zondag 9 december 2018

Masereel


 Uit de biografie (Van Parys):

Ondanks de weinigbelovende resultaten op de Ecole Moyenne gaat Frans in 1905 over naar het Atheneum, de rijksschool voor hoger middelbaar onderwijs. Op dezelfde school, maar aan de andere kant van de sociale barrière, zit Richard Minne, die zich herinnert dat er ‘een sterke scheiding (bestond) tussen de zonen van de hogere burgerij, die verfranst was, en de zonen van de kleinburgers en ambtenaren die thuis het Vlaams - ik zal niet zeggen het Nederlands, want het “beschaafd” bestond nog niet - gebruikten als omgangstaal. We zaten zelfs apart in de leslokalen.’3 Na het eerste atheneumjaar blijkt kennelijk definitief dat Frans niet voor hogere studie in de wieg is gelegd, want in 1906, het jaar waarin het gezin naar de Nieuwebosstraat verhuist, laat
[p. 30]
hij zich inschrijven voor de driejarige opleiding voor typografen van de Gentse ‘School van het Boek’, een ‘Stedelijke Ambachtsschool voor Jongelingen’ met afdelingen voor steendrukkers en letterzetters. Jaren later zal hij zich wel eens laten ontvallen dat het drukkersvak een van de beroepen was waartoe hij zich vaag aangetrokken voelde, maar over zijn typografenopleiding heeft hij nooit met een woord gerept. Toch vormt die opleiding de achtergrond van zijn latere uitgeversambities en bijzondere belangstelling voor de boekkunst. Bovendien verklaren de drie jaar Boekenschool waarom hij zowel Franstalige sportvrienden uit de bourgeoisie als Vlaamssprekende kameraden heeft, met wie hij zijn interesse voor kunst en literatuur kan delen. Waarschijnlijk baart zijn inschrijving op de school enig opzien, want typograaf is voor een dokterszoon niet bepaald een voor de hand liggende beroepskeuze. Blijkens de leerlingenlijsten behoren zijn klasgenoten zonder uitzondering tot de lagere standen: hun vaders zijn wever, winkelier, koetsier, krantenverkoper, voerman of douanier.




 ============================================

Uit de biografie van Maseree leren we Masereel kennen als iemand die zich al vlug prakisch politiek engageert: van het socialisme tot het marxisme. 


Enkele momenten die van belang zijn voor Gent

“De man die zijn opstandigheid belichaamt, is Eduard Anseele, boegbeeld van het Gentse socialisme".

1877: Anseele sticht de Vlaamse Socialistische Partij
1885: Anseele helpt de Belgische Werkliedenpartij  oprichten
1889: Anseele maakt deel uit van de Belgische delegatie op het stichtingscongres van de Tweede Internationale en is voorzitter van het tweede congres, dat in 1891 in Brussel wordt gehouden.

Masereel beeldt Masereel af in de houtsnede ‘Gents Grootheid leidt haar toekomst’ (als de volkstribuun die, zoals Artevelde in de veertiende eeuw, de Gentenaren tegen onderdrukkers in bescherming neemt en de weg wijst naar een betere toekomst) (Van Parys)

 RS: ik zie Anseele niet echt op deze ets (checken).


Gents grootheid leidt haar toekomst”. Een houtsnede. Gesigneerd, genummerd 236/750 en gedateerd 1962 buiten de plaat.

Deze houtsnede wordt later gebruikt als illustratie in Aan de voet van het Belfort.
Het boek van Achilles Mussche over de ellende die de industriële revolutie in de textielstad Gent veroorzaakt. ‘De Vlaamse hel,’ noemt Mussche de vlasfabrieken:

    “Het is er zo laag als in een hol en de spinmolens staan opeengeperst, geen zestig centimeter vaneen; het is er laag en broeiend heet en vochtig van het kokende water, waarin de vlaswieken liggen te stinken en waar onophoudelijk dampen uit walmen, dat men elkaar op een drie meter afstand niet meer ziet. En midden in al die verhitte nattigheid en 't lawaai van de razende machines en de walgelijke stank en de dikke mist, daar lopen waarachtig wezens heen en weer. Zijn dat wel mensen? Het zijn vrouwen en kinders, meest vrouwen en kinders, de vrouwen en kinders van de natte spinnerij. Zij werken daar blootvoets, druipend nat”.

Terwijl hij Mussches boek illustreert, komt Masereel bijna op iedere bladzijde beelden uit zijn jeugd tegen. Naamloze ellende in de blinde stegen die ‘beluiken’ worden genoemd, arbeidersdemonstraties, confrontaties tussen stakers en bereden gendarmerie, Anseele tijdens een van zijn gespierde toespraken: ‘een klein, ineengedrongen man, maar zoals hij letterlijk overeind rijst, wordt hij ineens heel groot en staat hij daar, breedgeschouderd, fors gehouwen, als een blok graniet, uit één stuk.’14 Anseeles pleidooien voor sociale rechtvaardigheid en zijn aanklachten tegen de schaamteloze uitbuiting zijn de jonge Masereel uit het hart gegrepen. Vandaar dat hij meeloopt in de grote demonstraties van die jaren, voor algemeen stemrecht en tegen kinderarbeid - hij vertelt er niet bij of hij, zoals Richard Minne, bij het doorkruisen van een rijke buurt de carmagnole meezong: ‘tous les bourgeois à la lanterne!’ Dat de socialistische sympathieën van de oudste zoon thuis geen wrijvingen veroorzaken, is typerend voor de open sfeer in het liberale gezin Lava. De houtsnedensuite Idée - zijn versie van ‘Die Gedanken sind frei’ - zal Masereel in 1920 opdragen aan de vrijdenker die Lava van huis uit is. (Van Parys).


PS JDB en Anseele. Zie deze blog.

004 GENT VOORWAARTS
 De affiche van de Minardschouwburg "Revue t'onderste boven" werd gedeeltelijk overschilderd en wordt het beeld van een manifestatie "Gent voorwaarts" met op de achtergrond de redenaar Edward Anseele.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Bankbiljetten

  https://museum.nbb.be/sites/default/files/2022-08/Onze_biljetten_bestaan...149_jaar.pdf   “Zo kwam de Bank in 1939 terecht bij Jules De Br...