vrijdag 1 januari 2021

Richard Minne opera


Aanteekeningen van een Gentenaar (1939)
door Richard Minne (1891-1965)
https://www.dbnl.org/tekst/bom_001vlaa01_01/bom_001vlaa01_01_0008.php

 ‘Kunst overal en voor iedereen’?

 “Plechtstatigheid en potsierlijkheid. Dit is ook nu het geval. Alleen de menschen zien het niet. Overigens, wie plechtstatig zegt, veronderstelt tevens potsierlijk. Dat zijn Siameesche zusters.

 “Aan deze tweeling brachten wij onze hulde op het ‘kiekenskot’ van den Franschen Theater, wanneer het bel canto van een of anderen acrobaat ons een kouwe rilling langs den rug deed loopen. Een heldentenor die de hoogte ingaat, bezorgt u immers dezelfde sensatie als een trapezist, die nog slechts met zijn grooten teen ergens in den koepel vasthangt.”

“Ik ben sindsdien nooit meer naar den ‘uil’ teruggekeerd, maar ik heb den vagen indruk dat Jules de Bruycker er thans vruchteloos naar zijn types zou zoeken. Want ook díe hebben de pijp aan Maarten gegeven. Het algemeen nivelleeringsproces gaat zijn gang. Zelfs het dialekt is bezig met zijn laatste kruim te verliezen. Standardiseering op gansch de lijn. We spreken reeds beschaafd. (In afwachting dat wij het zijn.) Nieuw is dit nu precies niet. “


Aan deze tweeling brachten wij onze hulde op het ‘kiekenskot’ van den Franschen Theater, wanneer het bel canto van een of anderen acrobaat ons een kouwe rilling langs den rug deed loopen.

Een heldentenor die de hoogte ingaat, bezorgt u immers dezelfde sensatie als een trapezist, die nog slechts met zijn grooten teen ergens in den koepel vasthangt.

Ge vreest elk oogenblik dat het fatale gaat gebeuren en ge sluit instinctmatig de oogen. Des te erger, daar ze onder den tenor geen net hebben gespannen om hem op te vangen. Zoo zaten we daar met geladen zenuwen in afwachting van de katastroof. Alleen ‘Sander den Oliekoeke’ scheen zijn innerlijke kalmte bewaard te hebben en bewoog zich, met een olympische sereniteit en de voetvastheid van een gems, in deze verheven regionen.

Ik ben sindsdien nooit meer naar den ‘uil’ teruggekeerd, maar ik heb den vagen indruk dat Jules de Bruycker er thans vruchteloos naar zijn types zou zoeken. Want ook díe hebben de pijp aan Maarten gegeven. Het algemeen nivelleeringsproces gaat zijn gang. Zelfs het dialekt is bezig met zijn laatste kruim te verliezen. Standardiseering op gansch de lijn. We spreken reeds beschaafd. (In afwachting dat wij het zijn.)



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Bankbiljetten

  https://museum.nbb.be/sites/default/files/2022-08/Onze_biljetten_bestaan...149_jaar.pdf   “Zo kwam de Bank in 1939 terecht bij Jules De Br...