zaterdag 27 november 2021

Meryon (Baudelaire)

  

Baudelaire aan Victor Hugo. Parijs, 13 december 1859.

 

https://www.vertalingenvivienne.com/paginas/baudelaire-aan-victor-hugo-parijs-13-december-1859.html

 

 

Mijnheer,

    Ik verneem met grote vreugde dat mijnheer Méryon en zijn vriend en uitgever, mijnheer Delâtre, het voorstel hebben om u een exemplaar op te sturen van mooie composities naar een aantal gezichten op Parijs, die de ene heeft getekend en geëtst, en de ander, zelf kunstenaar, zorgvuldig heeft gedrukt. Ik neem de gelegenheid te baat om er een uittreksel bij te voegen over de Beeldende Kunst waarin uw naam zich opnieuw aan mijn pen heeft aangeboden. U bent in ballingschap, is dat niet de meest geschikte gelegenheid om u het hof te maken?

 

Baudelaire bespreekt het werk van Meryon (en later de werken van Victor Hugo): 

 

Door de scherpte, fijnheid en zekerheid van zijn tekening, herinnerde mijnheer Méryon aan de oude en uitstekende kopergraveurs.

Ik heb zelden de natuurlijke plechtigheid van een immense stad voorgesteld gezien met meer poëzie.

De majesteiten van die opgestapelde stenen, de klokkentorens die naar de hemel wijzen als vingers, de obelisken van de industrie die tegen het firmament hun coalities van rook spuwen, de wonderbaarlijke steigers van monumenten in restauratie, die op het solide lichaam van de architectuur hun vernieuwde architectuur zetten van zo’n paradoxale schoonheid, de tumultueuze hemel, vol woede en rancune, de diepte van de perspectieven die vergroot wordt door de gedachten van alle drama’s die er in zitten, geen van die complexe elementen waaruit het pijnlijke en glorieuze landschap van de beschaving is samengesteld is vergeten.

 

Als Victor Hugo deze prachtige prenten heeft gezien, was hij vast heel tevreden. Hij heeft, waardig weergegeven, het volgende teruggevonden:

 

 

 

vrijdag 26 november 2021

Wagner/ Wagnerien

 



rechts: Wagnerien

boven; Faust (?)

T.M.295 STUDIE

Dame



 

T.M.305 STUDIE VAN EEN DAME



Weinig beelden van de burgerij _  Als ze dan verschijnen toch steeds met een potsierlijke hoed. 

woensdag 24 november 2021

Affiche

 

Metadata

zaterdag 20 november 2021

JDB & William Hogarth

 JDB als karikaturist
`
“Kluyskens noemt als voorbeelden Leonardo da Vinci en Annibale Carracci in Italië, William Hogarth in Engeland, Gavarni, Granville en speciaal Daumier in Frankrijk, en in eigen land James Ensor en “vooral de grote Jules De Bruycker”,  die allebei - voegt hij daaraan toe  - “wereldfaam hebben verkregen”. (Huys). 
 
JDB aanvaardde het etiket ‘karikatuur’ niet. 
Hij interpreteerde het als een verwijt en las het als ‘slechts een karikaturist”.
Dit ongenoegen over zo’n typering vinden we terug bij William Hogarth die er zelf een werk aan wijdde: Characters and Caricatures. Ook Hogarth was verbolgen over het feit dat critici hem beschreven als: “a mere ‘caricature’ artist”.




William Hogarth (1697-1764)
 
 
“For Hogarth the comic character face, with its subtle exploration of an individual's human nature, was vastly superior to the gross formal exaggerations of the grotesque caricature"


He later had this to say about his motivations behind the print:

“Being perpetually plagued, from the mistakes made among the illiterate, by the similitude in the sound of the words Character and Caricatura, I ten years ago endeavoured to explain the distinction by the above Print; and, as I was then publishing Marriage a la Mode, wherein were characters of high life, I introduced the great number of faces there delineated (none of which are exaggerated) varied at random, to prevent, if possible, personal application when the Prints should come out...”


“He who should call the Ingenious Hogarth a Burlesque Painter, would, in my Opinion, do him very little Honour; for sure it is much easier, much less the Subject of Admiration, to paint a Man with a Nose, or any other Feature of a preposterous Size, or to expose him in some absurd or monstrous Attitude, than to express the Affections of Men on Canvas. It hath been thought a vast Commendation of a Painter, to say his Figures seem to breathe; but surely, it is a much greater and nobler Applause, that they appear to think.”


Along the bottom of the print, to the left, Hogarth has reproduced three character figures from the works of Raphael, a style with which he clearly identifies. To the right sit four caricatures: a head copied from Arthur Pond's Caricatures; heads from Annibale Carracci's Due Filosofi; and (perhaps rather unfairly) a Leonardo da Vinci grotesque reproduced from Têtes de Charactêres — and floating above the first and second of these caricatures a child-like cartoon, as if to emphasise the naivety of such a style. Above the strip, in a wonderfully overwhelming swarm of heads which take up the vast majority of the print, Hogarth has drawn over a hundred faces in a style much closer to the "characters" of Raphael.
At the very bottom he's provided a note on some helpful further reading: "For a farthar Explanation of the Difference Betwixt Character & Caricature See ye Preface to Joh. Andrews." Here he refers to his friend Henry Fielding's 1742 work Joseph Andrews, in which Fielding calls himself a "Comic Writer" and Hogarth a "Comic Painter" — both aligned with a sensitive realism associated with depicting character, as opposed to the crude distortion of caricatures (which Fielding aligns with the "burlesque").


 
Bron: Characters and Caricaturas by William Hogarth (1743) – The Public Domain Review
https://publicdomainreview.org/collection/characters-and-caricaturas-by-william-hogarth-1743

 

Huize Palfijn

 Details (foto's genomen bij Maison Jules)


De naam van het café: leesbaar; HEL -CAFE Groot Pint - BIER




Er lijkt een markt gaande..



Kamer te huur....

zondag 14 november 2021

Meryon Le Stryge

 







De Notre-Dame de Paris au Stryge : l’invention d’une image


https://journals.openedition.org/lha/257 
Notre Dame Cathedral Grotesque Le Stryge


Repository
DigitalGeorgetown
Description
This grotesque, located on an angle along the gallery of the north tower of Notre-Dame, is one of a group of fantastical figures carved during the 19th C. restoration of the cathedral. This restoration was carried out between 1843-64 under the direction of Eugène-Emmanuel Viollet-le-Duc (with Jean-Baptiste Lassus, until his death in 1857), chief architect for the Commission de monuments historique , France's agency for national preservation at the time. By the mid-19th C., the medieval gargoyles that had protectively spouted water away from the building had deteriorated. Inspired by Victor Hugo's 1831 book Notre-Dame de Paris (English: Hunchback of Notre Dame), Viollet-le-Duc replaced the gargoyles with chimères, as he called them, guardian-demons that, from an architectural viewpoint, are simply decorative. An 1852-54 series of etchings on Paris by artist Charles Meryon featured an image of the grotesque pictured here. Meryon showed it overlooking the city below; he named the print Le Stryge (The Vampire), and catapulted the stone carving to fame.



Waeri

WIM CLAEYS

Nacht van de vuile liedjes

De Gentse volksliedtraditie is een reus met vele gezichten: Er zijn de sociaal geëngageerde liederen, er zijn de kluchten, er zijn carnavalsliedjes, straatliederen, filosofische liederen, noem maar op.

Maar Gent zou Gent niet zijn als er ook geen schat aan dubbelzinnige en ronduit scabreuze liederen zou zijn.

Wim Claeys gunt het publiek 1 keer per jaar, op de Gentse Feesten, een inkijk in de onderste lade van de Gentse liedjeskast, let een nacht vol vuile liedjes uit de Vetjes van Karel Waeri, caféliedjes, of schunnigheden van eigen makelij.
Rijkelijk overgoten met een smeuïge saus van vuile lollen.

Niet voor zuurpruimen en azijnpissers, en doe schoenen aan met een anti-slipzool, want ge zoudt kunnen uitslidderen van al het vet.






Van Damme, G. (2017a, februari 7). Karel Waeri (1842–1898), een biografische studie. Gandavum2 Online tijdschrift m.b.t. de Gentse stadsgeschiedenis. Geraadpleegd op 14 november 2021, van http://geertvandamme.blogspot.com/2017/02/


http://geertvandamme.blogspot.com/2017/02/ 

Ooggetuige Karel Van de Woestijne

Op een bepaald moment moet zich onder de toehoorders Karel Van de Woestijne bevonden hebben. In De Nieuwe Rotterdamsche Courant -waarvan Van de Woestijne tussen de jaren 1906 en 1928 Brussels correspondent was- roept hij namelijk in de editie van 2 december 1913 herinneringen op aan Karel Waeri (in: Het Volk, 02.10.1981):

Wij hadden indertijd in Gent een man, met de leukste der apentronies, oogjes als gezwollen krenten die schichtig schoten achter de brilglazen, een wijden wellustigen satersneus, en een smallen, aldoor sluwlachenden  mond die als een gapende houw liep van oor tot oor. In zijn langen, groenversleten gekleeden jas, liep hij 's zomers de 'guingettes' af van Gent's omstreken, waar de winkelburgerij gebakken aal en rijstepap gaat eten, den Zondagschen rustdag. Karel Waeri -aldus was zijn naam- haalde toen zijn viool uit hare kist, praeludeerde, en had onmiddellijk een gretig auditorium om zich heen. Want hij was de geboren gelegenheidsdichter, die de bijtende luimigheid bezat van den geboren polemist, en daarenboven gevoed en doorkneed was met de plaatselijke, de weinig-kieskeurige maar heftig-grootsche Gentsche beeldspraak en humor en de heldhaftig-kritische koppigheid, gepaard met de dwarsdrijvende waaghalzerij, die de grond zijn van het Gentsche karakter.

Karelke Waeri's viool kraste. Hij zong. En men drong om hem heen. Want wat hij zong had actueel belang: hij liet immers niets voorbijgaan van eenige betekenis, of berijmde het, kras en uitdrukkelijk, en altijd met voldoende peper en zout. En men luisterde. Het oordeel der toehoorders werd gevormd op Karelke's lied. En het is niet gewaagd te zeggen, dat hij aldus op de kleine burgerij meer invloed uitoefende dan al de Gentsche dagbladen samen.

Interessant wordt het om eens na te gaan op welk tijdstip Karel Van de Woestijne, Karel Waeri heeft zien optreden. Gezien het feit dat Waeri gestorven is in 1898 moet het logischerwijze vóór die datum zijn. Gezien Van de Woestijne is in 1878 nà die datum. Daar we moeilijk kunnen aannemen dat Van de Woesijne teruggaat tot zijn prilste jeugdherinneringen stellen we dat deze memorie pas nà zijn tiende jaar kan dateren. Dit brengt de begindatum op 1888 en de einddatum op 1898.  

zaterdag 13 november 2021

oorlog

 

https://archiefpunt.be/tentoonstellingen/leonspanoghe/deel3.html 



Wanneer de Groote Oorlog uitbreekt, vluchten velen – ook vele kunstenaars – naar Groot-Brittannië, alsook het gezin Spanoghe. Hoogstwaarschijnlijk worden ze eerst opgevangen in Londen, in het vluchtelingenkamp Earl’s Court: een tijdelijke opvangplaats ( Figuur 1). In een artikel uit die periode betreffende de opvang van Belgische vluchtelingen in het kamp, wordt “monsieur Spanoghe” vermeld, alsook Jules de Bruycker (1870-1945), de bekende Gentse etser. Mogelijks vertrekken Leo, Elisa, Guido en Julia vervolgens naar Blaydon in het noordoosten van Engeland. In ieder geval neemt het gezin uiteindelijk zijn intrek in Didsbury, nabij Manchester ( Figuur 2Figuur 3).

Vluchtelingen

"I n het fragment wordt ook nog verwezen naar de Nederlandse kunstenaar Maurits Niekerk (1871-1940, woonde tussen 1898 en 1905 in St-Martens-Latem, later in Brussel en Parijs) die in de beschreven portierswoning bij de aula & in het bijzijn van o.a. Jules de Bruycker een portret van deze huismeester heeft gemaakt.

Jules de Bruycker zelf zou hem hebben afgebeeld op een van zijn in Engeland gemaakte werken van "vluchtelingen"*, hoewel de huismeester na W.O.I in België bleef. Misschien eens kijken op de website: www.julesdebruycker.be

Jules Verwest Kunstschilder: december 2008
http://julesverwest.blogspot.com/2008/12/ 


*PS één van grappen van JDB?

* vragen aan John

JDB 1981

Pallieterke 7 mei 1981


https://pallieterke.advn.be/pdf/1981/19810507_037_019.pdf 




Praalwagen Stoet

 

Historische stoet 'Gent door de eeuwen heen', 1894 





Praalwagen met keizerin Maria Theresia van Oostenrijk. De foto is vermoedelijk genomen door Edmond Sacré, vanaf de Recollettenlei met zicht op het Koophandelsplein in Gent. 

 

fotograaf | Sacré, Edmond

datum 

1894 

objectnummer 

1980-123 

 

Bron:

Historische stoet 'Gent door de eeuwen heen', 1894 | Huis van Alijn

 

De Smet

 


"woonde bij zijn ouders in de Hoogstraat 126 i n Gent"



Desmet J.

Volgens de “Directory” De Smet J. (& Fils), op het adres in Sint-Amandsberg in 1900-1906.
1900 Sint-Amandsberg, Mertensstraat 36 (Desmet J. en Z.)
1901 – 1902 Gent, Hoogstraat 126 (Desmet J. en Z.)
1903 – 1909 Gent, Hoogstraat 126
1910 Gent, Godshuizenlaan 126
1911 Gent, Godshuizenlaan 261
1912 – 1917 – <1920 Gent, Godshuizenlaan 313


vrijdag 12 november 2021

japonais/japans

JDB schrijft (25/6/1914) aan Van Herreweghe:

De Bruycker is dus aan bezinning toe, hoe het met hem verder moet. Op 20.06.1914 schrijft hij aan RVH: “Maintenant je vais aspirer la vie et ouvrir largement mes fenêtres de curiosité enfin de retrouver un peu cet enthousiasme qui m’a donné la force de surmonter toutes les laideurs et misères dont j’ai été entouré.” En nog geen week later (in een brief aan RVH, 25.06) constateert hij, niet zonder enige bitterheid: “Quant à moi, je me trouve actuellement où j’étais il y a vingt ans, c’est à dire - au commencement. Je sors de l’exposition des estampes japonnaises et je constate que je ne sais rien - rien du tout! A côté de ces barbares nous sommes de gens embourbés jusqu’à la tête dans la matière. Je vais donc tâcher d’apprendre et d’aimer mon métier.” (zie Huys)







Schetsen marktaferelen

 Schetsen


Markstudies: T.M.105-111





A.076 SCHETSEN VOOR DE DIVERSE MARKTTAFERELEN 

 


 

Meryon

  

Charles Meyron (1821-1868)


Meryon was de zoon van een Britse arts en een Franse danseres. Zijn moeder voedde hem alleen op. Toen zijn moeder vroegtijdig overleed ging hij in de Franse marine. Aan boord van de korvet Le Rhin maakte hij een reis om de wereld. Tijdens deze reis ontstonden zijn eerste tekeningen. Nadat hij in 1846 de marine verliet besloot hij kunstenaar te worden. 

 

“Omdat hij kleurenblind was legde hij zich toe op de kunst van het etsen, waarvoor hij een opleiding volgde bij de Franse graveur Eugène Bléry. Tussen 1850 en 1854 ontstond zijn bekendste werk, de Eaux-fortes sur Paris, een serie stadsgezichten van Parijs. Meryon werd daartoe geïnspireerd door een kleine ets van de Nederlandse kunstenaar Reinier Nooms. In 1853 maakte hij de ets La Galerie Notre-Dame in Parijs. Deze werd echter geweigerd op de Parijse salon van dat jaar. 

Meryon leefde in armoede. Hij was te trots om zijn familie om geld te vragen. Toen succes uitbleef, begon hij last te krijgen van hallucinaties en achtervolgingswaanzin. Een paar jaar na voltooiing van de Eaux-fortes sur Paris werd hij opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. Uiteindelijk werd hij gezond verklaard en heeft hij nog korte tijd gewerkt. Maar in 1867, vermoedelijk door uitputting, werd hij weer opgenomen en overleed een jaar later. 


PS Van de Woestijne schrijft dat JDB kleurenblind zou zijn....



PS

"This connection between people and the 'accumulations of buildings', so masterfully rendered in L'Eglise St. Severin, Paris, makes Jules De Bruycker a worthy companion to Giovanni Battista Piranesi, Charles Meryon, Muirhead Bone and the other master etchers of architectural art."


PS

JDB tekende dus in Parijs in de voetsporen van een aantal kunstenaars, geen succes omdat het platgetreden paden waren? 

 


donderdag 11 november 2021

Hanne Cottyn: Patershol

 Hanne COTTYN, De Artistieke Bohème te Gent. Het Patershol rond 1900 tot aan de eerste wereldoorlog, Universiteit Gent, 2005, p. 8 (studentenwerk vakgroep Geschiedenis, Universiteit Gent)

Cottyn, H. (2005–2006). De Artistieke Bohème te Gent het Patershol rond 1900 tot aan de eerste wereldoorlog. 2de bachelor geschiedenis. Universiteit Gent. https://www.julesdebruycker.be/downloads/artistiekeboheme.pdf

  

Hanne Cottyn (2005-2006) , De Artistieke Bohème te Gent 

Het Patershol rond 1900 
tot aan de eerste wereldoorlog 


Een cultuurhistorische schets van de cafés in het Patershol  
tijdens de periode dat Jules De Bruycker er actief was 




Patershol te Gent




Inge MisschaertPatershol te Gent – Jules De Bruycker (1870-1945) en de verbeelding van de stad. 


https://hannibalbooks.be/patershol-te-gent-jules-de-bruycker-1870-1945-en-de-verbeelding-van-de-stad-phoebus-focus-xxiii#10896


Phoebus Focus XXIII

Kunstenaar Jules De Bruycker is een ongeëvenaard grafisch verteller. Zijn Gentse stadsgezichten en volkse voorstellingen nemen de toeschouwer telkens mee naar een verloren gewaand Gents verleden. De Bruyckers Patershol te Gent mag dan wel een getuigenverslag van het leven in een volkswijk lijken, het is in feite een aanklacht tegen het burgerlijke denken. Deze ‘Phoebus Focus’ gaat over een intrigerende kunstenaar die als de beste etser van zijn tijd werd gezien, over de volkse werkmens en over de verbeelding van de stad en haar bewoners. Patershol te Gent valt als aquarel op in het werk van De Bruycker, dat vooral uit etsen bestaat. Het weerspiegelt de kracht van deze getalenteerde kunstenaar.

In de reeks ‘Phoebus Focus’ gaan experts en wetenschappers in op topstukken uit de rijke collectie van kunststichting The Phoebus Foundation.

Inge Misschaert (1974) studeerde Germaanse Talen aan de Katholieke Universiteit Kortrijk en de Katholieke Universiteit Leuven, Kunstwetenschappen aan de Universiteit Gent en Archivistiek aan de Vrije Universiteit Brussel. Inge werkt al meer dan twintig jaar als leerkracht Nederlands, Duits en Cultuurwetenschappen en is sinds 2020 voorzitter van Gent On Files, de vriendenkring van Archief Gent. Momenteel bereidt ze aan de Universiteit Gent een proefschrift voor over het beeld van de stad in de topografisch-historische collectie van architectverzamelaar Pierre-Jacques Goetghebuer (1788-1866).


Ronald: Merkwaardig dat de aquarel gedateerd wordt in 1916 terwijl JDB dan in Londen was en in jaren geen aquarellen meer had gemaakt. 


Hoewel:

JDB maakt in Londen nog een aquarel: 


"JDB beeldt de keizer ook karikaturaal af als een plunderaar van kerken in de aquarel Kaiser Willy (A.262)”


Verder schreef ik:


"Tussen 1922 en 1924 zijn er geen etsen, maar JDB maakt wel tekeningen en aquarellen (zoals Carnaval A0001*). Wat de aquarellen betreft, tegen het einde van de jaren ‘20 stopt hij met dit genre”.



PS

https://www.radioviainternet.nl/podcasts/phoebus-focus/2022/patershol-te-gent-jules-de-bruycker-inge-misschaert

 

 

Patershol te Gent (Jules De Bruycker) - Inge Misschaert - RadioviaInternet.NL



Braun

Kriegsalbum van Gent: Michiel Hendryckx brengt foto's uit WO I tot leven | VRT NWS: nieuws

https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2018/10/24/kriegsalbum-van-gent-michiel-hendryckx-brengt-foto-s-uit-wo-i-t/ 


 "In het boek is er nog plaats voor een apart hoofdstuk waar Hendryckx foto’s bijzondere beelden uitlicht gekozen op basis van hun schoonheid of het verhaal dat ze vertellen. Hij schreef er ook zelf teksten bij. “Er is zo bijvoorbeeld het verhaal van oorlogsburgemeester Emile Braun (nu vooral bekend van het plein in Gent dat naar hem genoemd is, nvdr.). Braun had zelf Duitse ouders, ze waren als migrant naar Gent gekomen. Hij werd Duitstalig opgevoed en sprak ook Frans en Nederlands. Hij ging met de bezetters aan tafel zitten om te onderhandelen en te vermijden dat Gent door hen verwoest zou worden. Hij is het de Duitsers, de hele oorlog lang, moeilijk blijven maken. Zij konden hem niet executeren omdat hij gewoon te populair was bij de bevolking. Uiteindelijk hebben ze hem, samen met een groepje andere intellectuelen, naar Duitsland gestuurd. In het boek staat een foto, die toen hij in ballingschap zat, genomen is.”


 


(fragment uit affiche)







LE ROY Greoire


Gregoire Le Roy (1862-1941), L'oeuvre gravee de Jules De Bruycker (catalogue raisonne of the etchings), this magnificently edited book shows almost all the etchings up to 1933 in fine detail with a catalogue entry for each etching, this copy finely bound in brown leather with gilt lettering, still including the original signed etching by De Bruycker, 38,5 x 29,56 cm Still the most important and complete book on the artist.




L'OEUVRE GRAVÉ DE JULES DE BRUYCKER

Date de parution : 01/01/1933
Editeur :

Nouvelle Société d'éditions

Nombre de pages : 230
Etat du produit : Etat correct - couverture tachée et défraîchie
Langue : FRANÇAIS
En Résumé :
Livre rare. L'oeuvre gravé de Jules de Bruycker. Catalogue de l'oeuvre gravé de Jules de Bruycker (1870-1945),  graphiste, graveur, peintre et dessinateur belge.
Avec une notice critique et biographique.
84 planches de 202 illustrations
Tirage limité à 350 exemplaires numérotés
Exemplaire Nr 147
Cet exemplaire ne comporte pas l'eau-forte originale de l'artiste
Exemplaire complet sur le plan documentaire mais la planche LXXXIV est montée à l'envers


dinsdag 9 november 2021

Huizen aan de waterkant

 



“Passeer er iedere dag. Vlak bij mijn deur. Het is de St. Antoniuskaai (langs de Lieve). Met helemaal op de achtergrond het spitse torentje van de St. Stefanuskerk. Op de achtergrond zie je natuurlijk ook  de  contouren van het Augustijnenklooster”. (LDV)

maandag 8 november 2021

Honger naar Gent

 Honger naar Gent is een project van twee Gentenaars, Noël Callebaut en Dirk Holemans, die zot zijn van hun stad. Al wandelend vertellen ze hoe deze grootse stad in vroegere tijden – de 14de en de 19de eeuw zichzelf voorzag van voedsel en (lekkere) drank. Zonder koelkast of microgolf. Ontdek wat er vroeger op het bord lag, en wat niet. Lees meer over de twee wandelingen.

Honger naar Gent, 14de eeuw
Hoe voed je een stad in tijden zonder vrachtwagen of koelkast? Dat leert een blik op Gent, dat in die tijd al meer dan zestigduizend monden moest voeden. De stad zorgde voor voedselzekerheid door het verwerven van het monopolie op de graanhandel, het befaamd stapelrecht. Naast graan vond je er ook vis uit Denemarken, bier uit Duitsland, kaas en wijn uit Frankrijk en pruimen van Damascus. Omwille van de dreiging van tekorten of bederf was voedsel strikt gereguleerd: wie welk voedsel mocht verkopen, waar en wanneer. Deze organisatie van het voedselsysteem hing nauw samen met het gildesysteem, een unieke vorm van zelforganisatie van middeleeuwse stadsbewoners. Maar voedsel was altijd meer dan eten voorzien: het ging evenzeer om macht, gelobby, strijd voor vrijhandel of net voor protectionisme. Of hoe de Gras- en Korenlei in feite het Manhattan van de middeleeuwen waren. Welkom in de culinair-politieke tijd van de gebroeders Van Eyck.
Honger naar Gent, 19de eeuw
Gent, het Manchester van het Noorden: nog één keer vergaart de roemrijke stad rijkdom en zet ze zichzelf op de kaart met haar textielproductie. Terwijl in statige burgerhuizen de Bourgeoisie geniet van de gerechten van Cauderlier, een kopje chocolademelk en een heerlijk sigaartje uit Java, sterven in smerige beluiken mensen aan cholera en tyfus en heerst er ondervoeding, de grote massa overleeft op brood en aardappelen. In de kroegen vol jenever en schraal bier weerklinken de liedjes van Karel Waeri als voedingsbodem voor een nieuw idee ‘Het Socialisme’. Zo zullen arbeiders terug hun lot in eigen handen nemen.
Op deze wandeling nemen Dirk en Noël je mee naar een Gent vol uitdaging, klassenverschil die ook op het bord te merken is, maar vertellen ook over ‘de verbeteringe van Gent’, de opkomst van de trein en het verschijnen van publieke badhuizen. Kortom, opnieuw een aanrader voor wie net als wij ‘zot is van Gent’.
Benieuwd om een wandeling mee te maken? Kijk op de evenementenkalender, de Facebook-pagina Honger naar Gent of stuur een mailtje naar dirk.holemans@telenet.be.

Daumier

Honoré Daumier, Het drama (ca 1860) (oil on canvas)