woensdag 31 juli 2019

Roger Hespel



BRIEF VAN JULES DE BRUYCKER AAN ROGER HESPEL (D.136)

 

 

 


Een paar notities:

Zwart-witfoto van de redactieleden van de Vooruit (Geestesleven), Gent, 2 januari 1962. Groepsfoto met v.l.n.r. Aimé Jacobs, Richard Minne, x, Georges Hebbelinck, Louis Paul Boon, Louise Batslé, Jos Murez, Pierre Van De Poel, 2de rij v.l.n.r.: Elie Bradt, Pierre Meulenijzer, Roger Cneut, André Minne, x, Emile Solidant, Cee Van der Poel, John Lootens, Roger Hespel en Gilbert Verhucht.





==============================================================

Uit: De Gulden Passer. Jaargang 25 · dbnl



"Heel in 't bizonder vermelden we een gelegenheidsboekje van de School: Vakman en Mensch. Betoog tot onze leerlingen. November 1944.
De steendrukker is heel dikwijls op samenwerking met de boekdrukker aangewezen. Hiervan getuigen de fleurige reeks, bizonder suggestieve, affichen, waarvan het moderne kunstkarakter opvalt. De Heer Oscar Grootaert voor het Steendrukken heeft hier zeker samengewerkt met de artistieke leider, Herman Verbaere om zulke merkwaardige resultaten te boeken.
Onder het motto: Kunstband, adel der Kleinkunst, stalt de Heer Roger Hespel en zijne leerlingen enkele keurbanden uit.

Maar ook het kartonbewerken wordt niet verwaarloosd: schattige dozen wisselen hier met heerlijke marokijn- en perkamentbanden af, evenmin als het met de hand bewerkt, rijk geschakeerd papier voor platten en binnenwerk.

===============================================================



Olifantencircus Williams voor drukkerij 'Het licht' in de Bagattenstraat in Gent, 19 juni 1954 (foto: Roger Hespel / Amsab-ISG)

===================================================================================== 


Roger Hespel, Break in the Clouds. Oil on canvas


dinsdag 23 juli 2019

JDB overgrootouders



"Ook Anna Mast 1606 +1660) kwam met haar huwelijk met Gillis Hally, als procureur, notaris en erfelijk griffier in een welstellende familie terecht. Een andere Anna Mast ( 1635) huwde sieur Nicolaas De Pape, een meester chirurgijn. Liévijne Mast ( 1698 +1777) woonde met haar man Jan de Vaere, die ameldonkmaker was, aan de VOORMUIDE. Een zoon Antone e 1725) was eveneens ameldonkmaker en een dochter Petronilla ( 1733), gehuwd met Joos Serraes, had een huis op de hoek van de KALvERSTRAAT (Patershol) en drie huizen op MEERHEM w.o. een herberg waar voor teeeken uytsteeckt Het Ossenhooft. Zij zijn de overgrootouders van de bekende Gentse kunstschilder tekenaar-etser Jules De Bruycker ( 1870-1945)."

Ghendtsche tydinghen

zaterdag 13 juli 2019

Gent 1926


Hans Bosschaert, Karel Cassiman, Norbert Poulain, Groeten uit 1926. De kunstscène te Gent anno 1926. VDK Spaarbank.


“Op 25 november 1926 werd te Gent VDK spaarbank opgericht onder de naam Volksspaarwezen”
“VDK spaarbank brent U in dit boek een groet uit 1926 via de kunstscène uit het begin van de twintiger jaren”.


Met een bijdrage over Jules De Bruycker (p. 45-47) en diverse afbeeldingen (146-147). 




donderdag 4 juli 2019

Seymortier Hector


Van Seymortier Hector (1885-1966)


"Van Seymortier Hector Joseph Overleden op 81 jarige leeftijd Geboren op 18/03/1885 Overleden op 15/12/1966"

 


“Revue- en toneelschrijver, toneelcriticus en bestuurder van de Nieuwe Cirkus- en Minardschouwburg”

Was even directeur van de Schouwburg op het einde van WO1

(Van Schoor 1972: 145, 147)



woensdag 3 juli 2019

Adressen JDB

Adressen JDB


1870

Op 29.03 wordt Julianus Franciscus De Bruycker geboren in de Rue des Selliers/ Breidelstraat), 9. 

(Nu: Jan Breydelstraat 9 te Gent). 


1880 – 1881
Adressen: Heuvelpoortstraat 12 (19.05.1980) en Godshuizenlaan 160 (03.03.1881).

1881 – 1882
Adres: Bellevuestraat 93 (11.07.1882).

nu Raas Van Gaverestraat. Zoals de foto aantoont "meer dan vermoedelijk" in een steegje van deze straat (zie voor nr 95) (foto in bijlage) (Frank)




1890 – 1892
Adressen:
Korte Bellevuestraat 73 (volkstelling 1891),
Ottogracht 13 (20.04.1892)
Bijlokehof 7 (02.08.1892).

1893 – 1894
Adres: Kortrijksesteenweg 270 (12.11.1894).

1895
In de loop van de jaren ’90 werkt hij - samen met Gust (1877-1943) en Leon De Smet (1881-1966) - aan diverse decoratieopdrachten voor vader Jules De Smet: schilderen van café- en restaurantinterieurs, verandataferelen, wand- en plafondschilderingen, uithangborden en andere decoratiewerken.
Adressen: Kortrijksesteenweg 332 (27.04) en Nassaustraat 10 (22.12.1895).

1897
Adressen: Smidsestraat 16 (24.01) en dezelfde straat, doch in het nummer 56 (30.07).

1898
Adres: Vinkstraat 4 (05.11.1898).

1900
Adres: Sint-Pieter-Aalststraat 48 (10.09.1900).

1901
Adressen: Sint-Pieters-Aalststraat 64 (volkingstelling 1901); Rasphuisstraat 3 (17.09).

1902
Adres: Zavelstraat 221 (15.05).

1903

Adres: Zavelstraat 221 (15.05).

1904
Jules De Bruycker had een atelier, welke hij deelde met J.F. De Boever, op of rond de ‘Tichelrei’ en daar is ‘ Het pand’ gevestigd in het  Caermersklooster.
Later, veel later, gaat Jules De Bruycker, ook naar ‘Het pand’ in Onderbergen.

Januari 1919 -2020:
Hij gaat vrij vlug op de ‘St.Pieterskaai’, de huidige Isabellakaai wonen waar hij tot zijn laatste dagen zal verblijven.

* In 1920 zou hij het huis gekocht hebben (daarvoor wordt vermeld dat hij even in Deinze woonde). 

Draak



De draak op het Belfort

Onder graaf Boudewijn IX belegerden de Gentenaren en de Bruggelingen de stad Constantinopel. De koningsdochter Blanca werd daarbij door de Bruggelingen gevangen genomen en ter plaatse in één der talrijke torens opgesloten. Na het vergrendelen van de deur vloog opeens een draak naderbij waardoor de bewakers de vlucht namen. De koning werd hopeloos en riep hulp in van de Gentenaars. Boudewijn IX verzamelde zijn manschappen en ging ten strijde tegen de draak. Doch telkens zij naderbij kwamen blies de draak ze terug met een stinkende rookwolk. De moedige Gentenaars waagden nog een tweede poging doch de draak was niet te overwinnen. Er zat niks meer op dan terug te keren naar het kamp.

De teleurgestelde koning bood de Gentenaars nog een schatkist aan, doch bleek dit een hopeloze poging. Echter, de Bruggelingen vernamen het nieuws van de schatkist en namen initiatief de koning te overtuigen zijn dochter te redden mits dezelfde beloning zou volgen als aan de Gentenaars beloofd. De koning, die ten alle prijze zijn dochter wou redden, aarzelde geen ogenblik en stemde toe.

De Bruggelingen verzamelden zich rond een dampende kookpot waarbij zij de inhoud van een klein flesje aan toevoegden. Vervolgens werd de pot tot in de nabijheid van de draak geplaatst, waarbij deze onmiddellijk zijn honger stilde. Na zich te hebben voldaan aan het aangebodene viel de draak in slaap. Van deze situatie gebruik makende werd de draak de finale doodsteek toegebracht en vertrokken de Bruggelingen per schip, de buit ingeladen, inclusief Blanca, doch de Gentenaren en de koning achterlatende.

Aangekomen aan de mooiste stranden van het westen werd ter ere van Blanca de plaats waar zij hun schip aanlegden “Blanca-Bergen” (Blankenbergen) genoemd. De triomftocht werd verder gezet naar Brugge alwaar de draak als zegeteken op de St.-Donaatskerk werd geplaatst.

De Gentenaars, door het gedrag van de Bruggelingen, waren uit op wraak. Het geschikt moment afwachtende vonden de Gentenaars, onder leiding van Philip Van Artevelde, de geschikte gelegenheid om Brugge op zijn knieën te krijgen.

De Bruggelingen trokken uitgehongerd en in processie door de stad om de hulp in te roepen van ridder St.-Joris, die destijds de draak versloeg.

De draak op St.-Donaas werd door de Gentenaars veroverd en langs de Lieve afgevoerd en in triomf naar Gent overgebracht.

Tot op vandaag siert de draak het Belfort ter ere van de heldenmoed van onze voorvaderen.

Bron:


http://dekuipe.wordpress.com/sagen/de-draak-op-t-belfort/

dinsdag 2 juli 2019

Lodewijk De Vriese Onder de Draeke


Lodewijk de Vriese (1848-1932) publiceert heel wat literair-folkloristisch werken  gewijd aan Gent en aan Gentse figuren. Hij debuteerde met Een paar halve laarzen met dubbele zolen (1865).

De Vriese wordt getypeerd als “onverbeterlijke lollekensheer”. Zijn humor blijkt uit werken als Onder de wekkeringe : een resem brokskens Gentsch leven door ’t Volk bijeengegaard door Loderwijk De Vriese (1925). De wekkeringe verwijst naar de beiaard van het Belfort en “eronder slapen” naar de gevangenis. Het verhaal werd verteld dat men geen echte Gentenaar kon zijn zonder ooit eens onder de wekkeringe geslapen te hebben. De Vriese schreef ook de bundel Onder de draeke (1928).








In dat werk beschrijft Lodewijk de Vriese hoe iemand die Gent uit 1825 zou opschrikken van het Gent uit 1925.

“Honderd jaar geleden was Gent nog niet de groote handels- en nijverheidsstad der 20e eeuw. Zij telde destijds ternauwernood 70.000 zielen. Thans is hare bevolking, de voorsteden inbegrepen, gestegen tot ruim 200.000 inwoners. Hare handels- en nijverheidsgestichten hebben eene groote uitbreiding genomen. Welvaart en voorspoed heerschen tallenkant.” (53).

1825:
“Hij leefde hier in den tijd, toen er nog geene spoorwegen bestonden en alle verkeer per diligentie of bankwagen moest geschieden.
Nu moet men geen stad te voet meer doen. Electrieke tramwegen doorkruisen de stad in alle richtingen. Honderden en honderden autos, velos, doorlopen stad en dorp bij dage als bij nachte”.
“Zij vliegen, op levensgevaar af, bliksemsnel voorbij, zonder zich te bekommeren om wat er rond hen omgaat. Het is eene drukte, ene beweging waarvan men zich geen gedacht maakt. Wij, kinderen der XXe eeuw, wij zijn reeds gewend aan al dat rijden en rotsen. Moesten echter onze vooruiders terugkeeren, zou zouden verbaasd, verbluft, verschrikt achteruit deinzen en achteruit deinzen uitroepen: - Hebben de menschen toch geen beenen meer?” (53). 


“Zeggen wij echter dat de grijze strijder met genoegen zoude gezien hebben, hoe het gansch herstelde Gravenkasteel een historisch kunstjuweel is geworden waarop wij terecht fier zijn” (54).

“Doch wat hem met geestdrift zou vervullen, diep ontroeren, dat ware het bezichtigen van den tempel aan het Vlaamsch Toneel opericht, en die de Sint Baafsplaats versiert. Door het bouwen van den Nederlandsche Schouwburg rond 1896, werd eindelijk voldoening gegeven aan de rechtmatige eischen der Gentsche bevolking. Welk verschil met de kleine, vernepen Parnassuszaal op de Houtlei, waarmede men zich honderd jaar geleden moest bevredigen.” (54).

Daumier

Honoré Daumier, Het drama (ca 1860) (oil on canvas)