maandag 25 februari 2019

Over JDB

Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse taal- en letterkunde (nieuwe reeks). Jaargang 1979 · dbnl


"Over Jules de Bruycker (1912), met George Minne, Theo van Rijsselberghe, Jules de Praetere, Albert Baertsoen, zijn eigen broer Gustave van de Woestijne, wellicht de meest complexe, meest paradoxale vertegenwoordiger, onder de plastische kunstenaars, van het Gentse genie: ‘De ziekte van De Bruycker... zou eerst voedsel vinden voor haar kille koorts in wat de Gentsche “outrance” hem aan figuren en gestalten, gevallen en tooneelen bood’. De Gentse ‘outrance’, dit is één aspect.

Een ander aspect is: ‘Zeker, acute werkelijksheidszin en bijzondere verwerking ervan (hoewel bij hem nimmer lyrisch, daar positieve aandoening afwezig bleef); overtuiging in het waargenomene en imponeerende macht in de expressie. En brutale eigenzinnigheid ook. Maar niet snakkend naar Vrijheid... Wat kon het vrijheids-begrip zijn van iemand, die juist smaalde om het gebruik, dat er van werd gemaakt door wie ze bezaten? Ik zei het reeds: hij geloofde aan niets, ook niet aan vrijheid, ook niet aan de mogelijkheid der bevrijding, noch zag in wat ze aan zijne ledigheid zou hebben gebracht...

Na langen tijd kwam ze nochtans; of liet althans hopen, dat ze ging komen’.

Dit wat ook het ‘bevrijdingsmotief’ betreft, ‘dat den grond uitmaakt der Gentsche ziel’. In het geval De Bruycker, ‘wellicht de reden van een nihilisme, dat te lang moest duren, en de Gentsche “bevrijding” in den weg stond’.  "

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Bankbiljetten

  https://museum.nbb.be/sites/default/files/2022-08/Onze_biljetten_bestaan...149_jaar.pdf   “Zo kwam de Bank in 1939 terecht bij Jules De Br...