Hogeschool Gent 1748-1995 (sample pages) by Studio Luc Derycke – Issuu
https://issuu.com/studiolucderycke/docs/hogeschool-sample
Hogeschool Gent 1748-1995 (sample pages) by Studio Luc Derycke – Issuu
https://issuu.com/studiolucderycke/docs/hogeschool-sample
Straatjes-gezichten vindt men in de meeste steden... à à la De Bruycker, zoals bij:
https://sfcdt.wordpress.com/2021/10/03/
De prenten van Jan Frans Cantré zijn echter veel minder van kwaliteit dan van Jozef Cantré, de oudere broer staat in een Gentse traditie van Jules De Bruycker en Cecile Cauterman, een karikaturaliseren van de volksmens, waar bij De Bruycker misschien nog enig mededogen te bespeuren valt, is dat bij Cauterman helemaal verdwenen, ze doet dit ook niet met ideologische bedoelingen zoals een George Grosz, maar ‘als stijl’ en vanuit de hoogte, typische vrouwelijke fijngevoeligheid. Bij de oude Cantré komt daar nog een eenvoudiger lijnvoering bij kijken, een clichématig werken met de houtsnede, waardoor de prenten een louter lokale betekenis overhouden – is Jozef Cantré een meester, en in veel prenten zelfs de meester van Masereel, dan is Jan Frans Cantré een académicien – alhoewel ook hij veelbelovend begonnen is – ergens moet hij geblokkeerd geraakt zijn, wie in het eigen milieu blijft, wordt al te dikwijls veroordeeld tot een kooi.
Leon Frederic. Ik kwam zijn naam wel eens tegen in kunstkritieken.
Zo bewaarde ik deze paragraaf van Leo Van Puyvelde
“Zoo staat ook Léon Frédéric boven de beweging van zijn tijd. Eens was hij de ingetogen schilder van den arbeider, van den niet opstandigen, maar gelaten arbeidenden werkman. Nu is hij de intieme schilder van het gemoed, van het gelouterd lijden en den zuiveren droom der ziel. En steeds blijft zijn kunst die van een ernstig en toegewijd artist: zijn Lieve-Vrouw van den Rozenkrans is als een teere en harmonieuse muziek, waarin alles samenklinkt in een hooge en heldere tonaliteit. Zijn ideale opvatting van het leven stemde hem tot het kunstig harmonieeren van honderden kleurbloemen met de blauwe lucht en den blanken tooi van de drie figuren.
Ook de zeer eigengeaarde Jules De Bruycker vermag het een levenszin uit te spreken, die anders is dan die van de meeste tijdgenooten. Al te lang heeft men hem beschouwd als een caricaturist van het volksleven. Het zal eerlang blijken, als zijn huidige evolutie geheel voltrokken is, dat hij heel veel meer is. Er komt een zware bezonkenheid in zijn werk: die van den volwassen geest, welke zichzelf beheerscht. Deze bezonkenheid is waar te nemen in zijn waterverfschildering Oude Markt, die op de Driejaarlijksche was; niet alleen in de volslagen eenheid van opvatting tusschen de personen en de zaken, ook in de schaal van verteekening van de figuren.”
https://www.dbnl.org/tekst/_onz021192501_01/_onz021192501_01_0025.php
Désormais, les sorties de géants deviennent une thématique digne d’être exploitée. Les œuvres réalisées constituent un précieux moyen permettant de débusquer des détails ou de percevoir des impres- sions (le caractère monumental du Cheval Bayard notamment). On citera, par exemple, les gravures du Français Paul Renouard de passage chez nous, de Léopold Henderyckx, Jules De Bruycker, Frans Masereel, René Van de Sande, Jan Van Cleemput. Nouveau médium, la photographie, permet, elle aussi, de fixer les choses.
Honoré Daumier, Het drama (ca 1860) (oil on canvas)