donderdag 2 juli 2020

Veergreppe Luizengevecht







De Kortrijksepoortstraat, dat tijdens La Belle Epoque nog Kortrijkschestraat heette, loopt parallel met de Leie en was toen  nog voorzien van talrijke zijsteegjes en beluiken die afdaalden naar dat water. Op een 16de-eeuwse kaart ziet men beter waar dit is gesitueerd: 


In  Archiefbeelden Gent deel V, Beluiken, poortjes en cités, 2003, van Roger Moreau, staat  p. 86 identiek dezelfde foto als op deze in 1903 verstuurde Suggkaar en wordt deze foto gedateerd als zijnde van rond 1880. Merkwaardig genoeg is daar deze foto ondertekend met “ J.V. Waesberghe Gent” waaruit men zou kunnen afleiden dat dus niet, zoals de meeste andere Suggzichten, Edmond Sacré (1851-1921) deze  foto nam.

Jos Tavernier vestigde er mijn aandacht op dat dit onmogelijk was gezien Jozef Van Waesberghe leefde van 1908 tot 1982.
Hoe zit de vork juist aan de steel? Bij het overlijden  in 1921 van Sacré was zijn fotozaak gevestigd in de Kalandestraat 1, op de hoek met de Korte Kruisstraat (waar later boekhandel Intelect kwam). De zaak werd verder gezet door zijn dochters die de negatieven van hun vader Edmond verder commercialiseerden.  In 1938 werd de zaak overgenomen door fotograaf Jozef Van Waesberghe en ook hij bleef de negatieven gebruiken maar dan met vermelding van zijn eigen naam in de beelden! Via hem kwam een deel van de Sacré-negatieven terecht in het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium in Brussel en zo in het boek van Roger Moreau.


Het  ondertussen verdwenen cité Kortrijksepoortstraat 116-142 die deze Suggkaart ons toont  werd, zoals ook  dit in de Groendreef, het Luizengevecht genoemd, omdat het er zo vuil was. Uit een verslag van 1852 blijkt dat deze woonsten als varkenshokken waren waar de bewoners slechts over een vunzige strozak beschikten waarop een vuil en smerig deken lag. Het krioelde  er van de luizen.  Dit beluik ging rond 1907 tegen de vlakte.

Gent telde omstreeks 1880 ongeveer 700 beluiken en een 7.500 krotten die onderdak verleenden aan ca. 30.000 mensen. Toen leefde één Gentenaar op vijf in erbarmelijke omstandigheden. Ieder huisje bestond uit één kamertje van 4 op 4 meter die én als keuken én als slaapkamer dienst deed. De zolderkamer, zonder ramen, gebruikte men als kinderkamer. Zo waren er beluiken die uit 117 krotten bestonden, waarvoor maar twee waterpompen en zes toiletten ter beschikking stonden. Momenteel heeft Gent nog steeds beluiken, waarvan sommigen al meer dan 120 jaar bewoond worden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Daumier

Honoré Daumier, Het drama (ca 1860) (oil on canvas)