vrijdag 12 november 2021

Meryon

  

Charles Meyron (1821-1868)


Meryon was de zoon van een Britse arts en een Franse danseres. Zijn moeder voedde hem alleen op. Toen zijn moeder vroegtijdig overleed ging hij in de Franse marine. Aan boord van de korvet Le Rhin maakte hij een reis om de wereld. Tijdens deze reis ontstonden zijn eerste tekeningen. Nadat hij in 1846 de marine verliet besloot hij kunstenaar te worden. 

 

“Omdat hij kleurenblind was legde hij zich toe op de kunst van het etsen, waarvoor hij een opleiding volgde bij de Franse graveur Eugène Bléry. Tussen 1850 en 1854 ontstond zijn bekendste werk, de Eaux-fortes sur Paris, een serie stadsgezichten van Parijs. Meryon werd daartoe geïnspireerd door een kleine ets van de Nederlandse kunstenaar Reinier Nooms. In 1853 maakte hij de ets La Galerie Notre-Dame in Parijs. Deze werd echter geweigerd op de Parijse salon van dat jaar. 

Meryon leefde in armoede. Hij was te trots om zijn familie om geld te vragen. Toen succes uitbleef, begon hij last te krijgen van hallucinaties en achtervolgingswaanzin. Een paar jaar na voltooiing van de Eaux-fortes sur Paris werd hij opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. Uiteindelijk werd hij gezond verklaard en heeft hij nog korte tijd gewerkt. Maar in 1867, vermoedelijk door uitputting, werd hij weer opgenomen en overleed een jaar later. 


PS Van de Woestijne schrijft dat JDB kleurenblind zou zijn....



PS

"This connection between people and the 'accumulations of buildings', so masterfully rendered in L'Eglise St. Severin, Paris, makes Jules De Bruycker a worthy companion to Giovanni Battista Piranesi, Charles Meryon, Muirhead Bone and the other master etchers of architectural art."


PS

JDB tekende dus in Parijs in de voetsporen van een aantal kunstenaars, geen succes omdat het platgetreden paden waren? 

 






Meryon was plagued by mental illness and spent the last years of his brief life in an asylum. The dark, gothic tenor that characterizes many of his prints has been interpreted as symptomatic of his tumultuous life. This print, taken from his album Eaux-fortes sur Paris, shows a grotesque gargoyle from Notre-Dame Cathedral against an aerial view of the expanding French capital. Surrounded by a flock of darkly colored birds, the sculpture takes on a menacing, monstrous appearance, especially as it dominates the right half of the composition. Meryon added a verse of his own creation to this later state of the print, describing the figure as an "insatiable vampire, eternal lust" who "covets its food in the great city." The artist continued to revise the plate over the course of a decade, producing a total of ten states of the etching before his untimely death in 1868.


A.H. Cornette (1927), Charles Meryon. Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 37 · dbnl


https://www.dbnl.org/tekst/_els001192701_01/_els001192701_01_0027.php


Meryon

 “De Bosschère was correct to detect an intangible quality in the relationship between old cities and their residents in De Bruycker's work. This puts De Bruycker in the otherwise unlikely company of Giovanni Battista Piranesi and Charles Meryon, who also etched ancient cities (Rome and Paris, respectively) whose ruinous age is enlivened by the random activity of their current population. “ (Goddard 1996). 


Charles Meryon (1821-1868).

Cornette, A. H. (1927). Charles Meryon. Elseviers Geïllustreerd Maandschrift37, 241–252. https://www.dbnl.org/tekst/_els001192701_01/_els001192701_01.pdf


In de iconographie van Parijs.

Hij is de eerste die de vedute van Parijs opgetild heeft tot gestyleerde stemmingsbeelden; zijn gehallucineerde geest heeft ze omgewerkt tot vreemde, fantastische schoonheid. 


(..)
zie verder een aantal werken


Monumentaler is L’Abside de Notre-Dame, het meest classieke werk van Meryon.
Breed ontplooit zich het panorama achter de absis der cathedraal: het schip geschraagd door de sierlijke steunbogen, de wig van de kaai gelijk de voorsteven van een trireem splitst de Seine,de torens donker opblokkend tegen den dag, de stroom die links onder de drie bogenvan de Pont de l’Archevêché verdwijnt, verder het oude Hôtel-Dieu,en het geheele voorplan ingenomen door de zandoevers der Seine, met aangemeerde schuiten, een tweespan vóor een kar, een paar menschen.Ook hier zijn de witte en zwarte vlakken schoon verdeeld, en geven aan het geheele en vasten, strengen vorm; door de tegenstelling van de donkere cathedraalen den lichten muilen zandoever krijgt de ets een groote diepte en die voorname weemoed die eigen is aan Rembrandt en aan Callot.


(..)

Meryon die als een echte Parijzenaar Parijs hartstochtelijk beminde zag met spijt veel schilderachtige hoeken sloopen. Het was kort voor de groote doorbrakenvan het tweede Keizerrijk en het aanleggen van nieuwe rooilijnedoor Hausman. 


(…)
Nog sterke rspreekt de passie van Meryon voor oude straten uit de bekende ets La rue Pirouette die ofschoon geïnspireerd door een teekening van Lawrence, door haar lyrisme echt Meryon-werk is. Een enkele maal heeft hij hier zijn ets bevolkt met Parijsche figuurtjes- huisvrouwen, slagers, boodschappers, cocottes à la Constantin GuysDe opschriften der huizen zijn typiek: Aux noces de Gamache- Sacoche ,traiteur-Martingal,restaurateur,festins,mariages,repas

Ook te Bourges,het zoo gaaf bewaarde stadje van George Sand, etste hij een drietal houten huizen die herinneren (men hoeft ze maa rwillekeurig te verplaatsen te Saumurof te Limoges) aan dewoning van den ouden Grandetof de koperslagerij van Sauviatin



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Bankbiljetten

  https://museum.nbb.be/sites/default/files/2022-08/Onze_biljetten_bestaan...149_jaar.pdf   “Zo kwam de Bank in 1939 terecht bij Jules De Br...