zondag 10 maart 2019

Heins



"Met het oog op de bevrijding van de torens had namelijk Braun aan Heins gevraagd in een grondplan weer te geven hoe de buurt er zou komen uit te zien na de transformatie en het was dit plan dat hij op 20 mei 1896 voorlegde aan koning Leopold II, die, zoals geweten, een grote urbanistische belangstelling had. Tijdens het onderhoud had Leopold II tevens een algemeen overzicht in vogelvlucht gevraagd, wat op 16 juni van dat jaar voltooid was."




Dit zicht was eveneens te bekijken op de tentoonstelling die rond dit thema op 31 juli 1896 werd geopend en, zoals reeds vermeld, bezocht werd door de deelnemers aan het Archeologisch Congres.

In een bijhorend document viel te lezen (in Capiteyn, 1988: 22): Ter gelegenheid van het congres van geschiedenis en oudheidkunde... heeft de heer A. Heins de grote aquarel voltooid, welke in vogelvlucht de afbeelding geeft van het veranderde Gent... De heer Heins zal er ook de schetsen bijvoegen van de twee gebouwen van versiering, betrekking hebbende op de nieuwe plaatsen welke door de ontbloting der Sint-Niklaaskerk, van het Belfort en van de hoofdingang van Sint-Baafs, zullen tot stand komen; dit zijn persoonlijke gewrochten van de vervaardiger. 

 Deze persoonlijke gewrochten waren een beeldgroep rond het schenken van de Grote Keure in 1199 door gravin Mathilde van Portugal aan de Gentenaars en een evocatie rond het thema 'De Eeuw der Artevelden'. Beide monumenten zijn er niet gekomen, de 'blootlegging' van de 'torens' daarentegen wel en nadat de Gemeenteraad het plan had goedgekeurd en de bekrachtiging bij Koninklijk Besluit van 15 februari 1897 verschenen was, konden de slopers aan het werk. Zoals steeds was Heins hen voor en razendsnel legde hij alle tot verdwijnen gedoemde interieurs en exterieurs vast met zijn scherpe pen, om tijdens het slopen elk aan het licht komend detail te fixeren (foto hieronder: Armand Heins op prospectie vanop de daken van de huizen van de verdwenen Korte Ridderstraat).





Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Heinrich Zille

  De Bruycker is perhaps to Ghent what the slightly older and more emphatically political artist Heinrich Zille was to Berlin. (Goddard: 27)...