https://www.rijksmuseum.nl/nl/collectie/RP-P-1927-780
Steigers, Sir Frank Brangwyn, 1924
etsen, h 427mm × b 330mm Meer objectgegevens
© erven Sir Frank Brangwyn
Werk in uitvoering, bruggen en andere gebouwen die in de steigers staan: het zijn thema’s die telkens terugkeren in Brangwyns etsen. Brangwyn had niet veel op met moderne kunst, maar ongewild heeft deze prent met haar talrijke elkaar kruisende diagonalen een vrij hoog abstractieniveau. De kunstenaar noemde de ets Scaffolding, No. 2. Er bestaat ook een Scaffolding, No. 1, een meer ‘realistische’ drogenaald uit 1919.
donderdag 30 april 2020
woensdag 29 april 2020
JDB: stoeten
"Als kind blijkt JDB interesse te tonen in tekenen. Zo wordt het verhaal verteld dat Jules al in 1876 zijn eerste schetsen maakt: de optocht met praalwagens naar aanleiding van de 300ste verjaardag van de Pacificatie van Gent. De schetsen zouden twee weken bewaard geweest zijn op de marmeren tafels van het café/cabaret ‘De Gouden Pluim’ of ‘Au Plumet d’Or’ (Heilige Geeststraat nr. 2 - tussen de Cataloniëstraat en Bennesteeg, nabij de Veldstraat). De familie bewaart zorgvuldig de eerste tekeningen vanaf zijn tiende jaar maar de tekeningen geraken verloren na de dood van de vader."
Collaboratie
https://www.dbnl.org/tekst/vijv003belg02_01/vijv003belg02_01.pdf
Meer dan 130 Vlaamse kunstenaarsnamendeel aan 8 tentoonstellingeninDuitsland.De belangrijkste onder hen waren Dirk en Gerard Baksteen, Jan Brusselmans, Jozef Cantré, Evarist De Buck, Jules De Bruycker, Valerius DeSaedeleer, Prosper De Troyer, James Ensor, Floris Jespers, Hubert Malfait, Joris Minne, Luc Peire, Albert Poels, Albert Saverijs, A. Servaes, Slabbinck, Edgard Tytgat, War Van Overstraetenen Wiethaese.
Niet a ldeze kunstenaars waren volgelingen van de ‘NieuweOrde’. Volgens MarcEemans waren de meestes childerstrouwens heel lauw in hun politiekegevoelens. Vele schilderswaren volgenshem attentisten,anglofielenof ‘lauwe’collaborateurs.
Meer dan 130 Vlaamse kunstenaarsnamendeel aan 8 tentoonstellingeninDuitsland.De belangrijkste onder hen waren Dirk en Gerard Baksteen, Jan Brusselmans, Jozef Cantré, Evarist De Buck, Jules De Bruycker, Valerius DeSaedeleer, Prosper De Troyer, James Ensor, Floris Jespers, Hubert Malfait, Joris Minne, Luc Peire, Albert Poels, Albert Saverijs, A. Servaes, Slabbinck, Edgard Tytgat, War Van Overstraetenen Wiethaese.
Niet a ldeze kunstenaars waren volgelingen van de ‘NieuweOrde’. Volgens MarcEemans waren de meestes childerstrouwens heel lauw in hun politiekegevoelens. Vele schilderswaren volgenshem attentisten,anglofielenof ‘lauwe’collaborateurs.
Eugène Peters
Eugène Peters - Kunstschilder, GALERIE WIJDEMEREN BREUKELEVEEN, kunstbemiddeling, Gratis Taxaties,
https://galeriewijdemeren.nl/kunstenaars/peters_eugene
Hij volgde de grafische opleiding en kreeg les van onder anderen René de Coninck (etser en leerling van Jules de Bruycker
https://galeriewijdemeren.nl/kunstenaars/peters_eugene
Hij volgde de grafische opleiding en kreeg les van onder anderen René de Coninck (etser en leerling van Jules de Bruycker
Paul Huys
Paul Huys: bibliografie.
https://ojs.ugent.be/GT/search/authors/view?givenName=Paul&familyName=Huys&affiliation=&country=&authorName=Huys%2C%20Paul
https://ojs.ugent.be/GT/search/authors/view?givenName=Paul&familyName=Huys&affiliation=&country=&authorName=Huys%2C%20Paul
Nohl
Filosoof tussen de soldaten
https://g-geschiedenis.eu/2019/01/09/filosoof-tussen-de-soldaten/
09 januari 2019
Een filosoof tot soldaat maken kan onverwachte gevolgen hebben. Het overkwam Herman Nohl (1879-1960) die tijdens de Eerste Wereldoorlog in de Gent werd gekazerneerd. Toen de oorlog uitbrak was de docent filosofie al 35 jaar, gehuwd en vader van vier kinderen. In het brief schrijven vond hij een uitlaatklep voor zijn ongemakkelijke situatie, elke week schreef hij er meerdere aan zijn vrouw Bertha Oser in Jena, alles bij elkaar meer dan zeshonderd.
Jules Verwest Kunstschilder: december 2008
http://julesverwest.blogspot.com/2008/12/
Deze Duitstalige auteur heeft het werk van Franz Hellens ook absoluut niet gelezen.
Het gaat om professor Herman Nohl (zie het lemma op www.literair.gent.be ). De beschrijving komt voor in de brievenuitgave van Nohls correspondentie tijdens W.O.I, toen hij deel uitmaakte van de economische inspectie van het Duitse bezettingsleger in Gent; in 2005 uitgegeven door Walter Thys onder de titel: Ein Landsturmmann im Himmel: Flandern und der erste Weltkrieg in den Briefen von Herman Nohl an seine Frau.
De "keukenscene" beslaat ca. 1 pagina en staat in de brief van 03.05.1917 (p. 190-192); dit & andere fragmenten zullen opgenomen worden op de website van Literair Gent (in voorbereiding). Ik kan u eventueel een digitale scan van die pagina sturen, waaruit dit typerend citaat:
"In diesem kaum 2m breiten, 3m langen Kammern haust der 68[jährige] Mann mit seiner Idylle zwischen der monumentalen Fassade und der monumentalen Vorhalle mit seinen Hunden, seiner Katze, seinem Huhn und seinen Vögeln, und unzähligen Bildern und Figuren, Schnitzwerk und Raritäten... (...) Wenn er zu heftig gestikulierte, dann fing das Huhn vor Angst an zu krähen, dazu der flackernde Ofen mit seiner Küchenwärme, die Esstöpfe und Teller und Gläser und sonstigem Kochgerät zwischen den Bildern, es war köstlich (...) Ich kann mir gar nicht denken, wie er sich von diesem Nest zwischen den Riesensäulen wird trennen können, um in irgend einem Miethaus zu wohnen, in dem alle seine Erinnerungen fehlen."
Walter Thys heeft in voetnoot bij het genoemde fragment verwezen naar Hellens' verhaal en nog enkele verduidelijkingen opgenomen, die u kunnen interesseren:
De portier waarvan sprake, was Emile van Vooren (1849-1921); hij was vanaf eind jaren 1880 tot 1919 "pedel en huismeester" van de universiteit of de door de Duitsers vervlaamste "Hoogeschool". Jules Verwest wordt er genoemd als schilder van "Home de notre ami Emile" (1909); ik vermoed dat het om hetzelfde schilderij gaat als wat u aanhaalde.
Emile van Vooren wordt door Herman Nohl ook aangewezen als dé stimulator voor de kunstenaars die "hun standplaats" in de portiersloge hadden.
In het fragment wordt ook nog verwezen naar de Nederlandse kunstenaar Maurits Niekerk (1871-1940, woonde tussen 1898 en 1905 in St-Martens-Latem, later in Brussel en Parijs) die in de beschreven portierswoning bij de aula & in het bijzijn van o.a. Jules de Bruycker een portret van deze huismeester heeft gemaakt.
Jules de Bruycker zelf zou hem hebben afgebeeld op een van zijn in Engeland gemaakte werken van "vluchtelingen", hoewel de huismeester na W.O.I in België bleef. Misschien eens kijken op de website: www.julesdebruycker.be
https://g-geschiedenis.eu/2019/01/09/filosoof-tussen-de-soldaten/
09 januari 2019
Een filosoof tot soldaat maken kan onverwachte gevolgen hebben. Het overkwam Herman Nohl (1879-1960) die tijdens de Eerste Wereldoorlog in de Gent werd gekazerneerd. Toen de oorlog uitbrak was de docent filosofie al 35 jaar, gehuwd en vader van vier kinderen. In het brief schrijven vond hij een uitlaatklep voor zijn ongemakkelijke situatie, elke week schreef hij er meerdere aan zijn vrouw Bertha Oser in Jena, alles bij elkaar meer dan zeshonderd.
Jules Verwest Kunstschilder: december 2008
http://julesverwest.blogspot.com/2008/12/
Deze Duitstalige auteur heeft het werk van Franz Hellens ook absoluut niet gelezen.
Het gaat om professor Herman Nohl (zie het lemma op www.literair.gent.be ). De beschrijving komt voor in de brievenuitgave van Nohls correspondentie tijdens W.O.I, toen hij deel uitmaakte van de economische inspectie van het Duitse bezettingsleger in Gent; in 2005 uitgegeven door Walter Thys onder de titel: Ein Landsturmmann im Himmel: Flandern und der erste Weltkrieg in den Briefen von Herman Nohl an seine Frau.
De "keukenscene" beslaat ca. 1 pagina en staat in de brief van 03.05.1917 (p. 190-192); dit & andere fragmenten zullen opgenomen worden op de website van Literair Gent (in voorbereiding). Ik kan u eventueel een digitale scan van die pagina sturen, waaruit dit typerend citaat:
"In diesem kaum 2m breiten, 3m langen Kammern haust der 68[jährige] Mann mit seiner Idylle zwischen der monumentalen Fassade und der monumentalen Vorhalle mit seinen Hunden, seiner Katze, seinem Huhn und seinen Vögeln, und unzähligen Bildern und Figuren, Schnitzwerk und Raritäten... (...) Wenn er zu heftig gestikulierte, dann fing das Huhn vor Angst an zu krähen, dazu der flackernde Ofen mit seiner Küchenwärme, die Esstöpfe und Teller und Gläser und sonstigem Kochgerät zwischen den Bildern, es war köstlich (...) Ich kann mir gar nicht denken, wie er sich von diesem Nest zwischen den Riesensäulen wird trennen können, um in irgend einem Miethaus zu wohnen, in dem alle seine Erinnerungen fehlen."
Walter Thys heeft in voetnoot bij het genoemde fragment verwezen naar Hellens' verhaal en nog enkele verduidelijkingen opgenomen, die u kunnen interesseren:
De portier waarvan sprake, was Emile van Vooren (1849-1921); hij was vanaf eind jaren 1880 tot 1919 "pedel en huismeester" van de universiteit of de door de Duitsers vervlaamste "Hoogeschool". Jules Verwest wordt er genoemd als schilder van "Home de notre ami Emile" (1909); ik vermoed dat het om hetzelfde schilderij gaat als wat u aanhaalde.
Emile van Vooren wordt door Herman Nohl ook aangewezen als dé stimulator voor de kunstenaars die "hun standplaats" in de portiersloge hadden.
In het fragment wordt ook nog verwezen naar de Nederlandse kunstenaar Maurits Niekerk (1871-1940, woonde tussen 1898 en 1905 in St-Martens-Latem, later in Brussel en Parijs) die in de beschreven portierswoning bij de aula & in het bijzijn van o.a. Jules de Bruycker een portret van deze huismeester heeft gemaakt.
Jules de Bruycker zelf zou hem hebben afgebeeld op een van zijn in Engeland gemaakte werken van "vluchtelingen", hoewel de huismeester na W.O.I in België bleef. Misschien eens kijken op de website: www.julesdebruycker.be
dinsdag 28 april 2020
Tentoonstelling: Arts War Relief
Londen Royal Academy of Arts War Relief Exhibition
De eere plaats -drie zalen- werd aan de Belgen afgestaan, een
eer die, in zulke tragischeomstandigheden,haast te zwaar was om te dragen.
?En toch is men er, dank vooral aan het optredenvan den Heer
Paul Lambotte, Regeeringsdirecteur van Schoone Kunsten,in geslaagd,om een vrij belangwekkend,
zoonietvolledig geheel samen te stellen.
De inzending grafische kunst was belangrijk; behalve de reeds
vermelde inzendingenvan Khnopff en Opsomer, had Alb. Baertsoener enkele zijner
besteetsen; Jules de Bruycker vertoonde er ons zijn fantastische Gentsches tadsbeelden;
Alb. Delstanche eenige fijngevoelde natuurstudies; Fern. Verhaegeneen
paarkleuren-etsjes in den trant van James Ensor; Marten van der Loo en J. Célos
stadsgezichten in kleur.
https://www.dbnl.org/tekst/_onz021191501_01/_onz021191501_01.pdf
Onze Kunst. Jaargang 14 - _onz021191501_01.pdf
maandag 27 april 2020
Cercle Artistique et Littéraire
Het vestigingsadres was Sint-Jansvest 12; sedert 1921 Recolettenlei 3. Sedert 1979 is de vereniging “Koninklijk”.(zie hierboven)
zaterdag 25 april 2020
Chimère
Chimère van
de Notre-Dame, Etha Fles, 1867 - 1910
vernis mou, droge naald
en plaattoon in bruin, h 265mm
donderdag 23 april 2020
MSk: platen
Vlaanderen. Jaargang 34 · dbnl
Het Museum verwierf ook - door tussenkomst van ere-conservator Paul Eeckhout - de reeks ‘Gens de chez nous’ van Jules de Bruyker (inkttekeningen van uit een café aan de Korenmarkt). Daarnaast ontving het museum 140 koperplaten als schenking van Mevr. wed. De Bruycker.
Het Museum verwierf ook - door tussenkomst van ere-conservator Paul Eeckhout - de reeks ‘Gens de chez nous’ van Jules de Bruyker (inkttekeningen van uit een café aan de Korenmarkt). Daarnaast ontving het museum 140 koperplaten als schenking van Mevr. wed. De Bruycker.
Bespreking werk JDB
Jules De Bruycker - Alchetron, The Free Social Encyclopedia
https://alchetron.com/Jules-De-Bruycker
website
https://alchetron.com/Jules-De-Bruycker
website
JDB: naakten
Jules De Bruycker (1870-1945) | La Petite Mélancolie
https://lapetitemelancolie.net/2015/08/04/jules-de-bruycker-nu-nude-etching-drawing-dessins/
website met verzameling naakten
zie ook
https://dantebea.com/category/articles/jules-de-bruycker-1870-1945/
https://lapetitemelancolie.net/2015/08/04/jules-de-bruycker-nu-nude-etching-drawing-dessins/
website met verzameling naakten
zie ook
https://dantebea.com/category/articles/jules-de-bruycker-1870-1945/
Rijsmuseum
https://www.rijksmuseum.nl/nl/zoeken?q=%22Jules%20de%20Bruycker%22&ii=0&p=1
JDB in het Rijksmuseum (Amsterdam).
Website JDB
Jules de Bruycker... - Kai Fine Art
https://www.kaifineart.com/julesdebruycker
website met beelden van JDB
https://www.kaifineart.com/julesdebruycker
website met beelden van JDB
aquarellen
http://museumprijs.be/sites/default/files/tijdschrift/pdf/OKV2008.4/Aquarelkunst%20na%2018oo.pdf
Hoewel de Vlaamse expressionisten eerder op schilderkunst en houtsnede gericht waren, is er daar toch ook interessant aquarelwerk ontstaan, bij voorbeeld van Frits Van den Berghe. Hij maakte in de jaren 1920 tekeningen en aquarellen over het cabaret en de vrouw, onderwerpen die hem dan zeer bezig hielden en die P.G. Van Hecke probeerde aan de man te brengen. Men mag hier wat terzijde nog vermelden dat Jules De Bruycker, die ook een expressionistische kant heeft, maar vooral etsen maakte, een aantal aquarellen op zijn naam heeft, vooral uit het begin van zijn loopbaan. Men treft er dezelfde nauwkeurige observatie aan als in zijn grafisch werk.
Hoewel de Vlaamse expressionisten eerder op schilderkunst en houtsnede gericht waren, is er daar toch ook interessant aquarelwerk ontstaan, bij voorbeeld van Frits Van den Berghe. Hij maakte in de jaren 1920 tekeningen en aquarellen over het cabaret en de vrouw, onderwerpen die hem dan zeer bezig hielden en die P.G. Van Hecke probeerde aan de man te brengen. Men mag hier wat terzijde nog vermelden dat Jules De Bruycker, die ook een expressionistische kant heeft, maar vooral etsen maakte, een aantal aquarellen op zijn naam heeft, vooral uit het begin van zijn loopbaan. Men treft er dezelfde nauwkeurige observatie aan als in zijn grafisch werk.
Prentbriefkaart Chartres
Postkaart Chartres van
fotokopie
(sic)
dans le train
Chérie
Me voilà donc de retour de Chartres. Cathédral superbe au point de vue sculpturale -
mais ce n’est pas Bourges - trop
peu de simplicité dans l’architecture.
Mais quelle trou ! hélas, ces villes où le clergé est resté le maître :
que de ruines - que de malpropreté. J’ai dit dans un restaurant -
pâtisserie - du poulet, mais juste à côté du W.C. où quelques drôles
d’Anglaises genre Fitzroy Street faisaient la file pour
p… du de Balzac.*1
Mais j’avais faim et je n’y ai pas mis trop de délicatesse.
Quelle ruelles ! sales, misérables, maisons tombant en ruines ! La
moitié des hommes que j’ai rencontré avaient l’air d’avoir trop bu - déchéance misérable.
N’empêche que j’y j’aurais été avec toi je serais resté plus longtemps car
j’ai passé ce matin une demi heure exquise dans le square derrière la cathédrale.
Calme absolu - et domine tout l’énorme paysage - j’ai pu travailler, fait
ce qui était a faire.
Demain jeudi matin je m’occupe d’Angkor*2 - très intéressant avec les parisiens,
le grandiose et le caricatural réunis. Beaucoup de choses à dire la dessus.
Sauf d’autres engagements j’irai vendredi à Amiens
- vous serez averties de l’heure
de mon retour.
Mais je suis seul dans mon compartiment et je trouve cela délicieux. Bref
je m’amuse ! et si j’étais fort j’irai bien encore plus loin, par exemple
Albi. Mais la question d’ argent compte aussi.
A mon retour peut être tu sera à la gare St. Pierre pour prendre un thé de Tilleul
ensemble !
Au revoir toi et au revoir ma progéniture. Baisers
Jules
Santé excellente.
Jules
Santé excellente.
*1 Balzac was bekend voor zijn beschrijvingen van soorten brood:
"Connaisseur des différents types des pains, Balzac va plus loin et fait dire à ses personnages des propos de professionnels".
*Angkor of
Yasodharapura is een ruïnestad in Cambodja. Het gaat om een tentoonstelling in Parijs: du 6 mai au 15 novembre 1931
(zie andere brieven)
*3 La Cathedrale
d’Amiens (1932) (270).
dinsdag 21 april 2020
Alfred Delaunois
Alfred Delaunois (1875-1941) École belge Dessins sur papier (lot de
deux) "Béguine" et "A l’église". Signés et datés: Alfred Delaunois 1931
et 1922. Ancienne collection René Van Herrewege. (petite déchirure pour
l’un). Dimensions : 17 x 14
Op 25 augustus 1914 startten de Duitse troepen met het systematisch plunderen en in brand steken van Leuven. Grote delen van de stad werden verwoest, meer dan 200 burgers vermoord en vele anderen mishandeld en voor jaren getraumatiseerd. Na drie dagen plunderingen bleef er van Leuven niet veel meer overeind. Zowat alle belangrijke monumenten waren vernield, enkel het stadhuis kwam ongeschonden uit de strijd. Deze verwoesting van Leuven kreeg de naam ‘Le Sac de Louvain’.
Ondanks uitdrukkelijk Duits verbod hielden Leuvense kunstenaars de herinneringen aan het puin en de ruïnes levend in hun werk. Eén van hen was Alfred Delaunois (1875-1941). Aan hem wijdt museum M-Leuven momenteel een bijzondere expositie.
Alfred Delaunois
Alfred Delaunois werd geboren in Sint-Joost-ten-Noode, maar verhuisde al op jonge leeftijd naar Leuven. Na zijn middelbare studies schreef hij zich in aan de plaatselijke academie, waar hij in contact kwam met Constantin Meunier (1831-1905) die er toen lesgaf. Deze zette hem aan om ook in de leer te gaan bij zijn zoon, etser Karl Meunier (1864-1894). Delaunois’ doorbraak als kunstenaar kwam in 1908 en al snel zou hij ook internationaal bekendheid genieten.
Delaunois schilderde vele tientallen portretten, landschappen, zichten op kerken, kloosters en begijnhoven en had een voorkeur voor kerkinterieurs. Maar hij voelde zich niet enkel aangetrokken door religieuze plaatsen en thema’s. Hij hield van de stad waar hij was opgegroeid. Zijn Leuvense straatgezichten zijn een getuigenis van het oude Leuven zoals het er uitzag voor de Eerste Wereldoorlog.
Karel Van de Woestijne
https://www.dbnl.org/tekst/woes002verz26_01/woes002verz26_01.pdf
Alfred Delaunois
Men spreektwel eens, in dit land, van schilderkunst,die ‘literair’ zou wezen, en men doet het doorgaans in pejoratieven zin.
Op 25 augustus 1914 startten de Duitse troepen met het systematisch plunderen en in brand steken van Leuven. Grote delen van de stad werden verwoest, meer dan 200 burgers vermoord en vele anderen mishandeld en voor jaren getraumatiseerd. Na drie dagen plunderingen bleef er van Leuven niet veel meer overeind. Zowat alle belangrijke monumenten waren vernield, enkel het stadhuis kwam ongeschonden uit de strijd. Deze verwoesting van Leuven kreeg de naam ‘Le Sac de Louvain’.
Ondanks uitdrukkelijk Duits verbod hielden Leuvense kunstenaars de herinneringen aan het puin en de ruïnes levend in hun werk. Eén van hen was Alfred Delaunois (1875-1941). Aan hem wijdt museum M-Leuven momenteel een bijzondere expositie.
Alfred Delaunois
Alfred Delaunois werd geboren in Sint-Joost-ten-Noode, maar verhuisde al op jonge leeftijd naar Leuven. Na zijn middelbare studies schreef hij zich in aan de plaatselijke academie, waar hij in contact kwam met Constantin Meunier (1831-1905) die er toen lesgaf. Deze zette hem aan om ook in de leer te gaan bij zijn zoon, etser Karl Meunier (1864-1894). Delaunois’ doorbraak als kunstenaar kwam in 1908 en al snel zou hij ook internationaal bekendheid genieten.
Delaunois schilderde vele tientallen portretten, landschappen, zichten op kerken, kloosters en begijnhoven en had een voorkeur voor kerkinterieurs. Maar hij voelde zich niet enkel aangetrokken door religieuze plaatsen en thema’s. Hij hield van de stad waar hij was opgegroeid. Zijn Leuvense straatgezichten zijn een getuigenis van het oude Leuven zoals het er uitzag voor de Eerste Wereldoorlog.
Karel Van de Woestijne
https://www.dbnl.org/tekst/woes002verz26_01/woes002verz26_01.pdf
Alfred Delaunois
Men spreektwel eens, in dit land, van schilderkunst,die ‘literair’ zou wezen, en men doet het doorgaans in pejoratieven zin.
Alfred Delaunois
Alfred Delaunois (1875-1941) École belge Dessins sur papier (lot de
deux) "Béguine" et "A l’église". Signés et datés: Alfred Delaunois 1931
et 1922. Ancienne collection René Van Herrewege. (petite déchirure pour
l’un). Dimensions : 17 x 14
Léon Gaspard Schulman
Léon Gaspard Schulman (1882-1964) École russe
Léon Gaspard Schulman (1882-1964) École russe Technique mixte: Rue animée. Traces de signature en bas à gauche: Léo. Ancienne collection René Van Herrewege. Voir illustration. Dimensions : 27 x 15,5...
Léon Gaspard Schulman (1882-1964) École russe Technique mixte: Rue animée. Traces de signature en bas à gauche: Léo. Ancienne collection René Van Herrewege. Voir illustration. Dimensions : 27 x 15,5...
Josef von Divéky
VON DIVEKY, Josef - 9 feuilles. € 250/350[Samson et Dalila]. - [Suzanne et les vieillards], 1919, crayon gras noir, 2 pcs, vergé +/- 20/25,5 x 17,5 cm; signés et datés. Scènes bibliques. - [Nus féminins], s.d., mine de graphite, 3 pcs, vélin +/- 23 x 16,5 cm; 1 signé et daté 1919. 3 essais de postures similaires, de grandeur différente, 1 dessin cerné à la gouache blanche. - [Les trois Grâces], s.d., crayon et aquarelle, vergé 20 x 19 cm; non signé. Pli central. - [La nef des fous et la Mort], s.d., eau-forte, tirage en bistre, 31,5 x 23,5 cm; non signée. Brunie. - Ex-libris René Van Herrewege, s.d., eau-forte, 12,5 x 7,8 cm; signée dans le cuivre. - [Vase fleuri], s.d., linogr., chine 36 x 26,5 cm; non signée. Pet. défauts marg., 1 déchir. rest. au verso, pet. traces de rouilles dans les coins. Par l’artiste hongrois J. (von) Divéky (1887-1951), graveur, ex-libriste, designer proche du Wiener Werkstätte. Provenance: Paul Eeckhout, anciennes collections Van Herrewege et Maurice Dupuis.
Josef von Divéky
Hongaarse schilder en graficus, geboren 28 september 1887 te Farmos - overleden 1951 in Sopron.
Na een studie aan de Akademie der Bildende Künste in Wenen, vervolgt hij vanaf 1906 zijn artistieke opleiding bij Larisch, Löffler en Carl Otto Czeschka (1878-1960) aan de kunstnijverheidsschool van deze stad.
Van 1910 tot 1914 is hij werkzaam als graficus in Brussel en Zürich.
In 1919 vestigt hij zich in Behtlis in Zwitserland.
In 1941 kreeg hij een leerstoel aan de kunstnijverheidsschool van Budapest.
Divéky's vervaardigde voornamelijk boek- en tijdschriftillustraties en gebruiksgrafiek voor de Wiener Werkstätte.
Josef von Divéky (eigendom van Van Herrewege):
Ramah
HET DRIEJAARLIJKSCHE SALON TE GENTI
Gent, 25 Augustus.
https://www.dbnl.org/arch/woes002verz22_01/pag/woes002verz22_01.pdf
Er is bij Ramah, wiens werkwijze onlangs ter gelegen-heid van zijn groote tentoonstelling bij Giroux te Brusseleven sterk bestreden werd door velen als zij door enkelenkon verdedigd worden, zeker te merken het sterk modeléen het accentueeren van het karakteristieke der vormendoor teekening en kleurengamma en ik wil wel gelooven datdit architectonisch "opbouwen" bij hem beantwoordt aaneen innerlijken drang naar stijlvolle ontwikkeling. Dejonge Luikenaar Mambour gaat eveneens, en dan nog op eeneigen wijze, naar een verwekken van een stevigen indrukvan het wezen zelf der dingen : hij zal er denkelijk inslagen als hij zich mijden kan van het al te literaireonderwerp. Albert Servaes heeft zijn eigen stijl reedsgevonden, buiten het constructieve expressionisme om;uit zijn inzending - twee tafereelen uit den kruisweg -blijkt dat zijn abstracties zich beter uiten in zwarten wit dan in een kleurengamma vol doorgedreven intensi-te it , en waar het grof-realistische doorheen schreeuwt.
Gent, 25 Augustus.
https://www.dbnl.org/arch/woes002verz22_01/pag/woes002verz22_01.pdf
Er is bij Ramah, wiens werkwijze onlangs ter gelegen-heid van zijn groote tentoonstelling bij Giroux te Brusseleven sterk bestreden werd door velen als zij door enkelenkon verdedigd worden, zeker te merken het sterk modeléen het accentueeren van het karakteristieke der vormendoor teekening en kleurengamma en ik wil wel gelooven datdit architectonisch "opbouwen" bij hem beantwoordt aaneen innerlijken drang naar stijlvolle ontwikkeling. Dejonge Luikenaar Mambour gaat eveneens, en dan nog op eeneigen wijze, naar een verwekken van een stevigen indrukvan het wezen zelf der dingen : hij zal er denkelijk inslagen als hij zich mijden kan van het al te literaireonderwerp. Albert Servaes heeft zijn eigen stijl reedsgevonden, buiten het constructieve expressionisme om;uit zijn inzending - twee tafereelen uit den kruisweg -blijkt dat zijn abstracties zich beter uiten in zwarten wit dan in een kleurengamma vol doorgedreven intensi-te it , en waar het grof-realistische doorheen schreeuwt.
maandag 20 april 2020
zondag 19 april 2020
Lebeer
Louis LEBEER
Brief aan weduwe De Bruycker Brussel,
7 september 1945
(sic)
Koninklijke Bibliotheek van België
PRENTENKABINET
Mevrouw,
De ontstellende tijding van het overlijden van Meester
Jules De Bruycker heeft mij onverwacht en diep pijnlijk getroffen. Niet alleen
als conservator van het prentenkabinet, maar evenzeer in mijn persoonlijken
naam, betuig ik U dan ook mijn bijzonder ontroerde deelneming in uw rouw. Uw
rouw is ons aller rouw, want allen verliezen wij een vriend en eeuwig
kunstenaar wiens grootheid nog verhoogd wordt door zijn oprechten eenvoud. In
hem verliest gansch ons land een van zijn schitterendste vertegenwoordigers,
een van die zeldzame persoonlijkheden die door de eeuwen heen den geestelijken
en artistieken roem van België bestendigen.
Ik hoop nog steeds mijn reeds aangegane verplichtingen
voor morgen namiddag te kunnen wijzigen en aldus op de begrafenis van den
Meester te kunnen aanwezig zijn. Dit is mijn innigste wensch. Mocht ik dezen
niet kunnen vervullen, zoo bid ik U mijn gedwongen afwezigheid te willen
verontschuldigen.
Met de herhaalde uitdrukking van mijn innige sympathie
en met de hoop dat U op mij zal willen rekenen om U desgewenscht bij te staan
in het zooveel mogelijke bijeen houden van de artistieke nalatenschap van onzen
grooten vriend en kunstenaar, verblijf ik.
Met eerbiedige hoogachting
Louis Lebeer*
* Louis Lebeer, geboren te Mechelen op
2 oktober 1895 en overleden te Etterbeek op 6 januari 1986, was een historicus.
Na middelbare studies aan het Mechelse Sint-Romboutscollege en hogere studies
aan de Leuvense universiteit werd Louis Lebeer Doctor in de Letteren en Wijsbegeerte
(1922) en bibliothecaris-bibliograaf (1923-1924). In de volgende jaren werd hij
bibliothecaris aan de Koninklijke Bibliotheek van België in Brussel (1924) en
bibliothecaris (1925) en adjunct-conservator (1930) bij het Prentenkabinet,
waar hij René van Bastelaer opvolgde. In 1937 werd Louis Lebeer benoemd tot
docent aan de Gentse rijksuniversiteit, waar hij de geschiedenis van het
gedrukte boek en de graveerkunst onderwees. In 1948 zal hij deze rol vervullen
aan de Luikse rijksuniversiteit met de cursus over de geschiedenis van de
graveerkunst. Daye Hippolyte
Hippolyte Adhemar Daeye (Gent, 16 maart 1873 - Antwerpen, 18 september 1952) was een Vlaamse expressionistische schilder.
Hippolyte Daeye groeide op te Gent in een rijke familie en bleef zijn hele leven gefortuneerd. Hij besloot op zijn drieëntwintigste kunstenaar te worden en studeerde aan de Gentse academie. De Eerste Wereldoorlog bracht hij door in Londen, waar hij nauwe vriendschappen ontwikkelde met Gustave Van de Woestijne, Edgar Tytgat en Constant Permeke. Hij ontdekte er Whistler, Constable en Turner, maar ook de Franse fauvisten en Modigliani, van wie hij veel invloed onderging. Maar hoewel een verdediger van het modernisme, werd hij zelf geen groot vernieuwer. Hij beperkte zich vooral tot het portret, vaak nog het kinderportret, en poogde daar een verstilde en bezonken expressie in te leggen. Hij zocht de fragiliteit van de persoonlijkheid te karakteriseren. In 1942 bedacht de kunstcriticus Paul Haesaerts er de term 'animisme' voor (van animus, ziel). Het animisme geldt als typisch voor de jaren 1930, toen na de zogenaamde 'excessen' van het expressionisme, kubisme en dadaïsme een 'retour à l'humain' aan de orde was. Ook Albert Van Dyck, die zich eveneens toelegde op het kinderportret, wordt vaak een animist genoemd.(Wikipedia)
De Graaff (zie JDB) kocht diverse werken van hem.
Daeye bemiddelde bij De Graaf bij de aankoop van werken van Permeke)
Zie: De collectie De Graaff-Bachienne.
Permeke over etsen
Permeke over etsen:
Vlaanderen. Jaargang 35 · dbnl
Brief aan zijn zoon
Vlaanderen. Jaargang 35 · dbnl
Brief aan zijn zoon
Ge kunt ook nog graveeren, daarom niet noodzakelijk op koper maar op zink met een gewone naald en dàn maar in de acide. In dien aard verschaft ge U steeds afwisseling in het werk. Schilderen, zalig niets doen, teekenen, linos, poppenspel, eten-drinken - slapen. Alles brengt U dichter bij het einde, dat zoolang niet meer zal wegblijven.’
Niettegenstaande hij zijn zoon aanmoedigt gravures te maken, heeft Permeke zelf nooit deze discipline beoefend omdat hij het unieke werk verkoos boven het gemultipliceerde: ‘Maar ik blijf bij mijn princiep dat origineele teekeningen het wèl halen bij n'importe welk procédés die altijd maar métier zijn, afkooksels van de spontane uitdrukking welke, zoo klinkt het zóó botst het direct en spasmodisch geboren worden. Crêatief.’ (brief 13.12.1943)
Verder in deze brief geeft hij zoals steeds weer een staaltje van zijn typische, plastische uitdrukkingen: ‘Geef mij daarom liever uw teekeningen - hoe onbeholpen ze ook mogen wezen! Spontaan werk - gelijk n'en jager naar zijn geweer grijpt als hij een haze niet! Hij is jager of hij is er geen, dàn is hij n'en Krabber.’
Terloops looft hij in dezelfde brief de kwaliteit van de etsen van Ensor maar geeft hem terzelfder tijd een veeg uit de pan omdat hij de laatste jaren teveel herdrukken van zijn etsen maakte: ‘Tot nu toe vond ik het interessanter dat er alleen eenige exemplaren van mijn werk bestonden. Dat is een standpunt gelijk een ander. Zooals voor Ensor is zulks geen nadeel in zijn werk etsen, en welke etsen tegen te komen. Die kerel heeft integendeel zijn oeuvre ermede verrijkt, maar... ik voeg eraan toe dat het allemaal geen Ensor's zijn die eauxfortes gedaan hebben. Zijn geval is eenig als van Rembrandt. Toch heeft hij de laatste jaren wat veel gedrukt zóó oneindig veel - waarom - ja waarom - omdat het een gemakkelijke ressource oplevert dat men voor een zakelijken kant nóg meer eens een tirage drukt die den kalant bevredigt. Men moet de tirage kunnen beperken en daarnà de clichés vernietigen - om de waarde aan de goeie épreuven of hun waarde te behouden.
Vergankelijkheid
"Misschien is de vergankelijkheid, en afscheid nemen van dingen die er altijd waren, wel een thema voor mij. Het impliceert een zekere melancholie. Het impliceert een zekere melancholie. En daar zit wat mij betreft per definitie schoonheid in. Soms moet iets verdwijnen om te beseffen hoe mooi het is." (Gille De Bruycker in De Standaard nav de Rabottorens). 18.4.2020.
De Bruycker is lid van het Gentse hiphoptrio Uberdope en betrokken bij de muziekuitgeverij Fake Records. Waarschijnlijk niks te maken met Jules De Bruycker. Nomen est omen?
De Bruycker is lid van het Gentse hiphoptrio Uberdope en betrokken bij de muziekuitgeverij Fake Records. Waarschijnlijk niks te maken met Jules De Bruycker. Nomen est omen?
Bonnel Brieven 1945 (2)
Lundi 10/12/1945
Cher ami,
Si j’ai tardé de répondre à la lettre datée du
29 novembre, ce n’est pas que l’ écrit m’ ait manqué de prendre la plume et d’épistoles.
C’est la santé. Voilà trois semaines que, comme un imbécile, je me refuse le
repos et les soins réclament un refroidissement avec son cortège de fièvre, de
bronchite, vomissement etc. J’ai continué le turbin et comme je ne rentre
jamais avant 11 hr ou 11 hr ½ - très souvent en marchant une partie du chemin parce
que le dernier autobus est parti - je me suis senti tellement déprimé et fatigué
par des quintes de toux que je n’ai eu ni le courage ni la force d’ écrire des
lettres.
Voici trois jours que, forcé finalement par la nature
à mettre la pédale sourde, je me soigne à la maison et je compte me remettre
sans trop de casse de ce refroidir serment négligé ! Les effets de la
quinine commencent à disparaître et j’ai enfin la tête suffisamment claire pour
savoir ce que je dis.
Parlons
d’ abord de ce qui parait te tenir le plus à cœur : les cigares.
J’ai envoyé 5 fois des paquets de 50. Tu en as
reçu deux. Il y en a donc trois qui se sont perdus en cours de route, de ce
côté ci de la Mer du Nord ou de l’autre. Impossible de savoir. Je me demande si
la proportion des pertes n’est pas trop grande aussi longtemps qu’on ne pourra
recommander les paquets.
J’ ignorais qu’on faisait payer 26,70 fr par
paquet mais évidemment la douane est à l’ œil, comme en cours de route les
amateurs. Ces escamotages, c’est aussi le cas pour la France et les Pays-Bas,
sont devenus si fréquents qu’on hésite à envoyer quoique ce soit.
C’est la raison pour laquelle, profitant du
voyage de quelqu’un qui devait passer par le centre de rapatriement , j’ ai
fait remettre cette boite de 100.
Quelqu’ un m’ a promis une adresse d’ un soldat
à l’ hôpital. Il paraît que la douane ne met pas le nez dans les affaires des
militaires. Au besoin j’essayerai de faire passer par cette voie éventuelle.
Non, l’ envoi de tabac n’est pas interdit. Le
problème est d’ en trouver. C’ est de nouveau la chasse au cigarettes à
l’approche de Noel, car comme il n’ y a pas de cadeaux dans les magasins tout le monde se rabat sur les cigarettes.
Alors c’est le cercle vicieux. Enfin
on verra.
L’
histoire du père Locion ne m’a même pas amusé. Elle
prouve tout simplement qu’il n’a
guère changé et qu’il a la peau d’ un éléphant. J’ aurais été reçu comme tu
l’as reçu plusieurs fois, du diable si j’ irais te voir. Mais voilà, ces gens,
père et fils, sont des exhibitionnistes. Il fut parler, se rendre intéressant.
Mais, à propos, je le croyais domicilié
à Bruxelles, après avoir vécu quelques années à Ostende. En effet, son fils,
aux frais de la princesse, a fait une tournée au Portugal et je présume que
c’est surtout de cela qu’ il t’ a entretenu. Enfin, pauvre homme.
J’ai négligé te de dire que la femme de Juul m’a envoyé - non pas un faire-part, mais une
carte de remerciements avec photo de notre cher ami. Elle m’a promis d’ écrire plus
longuement. J’ attends toujours. Incidemment
elle avait des craintes pour l’ œuvre de son mari, à cause de la petite Stella ,
qui bien entendu, hérite d’ un quart de ce que son père a laissé puisqu’il y a
la femme (la moitié) et un autre enfant (1/4).
Je me blâme personne, mais si tel est le cas les craintes de Juul se réaliseront. Ce
qui m’étonne c’est qu’il n’ait pas pris les précautions nécessaires, comme je
lui ai conseillé à maintes reprises, pour mettre à l’abri de tous ses héréditaires
sans distinction l’ exploitation commerciale de son œuvre.
Etant marié, non pas sous le régime de la
communauté, mais sous la séparation de biens, il disposait librement de tout le
produit de son art et n’avait qu’ à faire un testament stipulant ce qu’il
entendait faire de ses plaques etc. tout en ne frustrant pas les héritiers d’ une part convenable de l’ argent,
meubles, maison etc. qu’il laissait.
La question le hantais depuis qu’il avait reconnu
Stella. La question est devenu aiguë quand il a cru devoir épouser sa femme qui attendait un bébé, seul moyen de mettre la
main sur lui.
C’est précisément en prévision de tout cela que
le mariage s’est fait sans contrat de séparations des biens.
J’ en sais quelque chose puisque c’ est moi qui ‘l ai fait faire pour
laisser à Juul toute liberté d’ action. C’est aussi pour cela que sa femme nue
blairait à peine. Je ne sais si tu le savais , mais durant la guerre j’ étais
devenu le confident et conseiller de Juul et cela ne plaisait pas à certaine
personne. Le malheur a voulu que je ne rentre pas en Belgique, autrement
j’aurais pu, par voie d’ avocat et de notaire, immobiliser l’œuvre artistique et
la faire confier à du conseil d’exécuteurs testamentaires. Peut-être Juul l’
a-t-il fait Si oui cela se saura bien, sinon cela va être une bataille royale.
C’est malheureux, bien malheureux tout cela. Ce que j’ écris est strictement
confidentiel et il ne faut pas que cela s’ ébruite. Pas même une allusion,
ne fût ce que pour la mémoire de notre cher ami.
Since Bien à toi
Peter
UItgeschreven door Frank & Eli
Bonnel Brieven 1945
42 Hilldrop Road N.7
Le 14/10/1945
(sic)
Bien cher Ami,
Qu’il me soit permis avant toute chose d’attirer
ton attention sur le fait que ma vue a fortement baissé et qu’avec ta façon de
vouloir écrire le plus possible sur une pauvre carte postale il me faut 1e
une loupe 2e une demi heure de temps pour déchiffrer tes bâtonnets !!
Pour autant que je sache la censure a cessé et
il suffit de toute façon de parler d’un paquet sans mentionner le contenu.
Dans quelques jours je répéterai l’ expérience mais
je crains fort qu’ ici ou à Gand on n’ évente bientôt la mèche. Pour savoir si
le paquet est arrivé à destination il me suffit d’ avoir par retour de courrier
une simple carte datée (non pas lundi ou dimanche) avec une simple phrase
accusant réception de manière à du délai entre l’envoi et l’arrivée.
Pour ce qui est de Juul je m’ abstiens pour l’ instant
de tout jugement jusqu’à ce que je sois en possession
des faits et non de « on dit » et autres bruits. Quand je me suis
permis de demander des détails sur sa fin je pensais à des coupures des journaux
locaux et d’un quelconque grand journal de Bruxelles.
Je suppose qu’il est trop tard pour se procurer
cela. En tous cas ne te donne pas trop de peine pour me dénicher cela. Qui sont ces « Deux Noirs » (je
suppose des collaborateurs) qui seuls ont suivi le corbillard ?
Pour ce qui est d’ obsèques « officielles »
je ne suis pas bien sûr que ce soit le cas pour notre ami qui n’ était je crois
que membre correspondant. Je puis me tromper.
Enfin, nous reparlerons de tout cela, à vivre
voix plus tard. Je crains que ce ne soit beaucoup plus tard car, à partir d’
après-demain je commence en plus de mon boulot
a l’ hebdomadaire un travail du soir que m’ occupera 6 jours par semaine de
7 heures à minuit.
Ce n’est pas le moment de demander un congé quand
on organise un nouveau service. Mais cela se tassera bien un jour. Voici 6 ans
que je turbine sans un jour de congé et j’ espère que je tiendra encore le coup
pendant quelques mois.
Bien des choses à vous deux,
de nous deux
Peter
P.S. J’ attends toujours un mot de la femme de
Juul. Quand je t’ai écrit l’ autre jour que la lettre me fixerait je ne pensais nullement à la collaboration ou pseudo
collaboration mais à un fait qui remonte à 1918 !!
Je continu de surveiller les enveloppes mais je
n’ai rien de bien intéressant à t’ envoyer pour l’ instant en fait de timbres.
Uitgeschreven door Frank en Eli.
Uitgeschreven door Frank en Eli.
zaterdag 18 april 2020
Vernieuwe
Brief 14/3/1943
Prof. Dr VERNIEUWE*3
Mon Cher De Bruycker,
J’ai passé à
dimanche , une heure bien agréable à parcourir en les détaillant, vos
« Gens de chez nous ». J’y ai éprouvé une joie admirative qui je
répèterai encore souvent.
Combien différent
cet album d’avec vos autres œuvres groupées, précédentes. C’est de l’humanité
parce que vous mettez en scène cette fois, et il faut que les scènes se
répètent, en d’autres expressions, pour que ce défilé humain ait son sens
complet.
L’expression, le
pose de vos personnages - y compris celles de l’aquafortiste ! - trahit le
secret de leur rang social, de leurs sensations, de leur psychologie.
Je lisais, tout
récemment un article de ce… polisson de génie qu’est Colin*1. Il y
parlait de Constantin Guys et disait : »Ce serait une déconcertante
frivolité que de contempler le seul visage de tes modèles et leurs expressions superficielles.
Car Guys*2 est le chroniqueur d’une époque, un des comptables de
l’humanité. »
Cette phrase
s’applique à votre œuvre en général, et à votre œuvre récente, en particulier.
Mes félicitations
ne sont pas - hélas pour vous et pour moi - pas celles d’un expert d’art, mais
très simplement l’expression d’un amateur modeste et un ami sincère.
*1 Paul Colin (1895, in
Saint-Josse-ten-Noode – 8 April 1943*4, in Brussels)
*2Ernest Adolphe Hyacinthe
Constantin Guys (Vlissingen, 3 december 1802 – Parijs,
13 maart
1892)
*3 Vernieuwe, Jules 1877-1944
Langui
Langui
Emile (1945), ‘Grandeur et Misère
der Belgische verzetskunst’. Kroniek van Kunst en Kultuur, december 1945, p. 42-45.
(zie Huys: 47)
"De leiders hebben het dan een tijdje met Jules De Bruycker beproefd, die er voor een paar exposities ingelopen was"
Volgens Huys waren tenminste 15 van de 18 (47)
vrijdag 17 april 2020
Tentoonstellingen in Duitsland Wereldoorlog II
Beeldende kunsten - NEVB Online
De Berliner Kunsthalle hield in 1941 een tentoonstelling gewijd aan de flämische Kunst der Gegenwart. Deze tentoonstelling werd georganiseerd in samenwerking met de Vlaamsch-Duitsche Arbeidsgemeenschap (DeVlag) en ingeleid door Wies Moens. Onder meer J. Anteunis, K. Aubroeck, D. en G. Baksteen, J. Brusselmans, Jozef Cantré, J. de Bruycker, V. de Saedeleer, P. De Troyer, Albert Poels, Albert Servaes, J. Smits, Felix Timmermans, A. Saverijs, J. Verdeghem, F. Tinel maar ook J. Ensor namen eraan deel. Permeke weigerde (zijn kinderen Paul en John hadden de Engelse nationaliteit en werden door de Duitse bezetter respectievelijk langdurig en tijdelijk gevangengenomen). Permekes buitengewone talent en betekenis werden niet betwist maar hij werd onder andere door Volk en Kultuur beschouwd als een aanhanger van het "verwerpelijke Joodse expressionisme". En hij bleek, in tegenstelling tot de geliefde kunstenaars uit die jaren, Servaes en De Troyer, niet in staat om de nationaal-socialistische verwachtingen in te lossen. Permeke ondervond enige hinder vanwege de bezetter. In 1942 werd een tentoonstelling van zijn werk in de Brusselse galerie Bruegel gesloten.
002_Scheltiens.indd - chtp22_002_Scheltiens.pdf
https://www.cegesoma.be/docs/media/chtp_beg/chtp_22/chtp22_002_Scheltiens.pdf
Op 17 mei 1941 opende priester-kapelaan Cyriel Verschaeve, hoofd van de Vlaamsche Cultuurraad en ‘geestelijk leider’ van de DeVlag, de tentoonstelling Flämische Kunst der Gegenwart in de Kunsthalle te Berlijn. De tentoonstelling was een initiatief van de De Vlag. Onder de geëxposeerde werken waren ook schilderijen van War Van Overstraeten. (Foto SOMA, nr. 10818, persagentschap Weltbild
De Berliner Kunsthalle hield in 1941 een tentoonstelling gewijd aan de flämische Kunst der Gegenwart. Deze tentoonstelling werd georganiseerd in samenwerking met de Vlaamsch-Duitsche Arbeidsgemeenschap (DeVlag) en ingeleid door Wies Moens. Onder meer J. Anteunis, K. Aubroeck, D. en G. Baksteen, J. Brusselmans, Jozef Cantré, J. de Bruycker, V. de Saedeleer, P. De Troyer, Albert Poels, Albert Servaes, J. Smits, Felix Timmermans, A. Saverijs, J. Verdeghem, F. Tinel maar ook J. Ensor namen eraan deel. Permeke weigerde (zijn kinderen Paul en John hadden de Engelse nationaliteit en werden door de Duitse bezetter respectievelijk langdurig en tijdelijk gevangengenomen). Permekes buitengewone talent en betekenis werden niet betwist maar hij werd onder andere door Volk en Kultuur beschouwd als een aanhanger van het "verwerpelijke Joodse expressionisme". En hij bleek, in tegenstelling tot de geliefde kunstenaars uit die jaren, Servaes en De Troyer, niet in staat om de nationaal-socialistische verwachtingen in te lossen. Permeke ondervond enige hinder vanwege de bezetter. In 1942 werd een tentoonstelling van zijn werk in de Brusselse galerie Bruegel gesloten.
002_Scheltiens.indd - chtp22_002_Scheltiens.pdf
https://www.cegesoma.be/docs/media/chtp_beg/chtp_22/chtp22_002_Scheltiens.pdf
Op 17 mei 1941 opende priester-kapelaan Cyriel Verschaeve, hoofd van de Vlaamsche Cultuurraad en ‘geestelijk leider’ van de DeVlag, de tentoonstelling Flämische Kunst der Gegenwart in de Kunsthalle te Berlijn. De tentoonstelling was een initiatief van de De Vlag. Onder de geëxposeerde werken waren ook schilderijen van War Van Overstraeten. (Foto SOMA, nr. 10818, persagentschap Weltbild
Abonneren op:
Posts (Atom)
Patershol
https://gandante.be/product/zoektochtboekje-sherlock-holmes-in-het-patershol/ Zoektochtboekje: Sherlock Holmes in het Patershol Kostpr...
-
Constantinus De Bruycker (1823-1896), een neef van de vader van JDB en een kunstschilder met een zekere reputatie (hij participeerde aan de ...
-
D.135 ALBUM "SITES ET VISIONS DE GAND" checken of ik geen werken bespreek na de aankondiging van het verschijnen van...