Belfort,
Op
het einde van de 12de eeuw bouwen Vlaamse steden belforten. Een
belfort staat symbool voor de rechten van de steden. De vrije poorters bewaren
er hun voorrechten. De klok speelt een rol om de bewoners te waarschuwen voor
gevaar en feesten. Hoewel de functie van het Belfort verandert blijft het een
symbool voor de stad. Een symbool van de seculiere macht tegenover de
kerktorens als symbool van de religieuze macht.
JDB
tekende en etste het Belfort in Gent en werd “de man van het Belfort” genoemd. Het
Genste stadslied Klokke Roeland verwijst naar het Belfort.
Tijdens
de eerste wereldoorlog wordt het belfort van de Lakenhal in Ieper vernietigd. Dat
beeld wordt
een
icoon in de berichtgeving (postzegels, postkaarten, posters etc.).
Ook
JDB zal dit feit tekenen en etsen met aandacht voor de toren en de klokken.
“Non-conformist, individualist, proletariër, man van het
Belfort, noemt De Bruycker zichzelf. Op een tekening van de Gentse
St-Niklaaskerk legt hij zijn ‘man van het Belfort’ de woorden ‘Zij zullen hem
niet temmen’ in de mond - dezelfde woorden die Masereel in 1919 in Genève op de
laatste bladzijde van Mon livre d'heures zal laten drukken.”
Joris van Parys, Masereel, p. 33
https://www.dbnl.org/tekst/pary001mase01_01/pary001mase01_01_0004.php
PS
Van de Woestijne identificeert de schilder Van Rijsselberghe hij met het beeld van de Man
van het Belfort: “gesloten en breed, ingetogen en uitdagend”.
"Van de Woestijne meent dat de kunstenaars sterk bepaald zijn door hun milieu en “overerving”. De Gentenaar zou gekenmerkt zijn door “rauwe norschheid” en “zelfgelokenheid”. De stad drukt hem neer. Een tweede karaktertrek van de Gentenaar zou zijn vrijheidsdrang zijn. Vooral de kunstenaars proberen aan de te neerdrukkende sfeer te ontsnappen. Van de Woestijne zelf had ook die evasiedrang, zoals blijkt uit zijn verblijf in Latem. Deze paradijselijke tijd, al verheerlijkt in een opstel over Albijn van den Abeele uit 1904, werd nog eens vastgelegd in de brievenroman De leemen torens, die hij samen met Herman Teirlinck tijdens de Eerste Wereldoorlog schreef en die in 1928 werd gepubliceerd. "
PS
“Non-conformist, individualist, proletariër, man van het
Belfort, noemt De Bruycker zichzelf. Op een tekening van de Gentse
St-Niklaaskerk legt hij zijn ‘man van het Belfort’ de woorden ‘Zij zullen hem
niet temmen’ in de mond - dezelfde woorden die Masereel in 1919 in Genève op de
laatste bladzijde van Mon livre d'heures zal laten drukken.” (Chabot).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten