donderdag 30 januari 2020

Dietrich

"Depuis des années j'evite tot commerce avec les editeurs - sauf la Maison Dietrich avec laquelle je traite depuis mes modestes début - pour sauvegarder la valeur artistique d'un travail de beaucoup d'années, pour simpifier tant de complications et éviter la déteriorisation de beaucoup d' épreuves" (1929). (Huys: 36).






Uit Goddard:

It is very difficult to find documentation or information about the display of prints in such informal settings. However, we know that in 1891 Ensor's etchings were exhibited at gallery Dietrich in Brussels; Dietrich being the firm that published the beautiful Almanach by Verhaeren and van Rysselberghe (cat. no. ), as well as numerous prints by Ensor and Finch.[i] The "Maison Dietrich" also sold photographs (platinum prints) and reproductive prints of works by the preraphaelites, as well as books illustrated by Walter Crane, and books published by William Morris' Kelmscott Press.[ii] When Finch completed his 1892 album of ten etchings it was made available for sale at the publishing house of Veuve Monnom (cat. nos. ).[iii] It is likely that other publishing firms that specialized in the arts, such as J.E. Buschmann in Antwerp (publisher of the second series of Van nu en Straks) also sold prints.[iv] We know that a number of impressions of certain etchings by Lemmen were among the archives of the etching printer Van Campenhout, although whether or not they were available for sale through this firm is not certain.[v]




[i]. Hoozee/Tavernier, James Ensor, p. 12. In 1892 Dietrich published Ensor's and Finch's portfolios of etchings (Bib Belg 8 no. 7 1892, p. 195. Ensor's Les sacripants and Les lutteurs was published by Dietrich in 1897 (Bib Belg 23 no. 15-16, 1897, p. 291, as was Hop Frog in 1898 (Bib Belg 24, no. 9, 1898, p. 158).


Uit De sluipwegen van de roem - PDF Free Download
http://docplayer.nl/106147878-De-sluipwegen-van-de-roem.html

De Galerie Dietrich in de Koningstraat aan de Hofberg was er één van. Reeds begin jaren 1880 organiseerde die galerie permanente tentoonstellingen met vrije toegang. In een galerie bleven kunstwerken namelijk langer hangen dan op klassieke exposities. Die Galerie Dietrich werd de eerste kunstboekhandel in België die tegelijkertijd als tentoonstellings- en verkoopsgalerie functioneerde. Er werden regelmatig werken geëxposeerd van nog levende kunstenaars. 222

Op die plek verwierf Ensor in mei 1891 zijn eerste solotentoonstelling. Hij stelde er enkel een aantal gravures tentoon, waarbij onder andere tien exemplaren van zijn lithografie Hop-Trog, die werden aangeboden voor de prijs van 20 frank per stuk.

Film


1931
JDB krijgt een opdracht om een affiche te ontwerpen tegen “de slechte films”. Aan Van Herreweghe schrijft hij dat hij geen inspiratie heeft: “J’ai vu moi-même trop de belles et instructives impressions picturales au cinéma” (Huys: 38)

Clichés

JDB bedankt Van Herreweghe: "de votre dernier geste en m'offrant toute cette collection de clichés!"
(Huys: 36). (1930)

Betekenis? 

  1. Photographie. Négatif d'une image photographique.
  2. Typographie. Plaque portant en relief une image inverse pour impression.
  3. (familièrement) Image commune, banalité.



Bauer

Marius Alexander Jacques Bauer (Den Haag, 25 januari 1867 - Amsterdam, 18 juli 1932) was een Nederlandse kunstschilder. De grootste bekendheid kreeg hij met het maken van etsen en litho's met Oosterse taferelen en hij wordt dan ook Nederlands bekendste oriëntalist genoemd.


JDB schrijf zeer lovend over de etser M. Bauër - die prachtige etsen maakte van Indië en Egypte maar er bestaat geen catalogue van zijn werk.

"J'avoue que le métier d'aquafortiste n'est pas rose en Belgique!" (1927)

Op de hoogte jrg 18, 1921 [volgno 12] » 01-11-1921(schatting) - Pag. 2 | Delpher


"Er schuilen voortreffelijke grafici onder hen; de gravure heeft in de nadagen der oude groote schilderschool ongetwijfeld gebloeid en Rembrandt is tot op heden in de kleine ets, welke hij bevoorkeurde, de onovertroffen meester. Hij hield er van te teekenen met bister en er kwamen er na hem die nog meer dan hij en met meerdere kleuren waschten in hun teekening. Maar de ets en de teekening, zóóver opgevoerd dat zij de compleetheid en de valeurs van een schilderij erlangen, ontstaan eerst in de 19e eeuw. Rembrandt's honderdguldenprent is een iets waar ieder in die dagen over roept, omdat zij wat grootte en doorwerktheid betreft, valt buiten de maten van dien tijd. Maar een Bauer, een Brangwyn en de Bruycker doorploegen in onzen tijd een etsveld zóó groot, dat nu nog sommige minnaars van oude etskunst er tegen in opstand geraken. Maar die wat verder zien beseffen, dat niets zoozeer als juist het ets-schilderij en aquarel-schilderij, zooals een Weissenbruch dit laatste maakte, behooren tot datgene wat onze tijd van een vorige onderscheidt en dat het een even merkwaardige   ..."

Servaes

.


Piet Boyens, Sint Martens Latem

"De bekendste kunstenaars van het Pand zijn Albert Servaes en Jules de Bruycker. Beiden hebben er tijdens het interbellum hun atelier."

JDB schrijft met bewondering over de tentoonstelling van Servaes in Brussel (1925).(Huys: 31).


 In een interview met Joost Florquin vertelt Servaes het relaas van zijn kruistocht die hij maakt in opdrachtvan pater Albert (die een goede vriend van JDB was - zie verder in deze blog: Van der Cruyssen - Overval).



Joost Florquin, Interview met Albert Servaes.


Trouwens, u hebt nog meer kruiswegen geschilderd. Die van Orval b.v. Die van Orval dateertvan 1928. Pater Albert, de heropbouwervan Orval, die van Gent was, wilde Gentse kunstenaars bij zijn bouw betrekken. In een brief schreef hij mij: ‘Gij moet Orval helpen opbouwen. Wilt gij geen postzegeltekenen?

’Ik heb hem geantwoord: ‘Dat kan ik niet maar ik wil iets doen: ik kom bij u monnikentekenen, 6 of 7, gij brengt de tekeningen in de handelen ik sta u mijn auteursrechtaf.’ Ik heb dat ook gedaan en er is een map met negen portrettenvan monniken verschenen, prachtig gereproduceerd moet ik zeggen. Ze was trouwens gauw uitverkocht.

Toen begon pater Albert te spreken van een kruisweg. Ik zei: Jamaar! Maar hij lacht een zei: Laat dat maar aan mij over. Zijn kerk was nog niet af en ik begon te studeren hoe die kruisweg zou moeten zijn. Mijn voorstel was dan: levensgrote figuren tenvoeten uit zoals de Bourgeois van Calais van Rodin .Ongelukkig had de architekt al alkoofjes gemetseld van 1.50 m breed bij 1 m hoog en daarin moesten de staties komen.Toch was ik alweer kinderlijkblij met de opdracht. Ik maakte thuis 160 voorstudies in kool, dan de kompositie op papier, dan nog eens elke kop apart en dedefinitieve schets. Ik ben dan naar Orval gegaanen heb daar negen maanden gekoncentreerd gewerkt. Statie voor statie heb ik als een soort fresko in kleur in elke nis opgezet. Toen was er nog altijd niet gesprokenover de prijs en als ik daar wat van zei, dan zei pater Albert altijd maar: Dat is voor later. Maar ik had negen kinderen en mijn vrouw had geld nodig. Ik zei haar: Schrijf mij een brief naar Orval. Met die brief ging ik naar pater Albert, die scheurthem stuk, gooit hem weg en zegt: Is dat de vrouw van een artiest? Ge krijgt geen brieven meer. Ik ging naar boven, maakte mijn valies en trok er vanonder. Acht dagen later krijg ik een brief van een advokaat: Als ik binnen 48uur niet verder werkte, werd hetwerk afgeschraapt en zou een andere artiest de opdracht krijgen.Ik trek naar Brusselnaar de comte de Grünne en vertel mijn geval. Die wordt kwaad en zegt: Laat uniet doen door dat everzwijn van Orval. Hij neemt mij me enaar Marcel Grégoire, die advokaat was,en die stelt onmiddellijkeen brief op met een antwoordvoor de abt. Pater Albert heeft dan mijn konditie saanvaard:hij moest dezeven staties eerst betalen à 10.000 frank de statie en dan zou ik verderwerken maar als de achtste af was, moest hij me die betalen eer ik aan de ne gende begon. Dat gebeurde. Maar het was daar toen niet erg aangenaam meer werkenin Orval want de abt bezag mij niet meer. Toen de laatste statie af was, ben ik zonder afscheid naar Latem teruggekeerd. Daar heb ik dan een prachtige brief gekregen van de abt waarin hij zijn waardering uitdrukte voor mijn werk en mij vroeg of ik de prijs van de laatste statie wilde laten vallen voor Orval. Ik heb onmiddellijk mijn akkoord gegeven.Voor de rest was ik graag in Orval. Ik heb er zelfs de pij van een lekebroer gekregenen die daar ook gedragen: sinds dien draag ik ze nog altijd als ik schilder, zoals ge ziet. De mijne is donkerblauw, die van de broeders is donkerbruin. Die pij dekt alles en zomaak ik geen vlekken meer.








Victor Lorein




Victor Lorein (1894-1954).


“Ik zit nu in Gent waar ik ook soms de vriend (= schilder) Victor Lorein zie rondslenteren – die heeft geweldig de spleen van Londen!” (brief naar JDG) (Huys: 23).

“Wij waren wel goede vrienden en hadden beide ons atelier in hetzelfde Pand in Onderbegen, waar ook nog veel andere kunstenaars hun atelier hadden, zoals Jan Anteunis, Jo N. De Vuyst, Karel Cornel, Charles René Callewaert, Victor Lorein en nog vele andere."[289]" (Cauterman).


Zie het werk: 

Le Dessinateur (1918) (behoorde tot de verzameling van JDB)



Victor Hugo Notre Dame

Victor Hugo (1802-1885). 

De klokkenluider van de Notre Dame (Frans: Notre-Dame de Paris) (1831).

Het speelt zich bijna volledig af in en om de Notre-Dame van Parijs. Het gaat over de onbeantwoorde liefde van de klokkenluider Quasimodo voor de beeldschone zigeunerin Esmeralda.

"Quasimodo hangt aan een waterspuwer van de Notre-Dame; illustratie van Alfred Barbou uit de originele versie van De klokkenluider van de Notre Dame." (1831).






JDB maakt in 1926 een beeld van dergelijke waterspuwers. Rechts bovenaan kan JDB geïnspireerd hebben.


J.D.B. 200 A CHIMERE NOTRE-DAME PARIS 1926****
Uitzonderlijke staat.
Contre-épreuve (tegendruk)
H 190-B 130
L.R.N.M. 







Masereel illustreert boeken van o.a. Victor Hugo. 
In het boek "La Ville" (1925) (voorwoord van Pieter Jelles Troelstra) legt hij in honderd houtsneden zijn visie vast op het leven in de jaren twintig in de grote stad. 

Masereel maakt illustraties bij de roman van Hugo (1931).











Victore Hugo schreef Notre Dame de Paris en redde zo de kerk in de 19de eeuw. 
(zie JDB: Sint Niklaaskerk). 
Kreeg JDB inspiratie in Parijs om hetzelfde te doen in Gent met de Sint-Niklaaskerk?

Misschien vindt JDB hier inspiratie voor zijn toekomstig werk rond de Sint-Niklaaskerk? (*), zijn werken rond die kerk zouden ook een rol spelen in de restauratie van de vervallen kerk. 

Bibliografie

De klokkenluider van de Notre-Dame
Victor Hugo; vertaald door Willem Oorthuizen
Amsterdam: Athenaeum-Polak & Van Gennep, 2011
heruitgave, eerste druk: 1996 Uitgeverij Manteau
573 pagina's, gebonden met olijfgroen leeslint en olijfgroene kaft
ISBN 978-90-253-6872-



De Waterspuwers van de Notre Dame: Gargoyles in Parijs
https://www.stedentripper.com/blog/85715/de-waterspuwers-van-de-notre-dame/ 

maandag 27 januari 2020

Van Herrewege tekeningen


A0246 RENE VAN HERREWEGE IN HET ATELIER VAN JULES DE BRUYCKER




A0247 RENE VAN HERREWEGE

n


A0248 RENE VAN HERREWEGE IN HET ATELIER VAN JULES DE BRUYCKER







Baertsoen weg

Gent 't Onderste Boven




Gent 't onderste boven : lokale revue in 2 bedrijven en 3 tafereelen. Koepletten (1900). Gent: F. Meyer-van Loo.

Gekocht. Naam van de schrijver Hector Van Seymortier staat niet vermeld op het boekje.

Kouplet der Kiosque

Gent onze stad wordt in 't nieuwe gewasschen
Weg me de putten en weg met de plasschen 
Alles die wordt op zijn best g'arrangeerd
Op getzenuiverd gerastifoleerd
Gaat maar ne keer op den Koornmarkt gaan kijken
En ge zult daar ne kioske zien prijken

Kouplets. Tram Electrique. 

Hier wordt in zekere kringen 
Gedroomd van rare dingen
Er moet voor 't gentsch publiek 
N'en tram zijn Electriek
De peerdentramen, ach heere,
Die en reeden niet zêere  
Daar bij voor menigeen 
Was dat veel te gemeen



“Trams à l'électrique 
Zie dat is chick
Volk en burgerij
Blij
Vliegen nu voorbij
Trams à l'électrique
Ja dat is chiek
Altijd in galop"

Er komen klachten van de winkeliers die "hun kalanten" zien wegrijden "en binst blijft liggen al hunne winkelwaar" (p. 7).




zondag 26 januari 2020

Van Campenhout


Société des Aquafortistes Belges

De vaste drukker van de etsen van de albums van de Société was de Brussels drukker:
 " J.B. Van Campenhout, Waversesteenweg 163".


Vanaf 1891 was hij ook de vaste drukker van Ensor (zie de albim van twaalf etsen uit 1896). De ets “Baden te Oostende” werd door Ensor opgedragen aan:  "au bon tireur J.B. VAN CAMPENHOUT".

Uit Huys die LeRoy citeert: het is het atelier van Frits Van Loo dat JDB zijn eerste platen maakt (twee duiven op een dak): "L'Imprimeur Van Campenhout, le père - un père aussi pour les aquaforistes - vouland m'encourager, de me fit don d'un petit cuivre, et c'est dans son atelier même que j'esquisai son portrait". Vanaf die dag verdeelt hij zijn aandacht een tijd tussen tekeningen, aquarellen en etsen. (Huys: 8).


Opdragen aan Van Campenhout

(Mon Portrait/’t Groot Zelfportret (188 tot 188 B), Het Hijsen van de Draak (1914) (D.141), L'aquafortiste travaillant à son église St. Nicolas (405), Zelfportret (1925) (188B) etc. )


zaterdag 25 januari 2020



DE BRUYCKER, Jules
L'église St-Nicolas, Gand. Dix eaux-fortes originales et inédites, vingt reproductions de dessins récents. Préface de Grégoire Le Roy.
Gand, chez l'auteur (Bruxelles, A. Van Campenhout taille-doucier, Desmet-Verteneuil typographe), 1938

Folio.

En ff., sous chemise ill. d'une eau-forte (localement lég. brunie) et emboît. d'édit. (lég. poussiéreux). Bon ex. = Folio, losse bl., onder omslag met ets (l. gebruind) en uitgeversdoos (l. stoffig). Goed ex. 4 in texto (couv., titre, bandeau, cul-de-lampe) et 6 planches, tous signés et just. à la mine de plomb par l'artiste; 20 grandes reproductions. Tirage à 270 ex. num. dont 10 de collab., tous sur vélin d'Arches. Un des 250 "ordinaires" (n. 19). Ex. enrichi de 2 l.a.s. de Jules De Bruycker à Henri Story (politicien gantois) concernant l'achat de cet album, et du prospectus d'édit. Bel album. = 4 etsen in tekst (omslag, titel, sierrand en slotvignet) en 6 platen, alle door de kunstenaar met potlood gesign. en genum.; 20 grote reproducties. Oplage op 270 genum. ex. waarvan 10 voor medewerkers, allen op Arches velijnpapier. Eén van de 250 "gewone" ex. (nr. 19). Bevat 2 aut. gesign. brieven van Jules De Bruycker aan Henri Story (Gentse politicus) over aankoop van dit album, en een prospectus.

Staten épreuves


1927

JDB schrijft een brief aan VH met de prijs van een aantal etsen. Hij maakt ook een bedenking bij de verschillende staten – épreuves - die hij eraan toevoegt. Dat laatste omdat VH geïnteresseerd was die ook in zijn verzameling op te nemen om zo het werk van JDB zo goed mogelijk te documenteren:  “Cela vous permettra aussi de juger la différance dans le tirage de la planche” (12.01.1927). (Huis: 33). 

Het gaat om Une petite Ville un peu nerveuse.




vrijdag 24 januari 2020

Vlaamse Primitieven


Wat heeft JDB gezien als kunst?


"both De Bruycker and Karel van de Woestijne had reproductions of paintings by the "primitives" in their work areas.[Goddard, p. 72]

73. For Karel's writing area see Gustave van de Woestijne, Karel en ik, pp. 31 and 51. The former described Karel's study in Ghent, which had, in addition to the items listed in Sint Martens Latem, a portrait of Max Elskamp and a photograph of the students at the athenaeum. Gustave makes fun of his brother's natty posture in this photograph. For Willem Kloos see Grote Winkler Prins Encyclopedie, vol. 13 p. 199.

We can see van Eyck's famous portrait, The Man with a Pink (Staatliche Museen zu Berlin), in an exaggerated view of De Bruycker's studio in the Pand in a print of 1932 (fig. no. 15);

Van Campenhout


Goddard: 

"De Bruycker had his plates printed in Elsene (or Ixelles in French, a quarter in Brussels) by the Van Campenhout firm, and they were often published by the distinguished fine arts bookstore, Maison Dietrich, also in Brussels.[31] "

31. Chabot, "Jules De Bruycker," 1963, p. 115, who gives De Bruycker's age as 30 not 35 when he started to etch. For Van Campenhout and Maison Dietrich see Goddard, Les XX and the Belgian Avant-Garde, pp. 80, 87.

Chabot Wilson


109. Chabot, "Jules De Bruycker," 1963, p. 167:
"Het leven is wel zeer moeilijk geworden. De Bruycker is ziek. Hij laat
zich per taxi afhalen en gaat zitten op de stoep voor een café. Hij
nestelt zich in een hoek en rookt, in ketting, zijn sigaretten. Verdoken
tekent hij, als een bezetene. De andere gasten zitten met hun rug naar
hem toegekeerd; hij observeert ze en dringt diep door in hun
persoonlijkheid."
 
(geciteerd door Goddard) 

Van Campenhout

Adolphe Van Campenhout, imprimeur d'Ensor (23 de la rue du Conseil) / Gustave Fischer in Mémoire d'Ixelles, 3e année, n°11 (septembre 1983)
[article]
inMémoire d'Ixelles > 3e année, n°11 (septembre 1983) . - 1 p.
Titre :Adolphe Van Campenhout, imprimeur d'Ensor (23 de la rue du Conseil)
Type de document : texte imprimé
Auteurs : Gustave Fischer, Auteur
Article en page(s) : 1 p.
Catégories : [Thésaurus géographique Monuments et sites] Ixelles = Elsene

zaterdag 18 januari 2020

Ensor & fotografie


"Het oeuvre van James Ensor in relatie tot de fotografie werd nog nauwelijks bestudeerd*. Desalniettemin zijn verschillende van Ensors werken tot stand gekomen dankzij het gebruik van foto's. In tegenstelling tot zijn tijdgenoot Fernand Khnopff (1858-1921) heeft Ensor zelf nooit foto's genomen die als werkdocumenten konden dienen. De foto's die Ensor gebruikte als inspiratiebron of werkdocument werden door derden genomen“.

http://jamesensor.vlaamsekunstcollectie.be/nl/bronnen/webpublicaties/james-ensor-en-de-fotografie

Kathedraal Doornik/Oudenaarde

J.D.B.LA CATHEDRALE D'AUDENAERDE 1926 (212).

Dit is door De Bruycker verkeerdelijk benoemd
In feite gaat het over de kathedraal van Doornik
Eerste staat
Geen merkwaardig verschil
H 213-B 154
L.R.137





J.D.B. 212 B CATHEDRALE D'AUDENAERDE 1926***
Contre-épreuve (tegendruk)
Dit is door De Bruycker verkeerdelijk benoemd
In feite gaat het over de kathedraal van Doornik
H 213-B 154
L.R.N.M.


 J.D.B. 212C LA CATHEDRALE D'AUDENAERDE / DOORNIK 

Bij het begin van het afdrukken van deze ets, betittelde Jules De Bruycker dit werk als zijnde 'Cathédrale d'Audenaerde'.
Op een zeker ogenblik, na enkele jaren, heeft er hem iemand op opmerkzaam gemaakt dat het de kathedraal van Doornik was.
Hij heeft dit simpel opgelost door het werk te betittelen als 'Cathédrale'.
Op het einde van zijn leven, heeft verzamelaar John Convent hem toch kunnen overtuigen één werk als zijnde 'La Cathédrale de Tournai' (Doornik) als titel te geven.

Verzameling Convent.



 PS
Heeft JDB zich gebaseerd op een prentbriefkaart?  





"Een merkwaardige ets is La Cathédrale d’Audenaarde (1926) (212 en 212 A). De titel blijkt een vergissing te zijn gezien het hier een afbeelding betreft van de kathedraal van Doornik. JDB aarzelt lang om die titel te veranderen. Het blijft een merkwaardig verhaal. Misschien hebben we hier te maken met het werken naar een foto waardoor de vergissing begrijpelijk wordt." (RS)









Tournai, Belgium - Tournai Cathedral. Photo by Patrick Donovan








Prentbriefkaart:






woensdag 15 januari 2020

Miniatuur

A.318 ZELFPORTRET 1914 - Miniatuur 3x3cm. De miniatuurtjes zaten oorspronkelijk ingewerkt in een lijst van kadermaker Leclercq uit Gent, op de vier hoeken.
In de lijst zat de ets " Hijsen van de draak".

 

 




 

zondag 12 januari 2020

Böss Prosper

Prosper Böss: kunstschilder, fotograaf - vriend van JDB.

 "Prosper Böss (1870-1951) is een befaamd portrettekenaar die in 1914 nog ontboden wordt aan het Vaticaan voor de opdracht een portret te maken van Kardinaal Ferrata. In de jaren die er op volgen maakt hij enkel portretten van zijn dochter: Elisabeth met Popje (1915), Elisabeth à l’age de 14 mois (1916), Elisabeth (1917). Tientallen schilderijen van zijn dochtertje die hij maakt door gebrek aan andere opdrachten". 

 

Han Pauwels, Beeldende kunst in Gent tijdens WO I(1914-1918). Ugent. : 

https://libstore.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/244/524/RUG01-001244524_2010_0001_AC.pdf

 

Hij woonde in de Theresianenstraat 15 (zie site Cultureel Erfgoed)

 


 

Theresianenstraat 14 (Gent)  
Breedhuis gebouwd in opdracht van kunstschilder P. Boss volgens gevelsteen naar ontwerp van architect A.R. Janssens in 1909.

* Amand Robert Janssens (1881 -1953) speelt een belangrijke rol in de monumentenzorg. Architect in de Sint-Lucastraditie van de neogotiek. Hij maakte in 1909 de plannen voor het woonhuis van kunstschilder Prosper Böss in de Theresianenstraat 14.

Nabijheid  van  het  SintLucasinstituut:  talrijke  ateliers. 




 

 

 



RS

 

 

·       Omschrijving

Breedhuis van twee traveeën, drie bouwlagen onder zadeldak (pannen), neotraditionele lijstgevel, gebouwd in opdracht van kunstschilder P. Boss volgens gevelsteen naar ontwerp van architect A.R. Janssens in 1909. Baksteen verwerkt met hardsteen voor vensterstijlen en -dorpels. Drielichtkozijnen met doorlopende dorpels en overspannen met ontlastingsbogen van bak- en hardsteen. Twee getrapte dakvensters. Rondboogdeur met bolkozijn als bovenlicht.  


Stadsarchief Gent, Bouwaanvragen particuliere woningen, G12, 1908/T/10. Stadsarchief Gent, Bouwaanvragen particuliere woningen, G12, 1908/T/10. 

Bogaert C., Lanclus K. & Verbeeck M. met medewerking van Linters A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Bouwen door de eeuwen heen  in Vlaanderen 4NB Z-W, Brussel - Gent. 
Bron: Inventaris Onroerend Erfgoed

 

 

Werken

Veel te vinden op het Internet. Een selectie uit de portretten: 

 

 



(MSK)

 



Bij St.John

 

 

Uit de Galerie St.John: 

 

Retrospectieve Prosper Böss 1870 - 1951 : Gent, A.A. Galerij St.-John, 29 november - 29 december 1996
Authors: Steel, Emmy --- Steel, Raf 
Year: 1996 Publisher: Gent Galerij St.-John

 

 

Tentoonstellingen

Bombeke Fran, Le Cercle Artistique et Littéraire de Gand Een studie naar de werking en het beleid van de Section

des Arts Plastiques (1879-1920):

 

1902 (7/12), 1902 (5-16), 1907 (10/2), 1908 (23/2)



 

 

Informatie over Böss (via Jules De Bruycker)

 

Uit Huys: 

 

1893-1894

JDBr (wonende “Bijlokehof 7, tapissier”), 23 jaar oud, laat zich opnieuw inschrijven in de klas levend model; in het tweede trimester behaalt hij een zestiende plaats. Zijn medeleerlingen zijn o.a. Prosper Böss, Frans De Boever (2e plaats), Lodewijk Dubar (6e), Prosper Hoste (1e), Emiel Thysebaert (3e), Jules Van Biesbroeck en Fritz Van Loo (8e).

1916

Via de kunstschilder Prosper Böss (1870-1951), een jaargenoot van JDBr, koopt de Gentse graaf Dorsan Goethals De Bruyckers schilderij “Mon début à l’huile” (1901) voor een bedrag van 1000 fr.

1922

Aan de 42e Driejaarlijkse salon van Gent neemt JDBr deel met drie tekeningen (w.o. “Bedevaartganger”, 1921) en met twee aquarellen (“Carnaval” en “Oude Markt”). Ook hierover bericht Karel Van de Woestijne in de Nieuwe Rotterdamsche Courant” (31.08). Voor die Gentse salon was JDBr ook lid van de aanvaardingsjury voor de schilderkunst, samen met o.a. H. Daeye, A. Delaunois,  M. Jefferys, A. Oleffe, A. Rassenfosse , W. Vaes en G. van de Woestyne. Over de werkzaamheden van die jury blijkt De Bruycker achteraf helemaal niet te spreken. Aan Frédéric De Smet schrijft hij daarover (in een niet gedateerde brief, voorjaar 1922): “J’ai encore beaucoup pensé au jugement. A mon avis les triennales ont vécu et ce sera la première et la dernière fois que moi j’assisterai. Pauvre Pr. Böss - Crommelinck (beiden geweigerd) - Huys et même d’autres!”

 

 

Op de website van de Stichting Jules De Bruycker staat te lezen

 

"In 1913 komen er onder invloed van Prosper Böss een 8-tal olieverfwerken, waaronder het volksfeest aan Sint-Jacobs “De Lochte Genteneers” genoemd."

 

 

Zie ook in de catalogus Feasts of Fools: 

In 1913 komen er onder invloed van Prosper Böss een 8-tal olieverfwerken, waaronder het volksfeest aan Sint-Jacobs “De Lochte Genteneers” genoemd”. 


Zie ook: 

“Mon Début à l'huile H50,5 B29
Terlinden Dendermonde
13 Maart 2006 aan 13 860 €
Dit werk werd ook verkocht in de gallerij Giroux Brussel op 8 november 1958 en werd via kunstschilder Prosper Böss verkocht aan graaf Dorsant Goethals voor 1000 BEF in 1916.

 

 


JDB schreef een opdracht op de ets 'Tenor’: 
"à mon confrère Prosper Böss". Met dank aan dokter Keersmaekers die een foto nam van de achterkant van de ets (privé collectie). 

 




 





 

 

Raf Steel (St. John Galerie) informeerde mij over het bestaan van een brief van JDB aan Prosper Böss. 

In die brief vraagt JDB hem een foto te nemen van een tekening zodat hij er een "sterkwaterplaat" kan van maken. In dezelfde brief verwijst JDB dat Böss al eerder zo’n foto genomen heeft namelijk van de Rolweg uit 1907. 

 

Böss was ook een amateur-fotograaf wat blijkt uit zijn nalatenschap waarin een grote collectie glazen platen gevonden werd

 

 

De brieven van Böss (met dank aan Raf Steels):









 

Afbeelding met tekst, handschrift, brief, kalligrafie

Automatisch gegenereerde beschrijving

 

 

Afbeelding met handschrift, tekst, kalligrafie, brief

Automatisch gegenereerde beschrijving

 

Afbeelding met tekst, handschrift, whiteboard, brief

Automatisch gegenereerde beschrijving

 

 

 

 

 







Extra

Böss speelt ook een rol in het verhaal in de diefstal van het Lam Gods. Speurroute

“Was het de bedoeling van Arsene Goedertier om met de bergplaats iemand verdacht te maken? 

Goedertier had alvast één man waarmee hij meermaals in botsing gekomen is, namelijk Prosper Boss net zoals Arsene een kosterszoon met wie hij zelfs in zijn jonge jaren op de kosterschool zat, de vader van Prosper Boss was koster in de Heilige Kerstkerk te Gent, een andere benaming voor die kerk is de Sint Salvatorkerk gelegen in de sleepstraat te Gent, dat Prosper Boss geen vriendschappelijke relatie had met Arsene Goedertier kunnen we misschien besluiten uit het feit dat Prosper Boss gerechtelijke stappen ondernam om zijn betrekking als directeur van de Wetterse tekenacademie te behouden, vader Goedertier had namelijk bij het Wetterse gemeentebestuur bedongen dat zijn zoon Arsene op dat postje zou komen onder het voorwendsel dat Boss niet van Wetteren was maar van Gent en hij duurder was vanwege de verplaatsingsonkosten, Boss won dit geding, als dan later Arsene door bemiddeling van zijn vader leraar wordt aan de tekenacademie is het diezelfde Boss die bij het Wetterse gemeentebestuur zijn beklag gaat doen over Arsene zijn gedrag en manier van lesgeven. Als Arsene Goedertier sterft wordt Boss gevraagd om een grafrede te houden ter ere van Arsene, Boss weigerde. 

Opvallend is dat Boss reeds enkele dagen na Goedertiers dood door Van Ginderachter gevraagd is om samen met hem de tekenacademie te onderzoeken naar het verdwenen paneel, wat hier de reden van was is nog steeds een raadsel, Boss was immers op pensioen. “

 

 

zaterdag 11 januari 2020

Handtekening


Uit brieven aan Van Campenhout (Frank)
 

"Moi-même j’ai écrit aux directeurs des Salles de Ventes - où se vendent à chaque séance les épreuves non signées par ma main - des explications ils ont… ils ont fait sourde oreille !
Je préférerais offrir à M. Convent une de mes épreuves dédicacée sur Japon de cette planche que j’ai reçu de la « fJ BA » ( ?) lors des premier tirage - car je refuse toujours de mettre ma signature à tous les acheteurs d’occasions du tirage mystérieux de cette gravure."

Klachten over tirages die buiten zijn wil gemaakt werden? 



Titels Vlaams/Nederlands


"Je daterai le dessin Franco Flamande. Cette question bilingue n’est pas si simple que je m’imaginais. Heureusement qu’il n’y a que vingt et pas 50 y compris des luxe. Den « Blauwvoet » plane trop haut ou trop bas, en tout cas moi artiste Gantois 100 pour 100 Gantois, je ne parviens pas à le voir de près ou de loin. Bonne ironie - M. Jef van Overloop1* habitant la ville Rubénienne me demande trois exemplaires en Français."

Uit de brieven aan Van Campenhout (Frank)


Interessant over de titels in het Frans en het Nederlands...

Patershol

  https://gandante.be/product/zoektochtboekje-sherlock-holmes-in-het-patershol/   Zoektochtboekje: Sherlock Holmes in het Patershol   Kostpr...