woensdag 29 mei 2019

Cotman: Kunstwereld 1880-1914

Vriend Spencer (Frank Cotman) schreef ooit (1987) een proefschrift over schilders in Gent (1880-1914). Precies de periode waarin JDB opgroeide en kunstenaar werd.


Frank Cotman,  WANT ER KOMEN ANDERE TIJDEN ... OVER SCHILDERS EN DE GENTSE KUNSTWERELD 1880-1914. Ugent.






"Ze zijn echter allemaal ontstaan uit de belangrijke 'Cercle Artistique et Littéraire' (CAL) gesticht in I879. De bestuursleden van de CAL behoren prak-tisch allemaal tot de liberale franssprekende industriële Gentse burgerij. De kunstenaars-bestuursleden zaten haast allemaal op de academische lijn. Er zitten ook heel wat leraars van de Gentse Academie bij : Polidoor Allaert, Constant de Bruycker, Jean Delvin, Armand Heins, Louis Maeterlinck, Louis Van Biesbroeck. Buitenbeentjes binnen het bestuur zijn Albert Baertsoen en Gustaaf Den Duyts maar die komen dan weer uit belangrijke liberale families. (20)"

dinsdag 28 mei 2019

Drukkerij/grafiek


 Interessante tentoonstelling in Gent (MIAT). Permanent.

DRUKKERIJAFDELING | Industriemuseum





Drie eeuwen grafische industrie

Ontdek de gloednieuwe én uitgebreide drukkerijafdeling van het Industriemuseum.

De afdeling neemt je mee naar de drukkerijen van weleer. Een wervelende reis doorheen drie eeuwen grafische industrie. Van 1750 tot vandaag. Fascinerende foto’s, knap drukwerk, sierlijke letters en imposante drukpersen laten je proeven van de grafische (r)evoluties van de voorbije eeuwen. Geen typische tijdlijn vol historische ijkpunten, maar een interactieve, met verhalen doorspekte expo.


De collectie van het Industriemuseum is ronduit indrukwekkend!

Gepassioneerde vakmensen en vrijwilligers hebben doorheen de jaren de vele drukpersen gerestaureerd en onderhouden, waardoor de meeste machines vandaag opnieuw draaien. Je vindt hen regelmatig op één van de maakplekken, waar ze diverse druktechnieken en -machines demonstreren.

Doorheen de tentoonstelling maak je ook je eigen minizine. 

zaterdag 25 mei 2019

Van Campenhout

Als Jules D.B. bijna dagelijks brieven stuurde naar zijn drukker Van Campenhout schrijft hij het meest -

VAN CAMPENHOUT
IMPRIMEUR D’ART
23 RUE DU CONSEIL
BRUXELLES




Soms gebruikte hij ook -

MONSIEUR VAN CAMPENHOUT
TAILLE DOUCIES
23 RUE DU CONSEIL
/XELLES

Wat inhoudt, dat Van Campenhout een, heel grote rol speelde in de manier van het drukken van de werken.

(John DB)?

dinsdag 21 mei 2019

Albrecht Rodenbach: Klokke

Klokke Roeland van Albrecht Rodenbach

Voorzang.

Boven Gent rijst
eenzaam en grijsd
't oud Belfort, zinbeeld van 't verleden,
Somber en grootsch,
steeds stom en doodsch,
treurt de oude Reus op 't Gent van heden.
Maar soms hij rilt
en eensklaps gilt
zijn bronzen stemme door de stede.

Toezang.

Trilt in uw graf, trilt, gentsche helden,
gij, Jan Hyoens, gij, Artevelden:
 ‘mijn name is Roeland, 'k kleppe brand
en luide storm in Vlaanderland.’

Voorzang.
Een bont verschiet
schept 't bronzen lied
prachtig weêrtooverd mij voor de oogen;
mijn ziele erkent
het oude Gent;
't volk komt gewapend toegevlogen.
't Land is in nood:
 ‘Vrijheid of dood!’

De gilden komen aangetogen.

Toezang.
'k Zie Jan Hyoens, 'k zie de Artevelden,
en stormend roept Roeland den helden:
 ‘mijn name is Roeland, 'k kleppe brand
en luide storm in Vlaanderland.’
Voorzang.

O heldentolk,
O reuzenvolk,
O pracht en macht van vroeger dagen;
O bronzen lied,
'k wete uw bedied,
en ik versta 't verwijtend klagen.
Doch wees getroost:
zie 't oosten bloost
en Vlaandrens zonne gaat aan 't dagen.

Toezang.
Vlaandren die Leeu! Tril, oude toren,
en paar uw lied met onze koren:
zing: ‘Ik ben Roeland, 'k kleppe brand
luide triomfe in Vlaanderland.’

Opgenomen in het populaire liedboek:



 

zondag 19 mei 2019

Ensor Viswijven

De melancholische viswijven | MSK Gent





In 2015 ging er in veilinghuis Sotheby’s New York een uitzonderlijk schilderij van de Oostendse schilder James Ensor onder de hamer. Het kunstwerk, getiteld Les Poissardes mélancoliques en afkomstig uit de verzameling François Franck, één van de mecenassen van Ensor, is een belangrijk werk in het oeuvre van de kunstenaar. De schilder vermengt er namelijk twee van zijn geliefde thema’s in: de volkse types uit de vissersbuurt van zijn thuisstad en de groteske skeletten die in veel van zijn andere schilderijen voorkomen. Het werk was bovendien niet enkel opvallend om kunsthistorische redenen. Met een verkoopprijs van bijna 7.000.000 USD was het meteen ook het duurst verkochte werk van Ensor ooit op de open markt.

Bruikleen in Gent

Gezien de onbetwistbare hoge kwaliteit, de levendige stijl en de boeiende iconografie heeft het schilderij alle troeven om de kunst van Ensor nog meer geliefd te maken bij het Belgische en, bij uitbreiding, Europese publiek. De nieuwe eigenaar ging daarom op zoek naar de ideale plaats om het tentoon te stellen, en het MSK stelde zich kandidaat om het werk een nieuw tijdelijke thuis te bieden. Vanaf het najaar 2016 kreeg het museum het uitzonderlijke werk ook in bruikleen. De eigenaar deelde immers de mening dat het werk perfect past tussen de schilderijen van Ensor en zijn tijdgenoten die al in het Gentse museum te zien zijn. 

vrijdag 17 mei 2019

Hellens En Ville Morte


Titel

Hellens' debuut En ville morte (1906), dat als ondertitel Les scories. Scorries wordt wel eens vertaald als ‘het schuim’ en doet als woord denken aan het Nederlandse schorremorrie. In elk geval heeft het woord een negatieve bijklank.  

Partie mauvaise, inutile ; déchet : Des scories dénaturent ce texte.

B. − Par métaphore ou au figuré Partie d’une chose ou plus rarement d’un être, concret ou abstrait que l’on considère comme sans valeur, de qualité médiocre ou mauvaise et que l’on élimine. Synonyme déchet, résidu.Les scories d’une époque, du progrès; débarrasser, nettoyer, purifier quelque chose de ses scories. Je rêvais des réformes futures, où la philosophie du christianisme, dégagée de toute scorie superstitieuse (…) resterait la grande école de l’humanité (Renan, Souv. enf., 1883, page 311).Pour ce prince [le futur Régent] (…) M. de Saint-Simon (…) ne veut connaître que l’être généreux et fin, caché sous les scories du roué (La Varende, Saint-Simon, 1955, page 35).
En particulier Synonyme de impureté.Le guichet de cette porte, bouché par des scories semblables à celles que les restaurateurs inventent pour vieillir des bouteilles adultes (Balzac, Cous. Pons, 1847, page 176).Le silence est le lieu d’élection des évolutions d’âme. Dès que l’entraînement du verbe disparaît, l’immobilité se fait, les scories gagnent le fond, et les clartés se lèvent (Estaunié, MmeClapain, 1932, page 249).

Hellens en JDB flaneren door de stad en worden getroffen door het verdwijnen van het oude vergeten Gent (tenminste voor Hellens)





Illustratie voor En Ville Morte van Franz Hellens
Organisatie
Museum voor Schone Kunsten Gent
Objectnaam
potloodtekening lavis
Objectnummer
1932-ET-1
Collectie
prentenkabinet
Vervaardiger
Jules De Bruycker (ontwerper)
Materiaalbeschrijving
potlood en contépotlood, gewassen, op papier

Ville Morte Brugge


J.D.B. 396 EN VILLE MORTE // DE DODE STAD BRUGGE "19.."








PS
Gent:



B0364 EN VILLE MORTE 


donderdag 16 mei 2019

Jules De Cuyper



Alfons De Cuyper (Leuven, 1887 – Gent, 1950) volgde de lessen aan de Koninklijke Akademie voor Schone Kunsten te Gent, onder meer bij Jean Delvin.





Bij de aanvang van zijn schildersloopbaan in 1913 ondernam Alfons De Cuyper een studiereis in Italië. Hij reisde in het gezelschap van zijn klasgenoot Jules Verwest. Hij maakte er vele studies.

In Gent sprak hem vooral het pittoreske oude stadscentrum aan. Het is karakteristiek dat Alfons De Cuyper van meet af aan een voorliefde had voor dat Gentse kaaileven, met komen en gaan van mensen en paarden tegenover het decor van de Gentse woonhuizen en de silhouetten van de Gentse torens.


Zijn kunst evoceert de impressionistische romantisch-dramatische stadsgezichten van Albert Baertsoen met een identieke romantische ingesteldheid en de nadruk op de rust en het verstilde.

Baertsoen vatte een spontane sympathie op voor de jonge kunstenaar en bezocht Alfons De Cuyper regelmatig, gaf hem wenken en moedigde hem aan. Ook de Cuyper had een grote bewondering voor de kunst van Baertsoen.

Als de sneeuwgezichten van De Cuyper vol nevelige winterstemming aan Baertsoen herinneren, dan sluiten de meer zonnige stadsgezichten met de drukke markten en bloemenstalletjes meer aan bij het luminisme.

In de jaren veertig had De Cuyper ook een voorliefde voor oogsttaferelen waarin de goudglans van het koren en het trillend zonlicht als het ware een gloed tovert omheen de boeren en boerinnen, wagens en paarden.

Hij had zijn atelier in Het Pand in Gent. Hij gebruikte er de voormalige refter als tentoonstellingsruimte.

In 1924 werd Alfons De Cuyper benoemd tot leraar aan de Koninklijke Akademie voor Schone Kunsten te Gent.




Fruitmarkt Gent






Gent in de Sneeuw

Patershol


VDW:

Ontmoetingen in het atelier van Jules De Praetere in de Korte Kalverstege (midden het Patershol, straatje dat uitgeeft op het Oudburg).

Uit Literair Gent

In 1896 bezocht Karel van de Woestijne Julius de Praetere in diens atelier in het Patershol, Korte Kalverstege 1 (nu hoekhuis van de Trommelstraat), de voormalige bidkapel van het pand van de geschoeide Karmelieten. Hij ontmoette er ook voor het eerst de tekenaar-etser Jules de Bruycker en de schilder Alfons Dessenis. "Vele zomeravonden bracht ik door met mijn vriend, in dezes huis, dat was een klooster van vroegere tijden. Daar ging ik heen na dagwerk, en vond er rust voor de moede leden, sprekende over daden en gedachten met mijn vriend, die was een schilder (...) Die zaal waar we zaten was zeer groot, en had hooge bogens die tot bij den grond neerdaalden, en waarin gebeiteld waren welige lofspreuken aan God." ("Fragment", 1898) In het atelier kwam ook Herman Teirlinck, werd er gediscussieerd over anarchisme en werd onder meer Streuvels' "Lenteleven" gedrukt op een handpers van De Praetere.



* invoegen 






"Vroeger heette deze straat de Korte Kalverstege: "En ik weet niet waar de smalle straat, die tusschen de gore, overhellende trap-huizen, dezen wijk binnen leidt, haar naam aan dankt; maar zij heet, grotesk en war-zinnig als een middeleeuwschen spuwer aan een kerk-toren: Korte-Kalversstege..." In feite leidt niet de Korte maar de Lange Kalverstege binnen in het Patershol."






"Op 19 april 1900 verliet De Praetere het Patershol en verhuisde hij naar Sint-Martens-Latem. Hij trok daar eerst in bij zijn vriend Karel van de Woestijne in de Laethemstrate 16, om later verderop in dezelfde straat alleen te gaan wonen."


Foto van de Trommelstraat. Atelier van De Praetere via de binnenkoer:

RS

RS





google view







maandag 13 mei 2019

FETES POPULAIRES BRUXELLES


FETES POPULAIRES BRUXELLES (232) 1928
H 418-B 368
L.R.149


 
Een volskfeest en soort optocht met veel teksten en opschriften zoals Viva Breugel en een dier met in de mond een tekst ‘Petites Breughels”. (checken). 

La Bourse de Bruxelles (1929)

LA BOURSE DE BRUXELLES (263) (1929 )
H 504-B 406
L.R.167




Typisch JDB: de titel la Bourse is misleidend gezien we het gebouw helemaal niet te zien krijgen. Het is wel een beeld vanuit dat gebouw (in spiegelbeeld). JDB verkiest een beeld ("pandemodium") van een massa waarin gedomineerd door reclameboodschappen.



"De Bruycker's busy etching of the vicinity of the stock exchange, Bruxelles, Jour de Bourse de Bruxelles (Brussels, Stock Exchange Day, cat. no. 40) does not show the exchange building. While it is difficult to reconstruct, this image of 1930 appears to be a view from a window within the Bourse itself, with Mausstraat to the left, looking across Anspachlaan to Van Praetstraat. If this is correct then the image has been reversed in the process of etching. Despite his stated intentions, De Bruycker has preferred to turn his back on the enormous neoclassical stock exchange to depict the riot of advertising and the turmoil of the populace at this convergence of six streets. Unlike Ensor's somewhat analogous drawings preparatory to his Entry of Christ into Brussels the texts in this image do not offer access to a personal vision or subversive allegory, rather, they, and the frenetic activity around them, affirm a tangible and actual pandemonium.[97]"


Ensor

97. For Ensor's drawings see Hoozee, James Ensor, Dessins et Estampes, pp. 107-119; see especialy Ensor's drawing "LA VIVE ET RAYONNANTE. L'ENTRÉE A JÉRUSALEM," of 1885, Museum voor Schone Kunsten, Gent. 

Bleu de cobalt: James Ensor : un peintre démasqué ? (2)
https://bleudecobalt.typepad.com/bleudecobalt/2010/01/james-ensor-un-peintre-d%C3%A9masqu%C3%A9-2.html 






J.D.B. 263 LA BOURSE DE BRUXELLES 1929
H 504-B 406. L.R.167


De Ronde van België
De winnaars waren in die tijd:

1927 · Paul Matton
1928 · Jules Vanhevel
1929 ·Armand Van Brueane

“De Ronde van België (sinds 2013 Baloise Belgium Tour) is een meerdaagse wielerwedstrijd die jaarlijks in België wordt verreden. De wedstrijd werd voor het eerst in 1908 verreden en vervolgens, met uitzondering van de beide wereldoorlogen, jaarlijks tot en met 1981. Toen ondervond de ronde het nadeel van de Belgische wielercultuur waar de nadruk veel meer op de eendaagse wedstrijden lag. De ronde is de twintig jaar die volgden af en toe georganiseerd. Vanaf 2002 vond er weer jaarlijks een editie plaats. Met de invoering van de UCI ProTour in 2005 leek de ronde op te gaan in de Eneco Tour, maar ze bleef toch bestaan. Ze maakt sindsdien deel uit van het Europese continentale circuit.”


zondag 12 mei 2019

JDB kalender


"Tenslotte liet een goede huiskamer ook zien dat de huisvrouw lid was van de K AV. Het meest opvallende symbool van dit lidmaatschap was de wandkalender die de vrouwenorganisatie jaarlijks uitgaf. Op deze kalender stond een reeks reproducties van 20ste-eeuwse Belgische schilderijen met volkse of religieuze taferelen".138

8 De KAV reproduceerde onder meer schilderwerken van Jules De Bruycker (1870-1945) en Alfred Ost (1884-1945) in de wandkalender.

zaterdag 11 mei 2019

Onderste Boven





Masereel oorlog



Vanaf 2 april 2017 loopt een grote tentoonstelling over Frans Masereel in Mu.Zee in Oostende. In de tentoonstelling zijn ook twee houtblokken van Masereel uit de collectie van Amsab-ISG opgenomen.
Een eeuw geleden, in 1917, sneed Frans Masereel Debout les morts. Résurrection infernale, een vlijmscherpe aanklacht tegen de gruwel van de Eerste Wereldoorlog.
Debout les morts, een reeks van negen houtsneden en een frontispice, werd een van Masereels meest bekende en tegelijk ook meest geëngageerde werken. Het begin ook van wat kenmerkend zou worden voor zijn later werk: reeksen houtsneden, zonder woorden, waarin hij op een scherpe, rake manier een beeld schetst van zijn tijd. Dikwijls doorspekt met humor, bedoeld om door iedereen begrepen te worden, verspreid onder de vorm van betaalbare beeldromans.

Honderd jaar later is het werk van Masereel nog altijd actueel, zijn antimilitarisme en pacifisme, zijn, ondanks alle onheil, optimistische levenshouding. Het zal geen toeval zijn dat juist nu de belangstelling voor zijn werk overal opflakkert. Er is de tentoonstelling die loopt van 2 april tot 3 september en in juni gaat een nieuwe film over Masereel in première (daarover meer in een volgende nieuwsbrief).
De tentoonstelling in Oostende brengt het werk van Masereel,  waaronder twee blokken uit de collectie van Amsab-ISG, in dialoog met de huidige samenleving via het werk van hedendaagse kunstenaars uit Europa, het Midden-Oosten, Afrika en Amerika: Mary Evans, Anton Kannemeyer, Glenn Ligon, Dan Perjovschi, Billie Zangewa, William Kentridge, Philip Aguirre y Otegui, Slavs and Tatars, Kerry James Marshall en Papa Mfumu’eto 1er. De tentoonstelling benadrukt de maatschappelijke betrokkenheid van de kunstenaars. Zoals Masereel benaderen ze onderwerpen die hen persoonlijk aangrijpen en die ze bespreekbaar maken door ze om te zetten in beelden.
Frans Masereel en hedendaagse kunst: verzet in beelden
Mu.ZEE, Oostende, van 1 april tot 3 september 2017

vrijdag 10 mei 2019

Hellens en Van de Woestijne

Hellens (1881-1972) was een generatiegenoot van Karel Van de Woestijne (1878-1929). Zij werden vrienden als kronikeur van de Fransschrijvende Gentenaars bleef VDW zijn werk volgen. Er is dus een grote kans dat Van de Woestijne Hellens verwezen heeft naar JDB als mogelijk illustrator van de roman.

RS: Later (1910) zal Karel Van de Woestijne schrijven dat hij “een brok van een prachtboek” vertaald heeft van de jonge Gentse schrijver Franz Hellens. Hij looft de roman omdat Gent er voorgesteld wordt in een “haast-hallucineerende suggestie”. Het bleef bij plannen.


Mieke Musschoot, Verschuivingen en Ontgrenzingen


Op 3 november 1910 (of 1911) schrijft Karel van de Woestijne aan Herman Robbers, redacteur van Elsevier’s geïllustreerd maandschrift, dat hij ‘een brok [vertaalt] van een prachtboek door een jong Gentsch schrijver, Franz Hellens.

In dit boek, zo voegt hij eraan toe, ‘wordt de avond in Gent heerlijk opgeroepen. Het is zeer hooge kunst van haast-hallucineerende suggestie.’1

Hij biedt zijn vertaling, met illustraties, ‘die geheel klaar zijn, en die eveneens denavond te Gent evoqueeren,’ voor publicatie in Elsevier’s aan. Hij zou er ‘overschrijver en teekenaar, eene inleidende nota’ bij bezorgen. In een volgende brief aan Robbers zegt Van de Woestijne dat hij het stuk in een ander tijd-schrift zal plaatsen en dat hij voor Elsevier’s aan het uitwerken is wat hij over de illustrator van Hellens’ boek, Jules de Bruycker, wou schrijven. Dat is ook de laatste keer dat het plan in de correspondentie met Robbers nog ter sprakekomt.

Een zeer indringende, lange bijdrage over DeBruycker is wél verschenen in het aprilnummer 1912 van Elsevier’s, mét daarin verwerkt een klein fragment van de vertaling van Hellens’ ‘Les soirs de Gand’ uit de novellebundel Les Hors-le-Vent, die dateert uit 1909.

Ook Van de Woestijne werd in het Frans opgevoed, zoals vrijwel alle zonen en dochters uit de betere kringen in die tijd. Zijn middelbare studies deed hij evenwel niet bij de Jezuïeten maar aan het Gentseatheneum, waar hij sterk onder de invloed kwam van enkele Vlaamsgezinde leraren. Maar hij heeft, als ‘een bevoorrecht getuige’3 uitvoerig over zijn Franstalige generatiegenoten bericht in tal van opstellen en essays. Veel van die teksten zijn bekend.

Veel van wat niet gebundeld werd door Van deWoestijne zelf werd door P. Minderaa opgenomen in de door hem verzorgdeeditie van Van de Woestijnes Verzameld werk. Maar er is nog veel dat nauwe-lijks aandacht heeft gekregen en dat onopgemerkt is gebleven in de uitge-breide journalistieke bijdragen die de dichter, vanaf 1906 tot zijn dood in1928, schreef als Brussels correspondent voor de Nieuwe Rotterdamsche Cou-rant. Minderaa maakte voor het Verzameld werk slechts een selectie. Het verzamelde journalistieke werk is uitgegeven in vijftien delen tussen 1986 en1995 door Ada Deprez en bevat nog een rijke bron aan onbestudeerd materiaal, zoals ook al werd opgemerkt door Frans de Haes. 

Ik blijf eerst nog even stilstaan bij de vriendschappelijke relatie tussen de twee vrienden Hellens en Van de Woestijne, die elkaar vóór het uitbreken van de oorlog geregeld ontmoetten, niet alleen in Gent maar ook in Brussel, en die samen lange gesprekken over literatuur voerden.
(Musschoot)


VDW is de kronikeur van Belgische kunstenaars.
In het symbolismenummer van het tijdschrift Vlaanderen wordt ze een ‘Pléiade’ genoemd: ‘Zeven auteurs, geboren in Vlaanderen maar met Frans als moedertaal.’2

Hun vaderland is Vlaanderen en zij bezingen het in het Frans: een intrigerende paradox waar velen zich blijvend over verwonderen. Er zijn twee schrijvers uit Antwerpen: Georges Eekhoud (1854-1927) en Max Elskamp (1862-1931) en vijf Gentenaren, van wie er maar liefst vier werden gevormd in het jezuïetencollege Sainte-Barbe: Franz Hellens (1881-1972), Maurice Maeterlinck (1862-1949), Charles van Lerberghe (1861-1907) en Georges Rodenbach (1855-1898). Die laatste is niet een echte Gentenaar maar een klasgenoot en boezemvriend van Emile Verhaeren (1855-1916) in het Sint-Barbaracollege. Van de Woestijne zelf heeft aan de beroemde namenreeks vaak nog die van Gregoire Le Roy toegevoegd.






Ets VIEUX PARIS 1920


J.D.B. 116 VIEUX PARIS 1920
Super staat.
Uniek exemplaar (M.)
Dit is het J.D.B. - 115
Rue de la Putterie. De artiest draaide de plaat om, maakte van de straat daken en van de daken kasseistenen
H 264-B 198
L.R.N.M.


De stadsvernieuwing

Huys: een andere versie waarbij JDB enkel de rechter bovenhelft van de plaat zou gebruikt hebben. En gedraaid. De lucht als kasseien. Met figuurjes... (76). 


 Huys (76): draaien van de plaat (180 graden), op zijn kop gezet - en dan afgewerkt.

Huys (80): in catalogus van de JDB tentoonstelling in Sint-Niklaas (1993) (32-33) staan beide prenten Vieux Bruxelles en Vieux Paris naast elkaar (80)

Huys spreekt (76) van 1908 voor Vieil Enclos (zie ook Leroy).

In zijn beroemde gedicht ‘Le cygne’ deed Charles Baudelaire de wrede uitspraak dat de stad sneller verandert dan het hart van een mens: ‘Le vieux Paris n'est plus (la forme d'une ville / Change plus vite, hélas! que le coeur d'un mortel)’.



B0221 RUE DE LA PUTTERIE A BRUXELLES

donderdag 9 mei 2019

De Bruycker behanger

Dubbele wegwyzer der stad Gent en der provincie Oost-Vlaenderen

 

 

Affiche: Acamedie

007 ACADEMIE ROYALE DU TEERLINCK 


Gentsch Hutsepot affiche

002 GENTSCHE HUTSEPOT(1901)


Theaterrevue. 

Satire op actuele thema's: "weg met de senuiverwet" in het familie theater Lion d'Or' (1901).

 

 
b



PS


Nen Gentschen hutsepot : lokale revue in 3 bedrijven

Jules Antheunis, Hector Van Seymortier, Theo Lebrun Published in 1901 in Gent by Vanden Hoeck

Revuetheater:





De Hippodroom bood een onderdak voor het blijspel in drie bedrijven, ‘Aangebrande Hutsepot’.155[068]



Er waren ook heel wat satirische revues te vinden in Gent. Een eerste voorbeeld hiervan was ‘T’es zûu laete!’232 dat een klacht neerlegde tegen de ‘dreupelbelasting’ of ‘t senuiverwet’.“


Onz’felle diplomaten
Hen weere wa gedaan,


De kasse was vol gatenze moesten ‘monnink’ slaandeur hilder vieze kuredie zatten z’in de krotdat en kost nie meer blijve durener was niet meer in den poten rap haân ze ‘t middelvastz’hen ons druipelke belast (Jonckheere)


Gravensteen

Gent 1913 | Verleidelijk decor : De reconstructie van het Gravensteen

https://gent1913virtueel.be/exhibits/show/verleidelijk-decor/het-gravensteen/de-reconstructie-van-het-grave

Commission des Monuments de Gand 

De historische oost-westas van de Kuip start letterlijk en figuurlijk met het Gravensteen. Voor de Stedelijke Commissie van Monumenten was het een eerste reconversiecasus die haar op termijn veel geloofwaardigheid opleverde. Het Gravensteen was in de negentiende eeuw een waar ‘bedrijvencentrum’. De burcht was bedolven onder fabrieksgebouwen, arbeiderswoningen en cafés. Enkel de toegangspoort herinnerde aan een middeleeuws verleden. Toen de industrie zich verplaatste naar de buitenrand, bleef het Gravensteen verloederd achter. De eerste plannen (1885) om de motte af te breken en te verkavelen kenden geen succes. Stad en Belgische staat lieten zich uiteindelijk overtuigen de burcht in haar oude glorie te herstellen. De industriële aanwassen in het kasteel werden afgebroken en de huizen tegen de omwalling verwijderd. De restanten van het Gravensteen werden ‘ontbloot’ om daarna fantasierijk ingevuld te worden tot een archetypische ‘middeleeuwse burcht’.

Model Vismarkt Viswijf


Aquarel MODEL VOOR DE AQUARELLEN VAN DE VISMARKT (A.054). 


woensdag 8 mei 2019

Branwyn Frank

Het lossen van bakstenen te Gent
Datum: 1909 - 1909





n






Arentshuis



Op de bovenverdieping van dit elegante 17de-eeuwse herenhuis met pittoreske stadstuin (16de- t/m 19de-eeuws) wordt het oeuvre van Brits multitalent Frank Brangwyn (1867-1956) geëtaleerd. Brangwyn was zowel grafisch kunstenaar als schilder en daarnaast ook nog ontwerper van tapijten, meubelen en keramiek. De benedenverdieping is dan weer het decor voor tijdelijke exposities van beeldende kunst.

(…)

De bovenverdieping is gewijd aan het oeuvre van de veelzijdige Brits-Brugse kunstenaar Frank Brangwyn (1867-1956). Hij schilderde levendige, realistische taferelen waarin hij het industriële leven in de dokken en fabrieken en het harde labeur van arbeiders weergaf. Daarnaast legde hij ook zijn vele reisimpressies kleurrijk vast op doeken, aquarellen en in etsen. De kunstenaar ontwierp ook meubelen en tapijten.





In 1936 schenkt de Engelse kunstenaar Frank Brangwyn een groot deel van zijn oeuvre aan zijn geboortestad.



De bovenverdieping toont de verbluffende veelzijdigheid in Frank Brangwyns oeuvre, dat bovendien tot verschillende kunstrichtingen behoort: sociaal-realisme, Wiener Secession, Art Nouveau, Art Deco en modernisme. Hij schildert met olieverf, tempera en waterverf, is een vooraanstaand graficus én ontwerpt onder invloed van Arts & Crafts ook meubels, glasramen en zelfs juwelen. Beneden organiseert het Groeningemuseum tijdelijke exposities.

Heins & JDB viswijven



De vader van Armand Heins (1856-1908) “kreeg kunstonderricht aan de Academie van Luik in zijn jeugdjaren en vanaf zijn achttiende specialiseerde hij zich in de lithografie aan de Gentse Academie waar hij zich ontpopte tot een talentrijke graveerder en lithograaf”.

De familie had een zaak in de Onderstraat (een ‘bureel’) naast het Ryhovesteen (zou ik eens willen bekijken wat er met dat huis gebeurd is). De zaak werd later een bekende kunstuitgeverij.

De drukkerij van familie Heins ging ten onder door verschillende omstandigheden: de dood van vader Heins (1908), de Eerste Wereldoorlog, de verouderde infrastructuur en het feit dat de lithografie concurentie had gekregen van de fotografie.

Vader Heins schreef zoon Armand in de Academie voor Schone Kunsten op elfjarige leeftijd, waar hij les volgde tot in 1879.

Heins heeft veel litho’s gemaakt (zie o.a. Hoekjes van Gent).

Het atelier in de Onderstaat “werd druk bezocht door bevriende kunstenaars als Albert Baertsoen, Fritz van Loo, Paul Bergmans, Jules Boulvin en George Minne” (Van Heuverzwijn). Maar we vinden er ook JDB terug. Hij leerde de techniek van de lithografie maar koos uiteindelijk voor het etsen. Heins was ook tekenaar, etser (vanaf 1882) en aquaralist.


JDB maakte “een van zijn zeldzame lithografieën (fig. I.3.2) onder de leiding en in het atelier van Armand Heins voor het tijdschrift Petite revue illustrée de l’art et de l’archéologie en Flandre” (Lucas Vanheuverzwijn, Artistieke representaties van de modernisering van Gent rond 1900).

Die litho is opgenomen in het boek van Vanheuverzwijn (hetzelfde beeld als de website van John):





3.2 La petite revue illustrée de l'art et de l'archéologie en Flandre, lithografie, Jules De Bruycker,15 september 1902. 


Frank/Eli vonden de litho terug in de Zwarte Doos.





a la Commission des Monuments de Gand  - Par J. De Bruycker
A Heins - Mars 1918 (zie hierboven litho 1902).




Omschrijving: AG L42/15 Visvrouwen, scène op de vismarkt. Opgedragen aan de Commissie van Monumenten: Armand Heins - Lithotekening in houtskool.


Op de website van John: SUPPLEMENT DE LA PETITE REVUE ILLUSTREE DE L'ART EN FLANDRE 15/09/1902 (D.099):







Een aquarel OUDE MARKT TE GENT (A.033)





Viswijf is een scheldwoord

"Dat Gentenaars vooral in hun verwijtseis de beest kunnen uithangen hoeft geen betoog. Een willekeurige greep uit volgende Gentse taalschat zal U overtuigen : virkespeinse, olifant, marteko , roste kiekendief , steinezel , viswijf, koe , hoerenbok, teve, soepkieken , pirdezage, gèsgiete, palink, koerskemel, stomme goeie , uil, pirdemuile , virken, tekenterter, giete, slangevel, mossel, serpent, teek, schaap, virkeskop , enz ... enz . . . (Eddy Levis, Van alle markten thuis - Ghendtsche Tydingen)



Viswijf. Een type dat in vele liedjes aan bod komt.

Walter De Buck - de vischmerkt Songtekst

'k Kwam lest op de vischmarkt gegaan,
Waar dat die beelden prijken,
'k Zag daar een viswijf slille staan,
Die gulzig stond te kijken
Ba, riep zij sacrenon
La faridondaine, la faridondon,
Voor zo ne man 't is maar petit biribi
A la façon de barbarie mon ami.


Tekst: Karel Waeri / Muziek: Trad. / Bewerking: Walter de Buck


Het liedje van Henri Van Daele (1877 – 1957) (Frank).

http://literairgent.be/lexicon/auteurs/van-daele-henri-(1877-1957)/

Het Gents viswijf

Refrein

Een ploate en ne kabliejèw
Es mijn leven
En ik liep nuuint sinds mijnen trèw
Uit mijn schreve
Ik lupe van tsmorgens mee mijn kèrre
Langs de stroate
En het klinkt zuu giestig uit mijne mond
Leve de ploate!

Op de vismorkt ben ik geboren
Buiten vis hè ‘k nuuint iets gekend
Ja zonder vis die luup ik verloren
Ja mee mijne vis leef ik content
Ik leze boek noch gazette
Politiek stoat veur mij in de hoek
Ze meugen veur mij de wereld verzetten
‘k Voag aan alles vierkant mijn broek
Oas de vis niet te diere en es
Al de rest es veur een gès


PS


"…. jaar later verliet hij de Onderstraat en vestigde zich definitief in de Brabantdam. Op zesenzeventigjarige leeftijd organiseerde hij persoonlijk zijn laatste grote retrospectieve tentoonstelling. Deze werd onder andere bezocht door zijn vriend Edmond Sacré. Hierna publiceerde hij niets meer doorhet ontbreken van eigen middelen en wegens het succes van het Vlaamse expressionisme, waar hij geen voeling mee had. Hij klasseerde zijn werken en bleef werken van andere kunstenaars verzamelen, waaronder ook etsen van Jules De Bruycker." (Van Heuverzwijn).


Verzameling van Heins bevatte honderden aquarellen, etsen, tekeningen, olieverven waaronder werk van JDB (en vele anderen).

René DE HERDT, Armand Heins. Etser, lithograaf en drukker, VIATvzw, Gent, 2009, p. 8963Ibidem, p. 10064Ibidem, p. 100.

PS

De verzameling kunstwerken van Heins werden verkocht in hotel "Britannia" 18, St. Baafsplein, Gent op 15 mei 1933. Zijn nalatenschap werd verstrooid...


PS

"Vrij gemakkelijk is de kaart van 1641 van Hondius te raadplegen, daar deze door de "Commission des Monuments de Gand" in 1904 heruitgegeven werd met een tekst van Van der Haeghen en een gravure van Heins." 
Heins werkte in opdracht van de Commission als lid van.
"Als commissielid van de Stedelijke Commissie van Monumenten en Stadsgezichten[4] werkte Heins mee aan de publicatie van deze inventaris die bestond uit 570 fiches waarvan hij er 128 voor zijn rekening nam. In diezelfde geest werd in 1900 een Petite revue illustrée de l’art et de l’archeologie en Flandre uitgegeven, waarin Heins zijn bijzondere belangstelling voor "oude hoekjes" kon etaleren."

"In opdracht van deze Commision vervaardigde Armand Heins in 1910 een reproductie van de Vue panoramique de Gand, armoiries de familles et de corporations, imprimées et éditées par Pierre de Keysere en 1524, met een begeleidende tekst van Victor Vander Haeghen."


maandag 6 mei 2019

Sint Niklaaskerke









Tekening Sint Niklaaskerke (A0023)
Buitenzicht
Van dit werk bestaat een gedrukte fotografische reproductie welke deel uitmaakt van het boek van Sint Niklaaskerke
H 325 B 218
De afmeting van deze fotografische reproductie heeft niets te zien met deze van de tekeningen welke veel groter zijn.

Het lied dat verschijnt: zie Destanberg.






Destanberg





RS


Ik vermoed dat Destanberg JBD inspireerde: Volk van Artevelde was (toen) een bekend lied van Napoleon Destanberg: Al de liberale liedjes en gedichten, 1846-1866 (1866), p. 56-57.

Terzijde: Georges Minne trouwde met de dochter van Destanberg (zie in deze blog). En de kleindochter (onlangs overleden) schreef een thesis over.

Verder ter info

"Het stadsbestuur eerde hem met een straatnaam. Aan de Vlaamse Kaai werd in 1898 een “villa”, een dubbelwoonst gebouwd die, hem en componist F.A. Gevaert ter ere, “Villa Nap. Destanberg” en “Villa F.A. Gevaert” werd genoemd. Ze was versierd met twee reliëfs waarop de kunstenaars in profiel werden afgebeeld, en met het opschrift “De liefde tot zijn land / is ieder aangeboren / Vondel. / ’t Zijn de jongens van Gent / Artevelde’s Cantate 1863 / Vrijheid Volksliefde / Kunst / We moeten aan ’t volk / een nieuwe ziel schenken”. Deze dubbelwoonst werd afgebroken in het begin van de jaren ’70 van de 20ste eeuw. Zie hierover onder “Vlaamse Kaai”.

En het lied:

De jongens van Gent, of: 't volk van Artevelde

VOLKSLIED

I.

Voor eten, drinken, zingen, springen,
Wie zijn er nooit zijn leven beu?
Wie kent er ’t fijn van al die dingen?
Wie vlecht al d’anderen den queu?

’t Zijn de jongens van Gent,
’t Is ’t volk van Artevelde,
Zij zijn als machtig helden
Toch overal gekend.
’t Is ’t volk van Artevelde,
’t Zijn de jongens van Gent….

II.

Wie kan zich uit den zak verblijden?
Wie houdt er van geen lang discours?
Wie kan geen armen mensch zien lijden?
Wie peist er op zijn arme broers?
’t Zijn de jongens van Gent, enz.

III.

Wie houdt er van geen kwade tonge,
Die alles afspiedt; alles pluist?
En wie veracht de kromme sprongen?
Wie heeft voor spreuk: recht voor de vuist?
’t Zijn de jongens van Gent, enz.

IV.

Dat men eens aan ons land moest komen,
Wie zou er zeggen: ’t is te straf?
Wie zou er vechten zonder schromen?
Wie zou er op kloppen lijk op kaf?

’t Zijn de jongens van Gent,
’t Is ’t volk van Artevelde…
Zij zijn als machtig helden,
Toch overal gekend,
’t Is ’t volk van Artevelde,
’t Zijn de jongens van Gent!...

Uit:Napoleon Destanberg: Al de liberale liedjes en gedichten, 1846-1866 (1866), p. 56-57



Tekstflarden:
‘t Was de held, ‘t was de held,



De tekst van het Arteveldelied werd geschreven door Frans August Gevaert (Huise, 31 juli 1828 - Brussel, 24 december 1908). De melodie is gecomponeerd door Napoleon Destanberg (Gent, 7 februari 1829 - Gent, 1 september 1875).

Tekst Edit



1.

Wie herbracht hier de rust op een teken van zijn hand?

Wie verbond al de burgers als broeders in één band?

‘t Was de held, ‘t was de held, en de roem van ons land!

Hij herbracht hier de rust op een teken van zijn hand.



2.

Wie vond werk voor het volk, door het lijden overmand?

Wie verbond aan het nijv’rige Vlaand’ren ‘t Britse strand?

‘t Was de held, ‘t was de held, en de roem van ons land.

Hij vond werk voor het volk, door het lijden overmand.



3.

Wie stond recht als ons Vlaand’ren verraden lag aan band?

En wie sloeg op zijn beurt de tirannen neer in ‘t zand?

‘t Was de held, ‘t was de held, en de roem van ons land.

Hij stond recht als ons Vlaand’ren verraden lag aan band.


==========================
Jozef De Vos over Destanberg
https://www.dbnl.org/tekst/_jaa005198001_01/_jaa005198001_01_0007.php

Daumier

Honoré Daumier, Het drama (ca 1860) (oil on canvas)