Wereldoorlog

WO II breekt uit in België op 10 mei 1940. Dezelfde maand zijn er luchtbombardementen boven Gent. De Duitse troepen nemen de Leopoldskazerne en de Belgische commandobunker (aan het Citadelpark) in gebruik. Er komen munitiemagazijnen en een bunkergordel onder het Belfort en Sint Baafsplein als ondergronds commandocentrum. Wat de bombardementen betreft, blijft Gent vergeleken met andere steden relatief gespaard. Maar toch vielen er bommen.

Op 20 mei brengt het Gentse stadsbestuur door middel van een affiche de bevolking op de hoogte dat het Belgische leger de Gentse waterbruggen zou opblazen. Een manier om de oprukende Duitse legers te hinderen. Acheraf blijkt dat weinig effect te hebben. De Duitsers voeren luchtbombartementen uit. Sirenes waarschuwen burgers om te schuilen.

In mei 1940 wordt een brug gebombardeerd niet ver van zijn huis in de Isabellakaai. Het huis lijdt schade en JDB ervaart dit als een déja-vue: de nachtmerries van de eerste wereldoolog keren terug. Hij vreest dat de Duitsers weer alles zullen plat bombarderen. En hij mijmert steeds meer over hoe de mens zichzelf vernietigt (zie Chabot). L’histoire se repète.

111. Chabot, "Jules De Bruycker," 1963, p.166. "Het is gebeurd dat hij bij luchbombardementen het uitschreeuwde: 'Ze gaan alles stuksmijten! Ze gaan alles vernietigen!"

JDB is zevenig. Tijdens de oorlog krijgt hij veel voorstellen. Aan zijn huis arriveren zwarte Daimler-Benz met Duitse bewonderaards waaronder de directeur van het Berlin Museum. JDB wordt gevraagd of hij werken wou maken maar hij weigerde (aldus Bonnel).

112. Bonnel, "Herinneringen aan Juul de Bruycker," pp. 1063-64.

Op 6 september werd Gent bevrijd.