vrijdag 27 maart 2020

Tichelrei

Microsoft Word - titelblad en inleiding3.doc - RUG01-001312221_2010_0001_AC.pdf
https://lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/312/221/RUG01-001312221_2010_0001_AC.pdf

Tijdens een vergadering van de museumcommissie op 10 oktober ’59 suggereert Jozef Goossenaerts dat het niet zou misstaan te Bokrijk ook een aantal stedelijke gebouwen herop te richten: “Vermits men een museum wil voor het Vlaamse land, men ook de stad niet mag vergeten, bv. door het aanleggen van een straat met mooie burgerhuizen en sierlijke gevels.”3 In dit verband is het interessant om te weten dat Goossenaerts tijdens zijn studies Germaanse filologie aan de Gentse universiteit Henri Logeman als professor had gekend. In 1912 krijgt Goossenaerts een vaste  benoeming aan de universiteit, net op tijd om Logemans ideeën over een stedelijk openluchtmuseum “in vaste materialen” te horen voor de wereldtentoonstelling van 1913 te Gent.4Goossenaerts, taalkundige en in ’57 door Weyns uitgenodigd te zetelen in de adviescommissie na de dood van Wellens, wordt teruggefloten door Weyns die het met zijn standpunt hoegenaamd niet eens is. In een volgende vergadering neemt Goossenaerts, onder invloed van Weyns, zijn woorden terug en nuanceert dat hij vond er “ook uit de stad wat zou bijmoeten, bv. een stukje straat van vóór een paar honderd jaar, indien het kan. Zo dacht ik aan de Tichelrei te Gent, die intussen toch al ten dele of reeds geheel afgebroken is.”5 Onder druk van Weyns herroept hij achteraf zelfs dit voorstel. Toch is de idee geboren en al snel ontstaat een tweedeling in de commissie met voor- en tegenstanders voor de oprichting van een stadswijk. Het zijn in feite voornamelijk Jozef Weyns en KC Peeters wiens opvattingen danig verschillen en die, tot op persoonlijk niveau, de hevigste discussies voeren. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Heinrich Zille

  De Bruycker is perhaps to Ghent what the slightly older and more emphatically political artist Heinrich Zille was to Berlin. (Goddard: 27)...