, dat 166×158 meet, in
1894 te Venetië werd gekocht(9) en in de Budapestse kataloog van 1914 werd
aangediend als ‘Songe’ (= droom)(9).
Het is eerst sedert 1907 bij de verschijning van het boek
van Gossart met de merkwaardige titel, die spreekt voor de tijd: La peinture de
diableries à la fin du moyen-âge.
Jérôme Bosch, le ‘faizeur de dyables’ de Bois-le-Duc, dat de Bossche schilder
in de belangstelling is gekomen, niet slechts in de vakliteratuur….
Lezen:
Lezen:
Torens: JDB
Uit: Vlaanderens torens, thema van schilder- en tekenkunst
"Reeds de Vlaamse Primitieven hebben herhaaldelijk met trots Vlaamse toren aangebracht op hun schilderijen, b.v. in het landschap dat de achtergrond vormde van hun religieuze of andere onderwerpen. Bij onze Jan van Eyck bijvoorbeeld kan men deze werkwijze observeren. Dat bewijst dat zij door de Vlaamse torens gefascineerd waren. Dat is immer zo gebleven. In hun spoor hebben ook tal van hedendaagse Vlaamse schilders Vlaanderens torens weergegeven. James Ensor - naar de mening van de internationale kritiek - een der grootsten onder hen, is daar niet aan ontsnapt. Zijn ‘kathedraal’ is waarschijnlijk zijn meest gereproduceerde en meest bekende ets.
Vooral in onze stad Gent worden torens uitgebeeld, want onze stad is wereldberoemd om de indrukwekkende reeks torens die er verrijzen en aan het stadsbeeld een uniek karakter schenken. Bekende Gentse meesters uit de laatste eeuw hebben het toren-thema behandeld.
Vooreerst de grote etser en aquarellist Jules de Bruycker (Gent 29-3-1870 - 5-9-1945), waarvan we vele werken in ons Museum van Schone Kunsten kunnen bewonderen.
Ook is er de schilder en graficus Geo Langie, die (zoals trouwens vele andere levende Gentse artiesten aldanniet in de geest van J. de Bruycker) talrijke werken aan het toren-motief heeft gewijd (zie blz. 75)."
"Reeds de Vlaamse Primitieven hebben herhaaldelijk met trots Vlaamse toren aangebracht op hun schilderijen, b.v. in het landschap dat de achtergrond vormde van hun religieuze of andere onderwerpen. Bij onze Jan van Eyck bijvoorbeeld kan men deze werkwijze observeren. Dat bewijst dat zij door de Vlaamse torens gefascineerd waren. Dat is immer zo gebleven. In hun spoor hebben ook tal van hedendaagse Vlaamse schilders Vlaanderens torens weergegeven. James Ensor - naar de mening van de internationale kritiek - een der grootsten onder hen, is daar niet aan ontsnapt. Zijn ‘kathedraal’ is waarschijnlijk zijn meest gereproduceerde en meest bekende ets.
Vooral in onze stad Gent worden torens uitgebeeld, want onze stad is wereldberoemd om de indrukwekkende reeks torens die er verrijzen en aan het stadsbeeld een uniek karakter schenken. Bekende Gentse meesters uit de laatste eeuw hebben het toren-thema behandeld.
Vooreerst de grote etser en aquarellist Jules de Bruycker (Gent 29-3-1870 - 5-9-1945), waarvan we vele werken in ons Museum van Schone Kunsten kunnen bewonderen.
Ook is er de schilder en graficus Geo Langie, die (zoals trouwens vele andere levende Gentse artiesten aldanniet in de geest van J. de Bruycker) talrijke werken aan het toren-motief heeft gewijd (zie blz. 75)."
Café amusement etc
‘Gand a fini par faire comme les autres.’ De opkomst van het café-concert en variététheater in de laatnegentiende- eeuwse Gentse ‘spektakelmaatschappij’ | Jonckheere | Tijdschrift voor Mediageschiedenis
"Tevens zijn de beeldende kunsten van onschatbare waarde voor de studie van de populaire spektakelzalen. Niet enkel Toulouse-Lautrec of Manet waren aangetrokken tot het populaire spektakelleven in de stad, maar evenzeer een groot aantal lokale kunstenaars. De cafés en spektakelzalen waren immers de ideale uitvalsbasis om de medetoeschouwers of artiesten te schetsen. Zo bevat bijvoorbeeld het werk van de Gentse kunstenaar Jules De Bruycker (1870–1945) veel verwijzingen naar het populaire spektakelleven.70 Dat dergelijk artistiek werk ook inhoudelijk een belangrijke bron van informatie kan zijn bleek onder meer uit de belangwekkende studie The Painting of Modern Life (1985) van de Franse kunsthistoricus T.J. Clark over de Franse café-concerten en hun publiek.71".
Wandelingen door Gent Wereldtentoonstelling
Van Wereldtentoonstelling tot Wereldoorlog
Peter Jacobs
Erwin De Decker
- De sporen van het expo- en oorlogsverleden van Gent
In
1913 was de wereld te gast in Gent. De stad organiseerde een
wereldtentoonstelling die honderdduizenden lokte. Gent wou zich
meten met andere grote steden en maakte zich mooi: de oude
stadskern kreeg een grondige facelift. Het toeristische hart van Gent,
zoals dat nu alom geprezen wordt, dateert van toen. De
expopaviljoenen waren nog maar net gesloopt of in 1914 brak de
Eerste Wereldoorlog uit. De stad werd door de Duitsers omgevormd tot
logistiek hoofdkwartier. Gent was een zogenaamde Etappe, waar de
bezetters vier jaar lang 'thuis' waren - en huis hielden. Het
braakliggende expoterrein werd een moestuin voor de noodlijdende
Gentenaren. Met talrijke unieke historische illustraties en
citaten van ooggetuigen als Karel van de Woestijne en Cyriel Buysse en
Duitse soldaten die in Gent verbleven.
‘De
Gentse Wereldexpositie was een klassieke combinatie van een showcase voor
vernieuwingen en een stevige portie entertainment', schrijven de auteurs. Ze
hebben veel oog voor details. Ze vertellen over de spanningen bij de opbouw,
onder meer met Flaminganten. Ze zetten de rol van de architecten, landen en
industrieën in de verf.
Jacobs
en De Decker schrijven dat ‘de wereldtentoonstelling de kroon was op het werk
van de stadsvernieuwers, die gestimuleerd door burgemeester Emiel Braun - Miele Zoetekoek - vanaf 1897 het
stadscentrum drastisch van uitzicht deden veranderen'. Ze gaan ook in op de
racistische expositie van 128 Senegalezen en 54 Filippino's, de pikante roddels
daarover en andere exotische aspecten.
(Keymeulen)
JDB: karikatuur
JDB als tekenaar van karikaturen….
Karikatuur
Hij, die toen reeds een grandioos caricaturist was, met al
de eigenschappen van een Daumier”.
PS Die kritiek zal steeds weer herhaal worden: “een te
gemakkelijke overgave aan het lollige van het gegeven”. Soms, want KvdW meent
ook dat JDB op zijn best is “wanneer ’t karakteriseerende carikaturale ervan u
doet ijzen om de luchtige afzichtelijkheid” (Huis p. 6)
van de Woestijne, Verzameld journalistiek werk. Deel 11:
Nieuwe Rotterdamsche Courant december 1921 - december 1922 · dbnl
"Het debuut van Jules de Bruycker is dat van zulken
verbitterden delver. Dat ik u zei welk een driftig teekenaar hij was, die zijn
zucht tot typeeren op een heldhaftig vlak wist op te drijven, is hiermede niet
in tegenspraak. Dat typeeren, trouwens aanvankelijk louter caricatuur, was
vermoedelijk niet anders dan het aanhoudend nootjes-knabbelen van iemand die
honger heeft naar gansch een monumentalen roastbeef.
Hij teekende: bedelaars, dutsen van ‘rapins’, vischwijven,
mij-zelf als een seminarist (want in dien tijd was ik de magere beoefenaar van
Ruusbroecsche mystiek); het was verbluffend knap van typeering, enorm geestig
en gevat. Tevens plakte hij behangpapier op burgersmuren, want hij had een
gezin te onderhouden. En dat alles was het natuurlijk teeken van zijn tobben,
want zijn geestige teekeningen waren de overtuigendste blijken van zijne
wraakneming. Geen caricaturist was in dien tijd een schepper van, een
omschepper van leelijkheid, als De Bruycker dat was.
Het zou in vele gevallen weerzinwekkend zijn geweest, zooals
die Straatveger die eenvoudig de dood is, of die onmachtige teekenaar die is de
oneindigste ellende - en Giroux toont talrijke overtuigende modellen daarvan,
uit dien eersten Gentschen tijd -; soms is het niet meer dan eene experimenteele
vaststelling, eene schijnbaar-argelooze weergave van eene werkelijkheid, die nu
eenmaal niets heeft te maken met Raphaëlitische schoonheid; het is weleens
joviaal als een geweldige stomp in de maag; het is nu en dan
arglistig-indringerig als een slechte gedachte. Maar dat …3
JDB schilder
Karel van de Woestijne, Verzameld journalistiek werk. Deel 11: Nieuwe Rotterdamsche Courant december 1921 - december 1922 · dbnl
"Hij was oud genoeg om aan geen hersenschimmen toe te geven. Er was trouwens iets dat hij maar al te goed wist: een goed schilder zou hij nooit zijn geworden; hij was zoo goed als kleurenblind. "
"Hij was oud genoeg om aan geen hersenschimmen toe te geven. Er was trouwens iets dat hij maar al te goed wist: een goed schilder zou hij nooit zijn geworden; hij was zoo goed als kleurenblind. "
JDB karikaturen
JDB als tekenaar van karikaturen….
van de Woestijne, Verzameld journalistiek werk. Deel 11: Nieuwe Rotterdamsche Courant december 1921 - december 1922 · dbnl
https://www.dbnl.org/tekst/woes002verz22_01/woes002verz22_01_0020.php
"Het debuut van Jules de Bruycker is dat van zulken verbitterden delver. Dat ik u zei welk een driftig teekenaar hij was, die zijn zucht tot typeeren op een heldhaftig vlak wist op te drijven, is hiermede niet in tegenspraak. Dat typeeren, trouwens aanvankelijk louter caricatuur, was vermoedelijk niet anders dan het aanhoudend nootjes-knabbelen van iemand die honger heeft naar gansch een monumentalen roastbeef.
Hij teekende: bedelaars, dutsen van ‘rapins’, vischwijven, mij-zelf als een seminarist (want in dien tijd was ik de magere beoefenaar van Ruusbroecsche mystiek); het was verbluffend knap van typeering, enorm geestig en gevat. Tevens plakte hij behangpapier op burgersmuren, want hij had een gezin te onderhouden. En dat alles was het natuurlijk teeken van zijn tobben, want zijn geestige teekeningen waren de overtuigendste blijken van zijne wraakneming. Geen caricaturist was in dien tijd een schepper van, een omschepper van leelijkheid, als De Bruycker dat was.
Het zou in vele gevallen weerzinwekkend zijn geweest, zooals die Straatveger die eenvoudig de dood is, of die onmachtige teekenaar die is de oneindigste ellende - en Giroux toont talrijke overtuigende modellen daarvan, uit dien eersten Gentschen tijd -; soms is het niet meer dan eene experimenteele vaststelling, eene schijnbaar-argelooze weergave van eene werkelijkheid, die nu eenmaal niets heeft te maken met Raphaëlitische schoonheid; het is weleens joviaal als een geweldige stomp in de maag; het is nu en dan arglistig-indringerig als een slechte gedachte. Maar dat …3
woensdag 28 november 2018
Ceunis Gerard
Ceunis, Gerard (Gent, 08.12.1884 - Hitchin, graafschap
Hertfordshire, Engeland, 09.09.1964)
Ceunis werkt hij een tijd in een drukkerij, later gaat hij in
de textielhandel. Uit zijn dagboeken van rond 1906 blijkt hij te dromen
kunstenaar te worden. Hij wou schilderen, maar maakt naam met zijn toneel en essays.
In 1908 richt hij Iris op –een tijdschrift voor literatuur, kunst, sociologie
en wijsbegeerte. Het wordt geen succes en gaat na enkele afleveringen ter
ziele. Ceunis geraakt geïsoleerd en besluit zich toe te leggen op het
schilderen en illustreren van boeken. Hij schrijft zich in 1912 aan de Gentse
Kunstacademie. Vanaf 1914 vestigt hij zich in Engeland tot zijn overlijden.
Ceunis bewondert en werd geïnspireerd door Maurice
Maeterlinck. Hij geraakt bevriend met Johan Daisne via zijn ouders. Daisne
verblijft bij Ceunis in Hitchin en wordt verliefd op de dochter van zijn
gastheer. Eén verhaal uit Daisnes Zes
domino's voor vrouwen (1944) was aan haar gewijd.
Hij wordt ook bevriend met Jules De Bruycker. Die vriendschap
blijkt uit het feit dat talrijke etsen van De Bruycker werden gevonden op een
zolder van het landgoed van Ceunis’ kleindochter.
Johan Daisne: In memoriam Gerard Ceunis, in: Vooruit,
08.10.1964
Christophe Verbruggen: De kronkelige paden van Gerard Ceunis, in:
Zuurvrij : berichten uit het AMVC-Letterenhuis, jrg. 4 (2007), nr. 17, p.
29-35. Staat ook op het internet, zie:
https://biblio.ugent.be/input?func=downloadFile&fileOId=578572
Documentatiemap in de Stedelijke Openbare Bibliotheek
PS
https://biblio.ugent.be/publication/374107/file/6796879
Iris
Er verschenen ook werk van plastische kunstenaars zoals
Albert Baertsoen (derde nummer). Ook van JDB verscheen een tekening in Iris.
Verbruggen schreef dat JDB Ceunis
had leren kennen omdat ze samen studeerden aan de Gentse Academie (dat laatste
lijkt me qua datering niet zo duidelijk, gezien Ceunis zich inschreef in 1912).
G. Ceunis en Gent:
Vóór
zijn twintigste had hij er al een ganse reeks adressen in Gent opzitten:
geboren in de Dekstraat woonde hij achtereenvolgens in de Baliestraat (1886-),
de Hertstraat (1887-), de Bagattenstraat (1890), aan de Zwijnaardsesteenweg
(1891-) en de Ottergemsesteenweg (1900-). Op dit laatste adres verbleef hij tot
1909, zij het met twee korte onderbrekingen (Lübeck, Duitsland in 1907 en Luik
in 1907-1908). Vanaf 1910 woonde hij nog in de Baudelostraat en vanaf 1912 in
de Mercatorstraat. In 1914 vestigde hij zich definitief in het Engelse
Hitchin.
Heins Armand
Armand Heins (1856-1938)
Blogspot Geert Van Damme.
De lijn Heins-Baertsoen-De Bruycker
Een andere Gentenaar die we bij de Société des Aquafortistes Belges aantreffen was de schilder Albert Baertsoen. Hij was tien jaar jonger dan Armand Heins en liet zich op een bepaald moment ontglippen in een brief aan Alfred Bastien (in: L.H., 1973: 1): Aan Armand Heins ben ik veel verschuldigd, aan hem en aan Delvin... Baertsoen zal twee jaar na Heins' etsdebuut debuteren binnen de Brusselse kunstvereniging L'Essor en zoals Heins ontwikkelt hij een voorliefde voor het Vlaamse en Zuid-Nederlandse landschap en een grote voorkeur voor Gentse stadsgezichten, waarbij hij vooral doffe en warme tonaliteiten gebruikt die van hem een kenmerkende Vlaamse impressionist maken. Van Bartsoens Au bord de la digue maakte Heins in 1892 een etsversie, waarbij Bergmans (1915: 101) noteert: Reproduction d'une esquisse d'Albert Baertsoen, appartenant à l'aquafortiste, et où celui-ci a essayé d'interpréter la couleur et les coups de pinceau de son modèle. In hetzelfde jaar zal Heins dan nog Baertsoens La Tamise à Londres onder handen nemen.
Omstreeks 1890 begon Baertsoen zich ook te interesseren voor de etstechiek en (Nagels, 1995: 7) zijn dramatisch belichte, meestal met bisterbruine inkt gedrukte stadsgezichten zijn eerder opgevat als een schilderij dan als een ets. Laat nu net Heins, dixit Bergmans, hetzelfde geprobeerd te hebben op basis van het werk van Baertsoen. Een aantal van Baertsoens etsen waren in 1904 te zien in het Gentse Museum voor Schone Kunsten. Eén van de bezoekers was de 34-jarige Jules De Bruycker, die zich tot dan toe vooral met aquarel had bezig gehouden (Mussche, s.a. 16): Plots wordt dit voor De Bruycker, één van die oogenblikken, beklemmend en verrukkelijk meteen, die beslissen over het leven, één van die zeldzame momenten die in den grond geheel ons leven maken. Hij staat daar vóór hem als de openbaring van zijn taak; als de inspiratie, waarover Nietzsche gejubileerd heeft, en die den mensch geen keuze laat. Hij zal etser worden [...] omdat hij van dit zelfde uur af niets anders meer kan. Zoals Armand Heins twintig (!) jaar voor hem kon ook De Bruycker zich niet wenden tot de Gentse Academie, er was nog steeds geen cursus grafiek, en De Bruycker wendde zich tot de schilder en etser Fritz Van Loo. Heins had het ooit moeten leren uit een handboek van de Parijse uitgever Roret.
Stadsvernieuwing
Voor Braun was het Zollikofer-De Vigneplan maar het begin geweest. De doorsteek van het Zuidkwartier naar het centrum mocht dan wel verwezenlijkt zijn, in de praktijk liep het verkeer opnieuw vast in de stegen van het aloude hart van Gent. Op 13 mei 1896 spreekt hij zich hierover voor het eerst uit in een plenaire zitting van de gemeenteraad (in Capiteyn, 1988: 13): Ik heb slechts één wens: evenveel presteren als mijn voorganger, in zijn spoor wens ik verder te treden. Met dit doel bestudeer ik momenteel een project voor het vrijmaken van de Sint-Baafskathedraal, het Belfort en de Sint-Niklaaskerk. Wanneer ik daarin slaag, hoop ik dat men later van mij zal kunnen zeggen dat ik bijgedragen heb tot de ontwikkeling van de Gentse kunstzin en tot het behoud der Gentse monumenten. Hij is in dit opzet geslaagd en schonk zodoende Gent haar visitekaartje: het uitzicht vanop de Sint-Michielsbrug (gebouwd in 1905) op de drie torens. De Gentenaars waren hierover niet te spreken, spottend noemde men de brug de dromedarisbrug en een kunstenaar als Jules De Bruycker negeerde deze brug halsstarrig in zijn etsen (te dateren omstreeks 1928!) die de Sint-Niklaaskerk voorstellen gezien vanaf de Sint-Michielshelling. Armand Heins daarentegen werkte met volle teugen mee aan het 'plan Braun'.
Sacré tentoonstelling
Edmond Sacré, portret van een stad. Cobra
De ontsluiting van het archief van Edmond Sacré neemt de
bezoeker mee naar het Gent van de belle époque. De tentoonstelling in het STAM
in Gent toont als eerste het bredere oeuvre van deze fotograaf. De catalogus is
een "must have" voor elke liefhebber van historische fotografie.
Elke grote stad is als een levend wezen dat groeit en
permanent verandert.(...)
Dat was in Gent op het einde van de negentiende eeuw niet
anders. Tussen 1880 en 1910 houdt de stad grote schoonmaak. Hele huizenblokken
worden gesloopt, nieuwe straten en pleinen worden aangelegd, historische
monumenten worden weer zichtbaar gemaakt.
Gent, geschiedenis en fotografie
De Gentse fotograaf Edmond Sacré (1851 1921) legt dat nieuwe
Gent, vast in talloze portretten,
landschappen, straatbeelden en opnames van gebouwen en evenementen.
De tentoonstelling in het STAM in Gent toont als eerste het bredere oeuvre van deze fotograaf. Niet alleen in een tentoonstelling, maar ook in een boek.
Cantré adressen:
1877 * - 1892 / Gand, Rue des Douze Chambres,
20<80-82> then 15<83-91> or 15-17<90-91>
1892 * - 1921 + Gand, Rue de la Calandre, 1
Gavarni Daumier karikatuur
JULES DE BRUYCKER
TEEKENAAR EN ETSER
Alvorens ik ze in eenig werk van De Bruycker opmerkte, had ik het bewijs der kunstenaarsvisie dezer gebaren alleen
gezien in caricatuur, — Gavarni, Daumier...
Zelfportret
"Jules De Bruycker poseert in zijn Zelfportret als een observator. Kritisch kijkt hij naar zichzelf en de wereld. Op de afvalberg van de maatschappij achter hem is – zo blijkt uit een bord – ook een ‘Bibliotheek van hoge geleerdheid’ beland. De ets staat afgebeeld in het boek dat Achilles Mussche maakte over deze vader van de moderne grafiek in België. “
Jules De Bruycker // Zelfportret | Walden
checken bij John
zie ook de buddha
JDB
Nous avons déjà eu l'occasion, lors d'une précédente
chronique, de parler de Jules De Bruycker, une sorte de Breughel du cuivre,
homme étrange, aux conceptions naturellement étranges, qu'il grave d'un burin énergique, qu'il éclaire de lumières riches, dorées, puissantes.
Nous espérons pouvoir donner un
jour à nos lecteurs un dessin de ce remarquable artiste, mais De Bruycker n'est pas facile à rencontrer, et,
fût-il devant vous, la porte
entr'ouverte, il est homme à vous répondre que M. De Bruycker est en voyage! Ses manies ont raison si son exil de ce monde nous donne des
œuvres curieuses, vues dans un
autre, plus intense, fantastique; ses
Marchés sont inénarrables, extraordinaires. Son Dévot à la mine béate, assis
bien confortablement dans l'église, une chaise dans le dos, une
Gent Wereldtentoonstelling stadsvernieuwing
"Het is een dualiteit
die kenmerkend is voor Gent. Met de wereldtentoonstelling van 1913 in aantocht rees
de vraag naar een herkenbaar en
makkelijk communiceerbaar beeld van de stad. De drie torens van Gent werden vrijgemaakt. De aanleg van de
Sint - Michielshelling als een balkon over de stad leverde
uiteindelijk het iconografisch synthesebeeld op van de drie torens van
Gent. Heins vond dat deze reductie
van Gent tot één beeld de stad geen recht aan deed. Gent is een fragmentarische stad en moest volgens hem
zo voorgesteld en beleefd worden.
Bart Verschaffel omschreef eind de
jaren tachtig Gent als een
stad zonder gezicht, zonder duidelijk
centrum. De vrijmaking van de monumenten in de historische stad creëerden geen centrum of helderheid,
maar een leegheid. "
JDB: Ieper, Maere....
RV Jules de Bruycker 1870 – 194 5 born Ghent, Belgium; died
Ghent, Belgium Ieperen de Slechte Maere ( Ypres – the Grim Reaper ), 1916 etching
Museum purchase: Letha Churchill Walker Memorial Art Fund, 1993.0319
Jules de Bruycker
1870–1945
born Ghent, Belgium; died Ghent, Belgium
Ieperen de Slechte Maere (Ypres–the Grim Reaper), 1916
etching
Museum purchase: Letha Churchill Walker Memorial Art Fund, 1993.0319
born Ghent, Belgium; died Ghent, Belgium
Ieperen de Slechte Maere (Ypres–the Grim Reaper), 1916
etching
Museum purchase: Letha Churchill Walker Memorial Art Fund, 1993.0319
Jules De Bruycker
dedicated most of his career to recording the old quarters of his native city
of Ghent, Belgium, but he relocated to London during the First World War, where
had made several virulent images about the War. The expatriate artist worked
from photographs of the War that were published in the contemporary press. He
also drew inspiration from earlier Flemish artists with whom he shared a
satirical bent, notably, Pieter Bruegel the Elder (1525–1569).
On November 22, 1914,
amidst heavy bombardment, a great conflagration consumed the medieval cloth
hall in Ypres, Belgium. De Bruycker has captured the moment that the bell
crashed to the earth from the burning tower of the cloth hall. Not long after,
the remainder of the city was destroyed. De Bruycker has conflated the 1914
attack with the second battle of Ypres, in which the Germans used chlorine gas.
This is indicated by the gas mask and bomb labeled “GAZ” in the lower left, and
perhaps by the demon who is perched on the Reaper’s scythe, about to hurl a
bomb.
De Bruycker dedicated
this impression of De
Slechte Maere to
his wife. Later he also inscribed it with the dates “1914–1918 1939–1940” in
clear allusion to the second occupation of Belgium by German forces.
SG
SG
Abonneren op:
Posts (Atom)
Daumier
Honoré Daumier, Het drama (ca 1860) (oil on canvas)
-
Constantinus De Bruycker (1823-1896), een neef van de vader van JDB en een kunstschilder met een zekere reputatie (hij participeerde aan de ...
-
D.135 ALBUM "SITES ET VISIONS DE GAND" checken of ik geen werken bespreek na de aankondiging van het verschijnen van...
-
Hotel Ganda Wanneer Karel van de Woestijne ca. 1910 uit Brussel op bezoek kwam naar Gent, logeerde en at hij in het hotel-restauran...