vrijdag 7 februari 2020

Rue de la Putterie


J.D.B. 064 A RUE DE LA PUTTERIE A BRUXELLES // LA MAISON DU DUC JEAN 1914


Uitzonderlijke staat.
Als u deze prent vergelijkt met de vorige kan men duidelijk zien dat deze veel donkerder is, wat laat vermoeden dat er ooit meer dan één exemplaar geweest is
H 427-B 402
L.R.50 

 


 

Wijk: De putterie werd afgebroken

La Putterie. “De Putterijwijk, met haar Marché du Bois, rue de la Bergière, rue des Longs-Chariots, rue du Singe, rue des Armuriers en rue Nuit-et-Jour.”

JDB besteedt aandacht aan een bedreigde buurt met vergeten straten.

Vele jaren later (rond 1944) leert L.P. Boon de omgeving kennen tijdens stadswandelingen met zijn vriend de schilder Maurice Roggeman, die in de Marollen woont. Boon wordt geïnspireerd door de scène en besluit een roman te schrijven over de gevolgen van de afbraakwerken voor de realisatie van Noord-Zuidverbinding (1904-1952). Boon richt zijn aandacht op de zwakkeren, de slachtoffer van een onwrikbaar geloof in de vooruitgang. Het draait rond een straatje (Vertinningsgang die uitgaf op de Kanonstraat) dat toevallig afgesloten wordt door arbeiders die aan de noord-zuidverbinding werken.:

Een nauwe straat loopt dood tegen den hoogen botten achtergevel van een pakhuis. Het is er stil. Het zoemen van een graanzuiger achter den blinden muur, en het roepen van een paar spelende kinderen, maken de stilte nog dieper. Den laatsten tijd hoort ge ook het vaag gerommel, het verre kappen en breken voor de Noord-Zuid-verbinding. En soms, heel dof: boem.

De bewoners blijven geïsoleerd achter. Het wordt een kleine commune die zich de Bond der Vergeten Straat.

De tekeningen van JDB en de roman van L.P. Boon vormen samen met een bas-reliëf aan het station een herinnering aan een buurt die verdween voor "de verbinding, de urbanisatie en de gezondmaking van het centrum van Brussel".

Boon blijft actueel. Getuige daarvan: Pascal Verbeken begint zijn gloednieuwe boek ‘Brutopa’ met een citaat uit ‘Brussel, een oerwoud’: “Gij die gezien hebt dat Brussel, België, Europa, DE WERELD een oerwoud is, gij peinst dat het DE NIEUWE WERELD is die afkomt.”



Herman Teirlinck (in Brussel 1900): “Waar is de Putterij? Waar de zo gastvrije amigo? “ 


 "Waar is de Putterij? Waar de zo gastvrije amigo? En gij, waar zijt gij, zoete Peerlemoerengangsken? De heren van de Wet hadden u zo lieflijk ‘Impasse de la Perle d'amour’ vertaald, maar zij hebben geen hart voor duurzame poëzie.
Iets is zeker: de ‘jonction’ zal vele uiterst gevoelige plaatsen van het stadsbeeld hebben uitgeroeid, en het zal blijken dat wonden werden geslagen die geen geslacht ooit genezen kan. Brussel zal er dan weer iets van zijn eigen aard bij verliezen. Ik wil zeggen: Brussel zal dan weer iets aan verwildering prijsgeven van wat zijn historische gaafheid was. Want oude dingen binden veel vaster dan nieuwe. En er moet altijd iets van het oude vaderhuis blijven bewaard, willen de kinderen in liefde hun moeder nog herkennen."

Karel van de Woestijne, Verzameld werk. Deel 6. Beschouwingen over literatuur. Het dagelijks brood I. Keur uit de brieven in dagbladen 1906-1929 · dbnl

https://www.dbnl.org/tekst/woes002verz08_01/woes002verz08_01_0081.php

"en het onontbeerlijke Centraalstation was de imponeerende reden waarom de Putterijwijk werd platgelegd. Intusschen wachten wij nog steeds, wachten wij reeds een kleine twintig jaar op genoemd kunstgebouw, terwijl van gemeld station werd afgezien, - hetgeen de aloude en schilderachtige Putterij uit zijn puinhoopen niet verrijzen doet.  "

De teloorgang van een wijk

Voor de aanleg van de Noord-Zuidverbinding en de bouw van het Centraal Station werd ‘de Putterij’, één van de meest pittoreske en oudste volkswijken van Brussel, volledig gesloopt. Meer dan tienduizend bewoners dienden hun woonst te verlaten en moesten noodgedwongen ergens anders onderdak zien te vinden. Op de gevel van het treinstation werd een gedenkplaat van de Leuvense beeldhouwer Charles Leplae (1903-1961) aangebracht ter herinnering aan de verdwenen volksbuurt. Een opschrift vermeld het volgende:
“Op initiatief van het Nationaal Bureau van de Noord-Zuidverbinding werd dit gebeeldhouwd met het doel te herinneren aan de oude kwartieren die gesloopt werden om de aanleg van de verbinding te verwezenlijken samen met de urbanisatie en de gezondmaking van het centrum van Brussel”.







Bas-reliëf aan de hoofdingang van Brussel centraal station ter herinnering aan de wijken “Putterij” en “Sint-Rochus” die zijn afgebroken voor de aanbouw van het station (CC BY-SA 4.0 – Sally V – wiki)


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Bankbiljetten

  https://museum.nbb.be/sites/default/files/2022-08/Onze_biljetten_bestaan...149_jaar.pdf   “Zo kwam de Bank in 1939 terecht bij Jules De Br...