In zijn Documents secrets (1958) vertelt Hellens in een hfdst ‘Deux peintres et un troisième’ over het ontstaan van zijn roman En ville morte. De twee schilders zijn "François" de Boever (die hij Lemaire noemt) en Jules De Bruycker. Hij kent ze uit zijn tijd in Gent. De derde is Breugel, de ‘vieux maître’ die hij samen met De Boever en De Bruycker bewondert en waarover ze praten.
Hellens wordt beïnvloed door de plastische kunsten, hij deed ook een paar pogingen om te schilderen maar die vond hij mislukt. Hij wordt criticus van muziek en plastische kunsten kunsten en schrijft in La Tribune artistique, Thyrse en L’art Moderne. Hij schreef over JDB in dat tijdschrift.
Les écritures poétiques de Franz Hellens
Hellens, Documents secrets (1906-1956), Histoire
sentimentale de mes livres et de quelques amitiés. Paris, Albin Michel 1958,p.
34)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten