Ceunis, Gerard (Gent, 08.12.1884 - Hitchin, graafschap
Hertfordshire, Engeland, 09.09.1964)
Ceunis werkt hij een tijd in een drukkerij, later gaat hij in
de textielhandel. Uit zijn dagboeken van rond 1906 blijkt hij te dromen
kunstenaar te worden. Hij wou schilderen, maar maakt naam met zijn toneel en essays.
In 1908 richt hij Iris op –een tijdschrift voor literatuur, kunst, sociologie
en wijsbegeerte. Het wordt geen succes en gaat na enkele afleveringen ter
ziele. Ceunis geraakt geïsoleerd en besluit zich toe te leggen op het
schilderen en illustreren van boeken. Hij schrijft zich in 1912 aan de Gentse
Kunstacademie. Vanaf 1914 vestigt hij zich in Engeland tot zijn overlijden.
Ceunis bewondert en werd geïnspireerd door Maurice
Maeterlinck. Hij geraakt bevriend met Johan Daisne via zijn ouders. Daisne
verblijft bij Ceunis in Hitchin en wordt verliefd op de dochter van zijn
gastheer. Eén verhaal uit Daisnes Zes
domino's voor vrouwen (1944) was aan haar gewijd.
Hij wordt ook bevriend met Jules De Bruycker. Die vriendschap
blijkt uit het feit dat talrijke etsen van De Bruycker werden gevonden op een
zolder van het landgoed van Ceunis’ kleindochter.
Johan Daisne: In memoriam Gerard Ceunis, in: Vooruit,
08.10.1964
Christophe Verbruggen: De kronkelige paden van Gerard Ceunis, in:
Zuurvrij : berichten uit het AMVC-Letterenhuis, jrg. 4 (2007), nr. 17, p.
29-35. Staat ook op het internet, zie:
https://biblio.ugent.be/input?func=downloadFile&fileOId=578572
Documentatiemap in de Stedelijke Openbare Bibliotheek
PS
https://biblio.ugent.be/publication/374107/file/6796879
Iris
Er verschenen ook werk van plastische kunstenaars zoals
Albert Baertsoen (derde nummer). Ook van JDB verscheen een tekening in Iris.
Verbruggen schreef dat JDB Ceunis
had leren kennen omdat ze samen studeerden aan de Gentse Academie (dat laatste
lijkt me qua datering niet zo duidelijk, gezien Ceunis zich inschreef in 1912).
G. Ceunis en Gent:
Vóór
zijn twintigste had hij er al een ganse reeks adressen in Gent opzitten:
geboren in de Dekstraat woonde hij achtereenvolgens in de Baliestraat (1886-),
de Hertstraat (1887-), de Bagattenstraat (1890), aan de Zwijnaardsesteenweg
(1891-) en de Ottergemsesteenweg (1900-). Op dit laatste adres verbleef hij tot
1909, zij het met twee korte onderbrekingen (Lübeck, Duitsland in 1907 en Luik
in 1907-1908). Vanaf 1910 woonde hij nog in de Baudelostraat en vanaf 1912 in
de Mercatorstraat. In 1914 vestigde hij zich definitief in het Engelse
Hitchin.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten