donderdag 7 januari 2021

Danse Macabre Holbein

 JDB roept ME gestalten op: geraamtes van de dodendans van Alfed Rethel... (Chabot, p. 139).


"ziekte en dood in de schilderkunst"


West-Vlaanderen. Jaargang 9 · dbnl
https://www.dbnl.org/tekst/_vla016196001_01/_vla016196001_01_0125.php

Holbein was overigens een buitengewoon knap uitbeelder van het dode lichaam; dat blijkt uit zijn machtigste religieuze schepping ‘De dode Christus’ (1521) in de Öffentliche Kunstsammlung te Basel, een kunstwerk waarin hij de scherpe uitdrukkingskracht van een Grünewald heeft verbonden met de klare, heldere zeggingskracht van de Italianen. In een zelfde geest vinden wij ook recentere werken zoals de cyclussen ‘Auch ein Totentanz’ en ‘Der Tod als Freund’ van de Duitse etser en lithograaf Alfred Rethel (1816-1859). Nog in de tijd van het impressionisme komt de dood als een geraamte in de schilderij en staan. De Zwitserse schilder Arnold Böcklin (1827-1901), die veelal grote mythologische taferelen heeft nagelaten, heeft de dood zelfs in zijn nabijheid gewild in zijn eigen zelfportret. Een bijzondere rol heeft de dood, als geraamte gezien, wel gespeeld in anecdotische, sarcastische en infernale taferelen in het werk van James Ensor (1860-1949). Ensor heeft blijkbaar gaarne met geraamten omgegaan; de dood is bij hem de graaggenode gast, de ontmoeting die iedere dag kan gebeuren, de kameraad bijna, het bijna tot clowneske voorstelling aangeklede geraamte, de spotter die de relativiteitszin van de mensen aanscherpt en toch altijd meester blijft van het resultaat. En de Gentenaar Jules De Bruycker (1870-1945) heeft in zijn koperets ‘Het kleppen van de dood’ weer de triomf van de dood uitgebeeld, groots, machtig en niets ontziend.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Bankbiljetten

  https://museum.nbb.be/sites/default/files/2022-08/Onze_biljetten_bestaan...149_jaar.pdf   “Zo kwam de Bank in 1939 terecht bij Jules De Br...