Emile Van Vooren
PS
checken: (*Emiel van Vooren. Volgens Chabot heeft JDB veel tekeningen gemaakt
van hem. Soms als minister).
John stuurde me een schets van Emile Van Vooren:
B0112 EMILE VAN VOOREN In zijn conciergerie aan de universiteit in de Volderstraat te Gent Appariteur à la faculté de GandPPARITEUR E. Van Vooren qui fût pour De Bruycker mieux qu'un père nouricier et presque la providance
Gedurende deze periode komt JDB vaak samen met bevriende
kunstenaars bij Emile Van Vooren (1849-1921), pedel en huismeester van de
universiteit Gent. Zijn portiersloge (naast de zuilengalerij van de Aula) is
een huiskamer en salon waar kunstenaars samenkomen en Emile Van Vooren treedt
op als go-between voor het verkopen van hun kunstwerken.
Franz Hellens beschrijft deze plek met de poëtische vrijheid
in Les hors-le-vent in het verhaal
als ‘La cuisine des fous’. De ruimte zou gevuld geweest zijn met een haan en
een kip, een kanarievogel en enkele duiven. De artiesten kunnen er werken in de
warmte en krijgen er koffie, soep en boterhammen. Verschillende figuren komen
erin voor onder andere namen (zoals Georges Van de Walle (1861-1923) of Cies de
Kalle alias la Corneille, de Kraai – zie hierboven).
Ook JDB behoort tot dit bont gezelschap. En de plek wordt
zijn vrije academie waar hij ongestoord kan tekene. Tot het gezelschap behoren naast Georges Van de Walle, Alfons Dessenis
(1874-1952), een tekenaar en schilder die later (1901) lid werd van de eerste
groep van de Latemse school; en Jules Verwest (1883-1957) die waarschijnlijk
een schilderij maakte van de befaamde portiersloge. En last but not least de
student Peter Bonnel (1889-?) die vele jaren later in (1956) in zijn Herinneringen aan Juul De Bruycker zal
schrijven dat JDB hem toen als vriend begroet en hem “als zodanig, door heel zijn lange leven, heeft behandeld” .
PS Wat de studio betreft. JDB tekende die plek als omgeving van Cies de Kalle:
xx CONFRERE EN VRIEND CIS DE WALLE
|
|
B0112 EMILE VAN VOOREN
In zijn conciergerie aan de universiteit in de Volderstraat te Gent
Appariteur à la faculté de GandPPARITEUR
E. Van Vooren qui fût pour De Bruycker mieux qu'un père nouuicier et presque la providance
In zijn conciergerie aan de universiteit in de Volderstraat te Gent
Appariteur à la faculté de GandPPARITEUR
E. Van Vooren qui fût pour De Bruycker mieux qu'un père nouuicier et presque la providance
![]() |
Verwest (zie verder) |

De heer Jean-Paul Den Haerynck, assistent aan de Gentse Bibliotheek liet mij het volgende weten:
Over Jules Verwest hebben we merkwaardig genoeg nog een andere specifieke bron die Hellens' Cuisine des fous in gelijkaardige bewoordingen beschrijft, uit diens werk kunnen we zelfs afleiden dat Hellens hier nauwelijks iets gefantaseerd heeft. Deze Duitstalige auteur heeft het werk van Franz Hellens ook absoluut niet gelezen.
Het gaat om professor Herman Nohl (zie het lemma op www.literair.gent.be ). De beschrijving komt voor in de brievenuitgave van Nohls correspondentie tijdens W.O.I, toen hij deel uitmaakte van de economische inspectie van het Duitse bezettingsleger in Gent; in 2005 uitgegeven door Walter Thys onder de titel: Ein Landsturmmann im Himmel: Flandern und der erste Weltkrieg in den Briefen von Herman Nohl an seine Frau.
Hoger hebben wij aangestipt dat nog een andere kunstenaar de woonkamer
van Emile schilderde, m.n. AJphonse Dessenis( Het was die 'ontdekking'
die ons er toe aanzette op zoek te gaan naar meer bijzonderheden omtrent
het voorgestelde interieur, zijn bewoners en zijn bezoekers.
Tekening EMILE VAN VOOREN SLAAPT (B0109) van 1905
"Onze vriend Emile Van Voor en zullen we ook nog bij een andere gelegenheid ontmoeten, zoals in een artikel van 'gazetschrijver' K. Lybaert. In 1919 handelt deze over de bekende Gentse volksmaatschappij 'De Lochte Genteneirs', "een groep menschen, in maatschappij vereenigd, die zich oefenen in het uitvoeren van pantomiemen, welke op de Gentsche kerrmis eene eereplaats innemen op het stedelijk feestprogramma. "(De Vriese, L., Verhalen en schetsen uit mijn werk, in: Oostvlaamse Zanten, Gent, 1931, jg.6, m.l, p.12-40. Hierin wordt een artikel opgenomen dat de journalist K. Lybaert in 1919 schreef over 'De Lochte Genteneirs'.)
Op het einde van het artikel lezen wij het volgende: "Onze Gentsche meester-etser Jules De Bruycker, een onovertrefbare humorist, heeft eene schilderij gemaakt in 1913, een dansfeest der 'Lochte Genteneirs' op de Oude Beestenmarkt voorstellende. 't Is een meesterwerk, dat duizenden waard is en waarop zijn vriend Emiel Van Vooren, lokaalhouuder der Hoogeschool, en gelukkige eigenaar van het doek, terecht fier is. "
Hellens:
Les Documents secrets ou la construction d’une image de soi : Franz Hellens et l’identité d’écrivain-peintre
https://journals.openedition.org/textyles/188#ftn21
https://journals.openedition.org/textyles/188#ftn21
Contrairement à la génération de 1880, dont les écrits ne considèrent « aucun milieu professionnel vivant et en rupture, aucun schéma de vie marginale » 18, Hellens ancre l’origine de son premier roman dans un univers artistique en marge de son propre milieu. De cette façon, il se rattache à la conception romantique de la bohème, dont « La cuisine des fous », un des contes des Hors-le-vent, pourrait fournir une illustration. Cette nouvelle décrit un lieu d’artistes, où l’on peut notamment retrouver le dessinateur Jules De Bruycker, qui illustrera En ville morte 19. À l’époque où il rédige ce roman, artistes et bohème constituent pour l’auteur les deux faces d’une même réalité 20.
In het verhaal La Cuisine des Fous (1908) schrijft Hellens het personage Jules, le caricaturiste. Hoe hij zijn prooi om te tekenen benadert.
“Près du feu, comme un chat qui se chauffe la fourrure, le caricaturiste montrait une féline clairvoyance ramassé en ses yeux vairons qui jouaient avec l’âme du sculpteur, la roulaient et la disloquaient comme une chiffre (…) Le dessinateur conservateur une lucidité parfaite. Il faisait sa proie de toute cette matière d’hallucination. Ses yeux, aux reflets d’acier, glissaient comme des lancettes, plus rapides des crayons” (114) geciteerd door Krains (voetnoot 23).
Verwijzing naar een brief van Nohl.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten