zaterdag 11 augustus 2018

Humor JDB

Beste LDV

De volgende redenering deelde ik al eens met John (wordt vervolgd).

Naar aanleiding van onze ernstige gesprekken. Ik geraak er steeds meer van overtuigd dat JDB pas kunt begrijpen, als je zijn gevoel voor humor ziet in de tekeningen. Ik denk dat ik daar voortdurende de aandacht moet op richten (waar het kan uiteraard).

Zie die wachtzalen.



Die trieste gezichten en de reclame daarachter: trains de plaisir NICE. Etc.
Het is ook mijn gevoel voor humor (en dat delen we - denk ik). Geen vergelijking met de avant garde (te ernstig) maar een voorkeur voor het anekdotische…   Een soort "minor poet”. Minne en Van de Woestijne waren het omgekeerde…

De vraag: "Was De Bruycker echt té Gents om werkelijk universeel te zijn?” kan ook geherformuleerd worden: was JDB te anekdotisch om universeel te zijn?
De uitdrukking “te Gents’ kan zowel verwijzen naar de scènes als het gevoel voor humor. (JDB was geen volksmens maar hij vond het volk geestiger dan de notabelen aan wie hij verkocht).

Kortom, bij de vele tekeningen en etsen moet ik glimlachen. Het zijn een soort cartoons zonder woorden (hoewel de titels soms een deel van de humor zijn).
JDB is op zijn best als hij kan glimlachen. Dan is hij zichzelf. Dat is zijn beperking maar ook zijn kracht. Een variant op Marijnissen. En hiermee stel ik ook in vraag wat Marijnissen ooit schreef dat JDB op zijn best zou zijn als hij zichzelf niet was. Tja, dat kan je ook omkeren. En dat doe ik graag. En ik vind dat juister dan de eerste uitspraak.

 (“Maar ja, niet iedereen hoeft toch te leven? Er moeten toch ook mensen zijn die kijken naar het leven?”) (Snijders)

PS


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Bankbiljetten

  https://museum.nbb.be/sites/default/files/2022-08/Onze_biljetten_bestaan...149_jaar.pdf   “Zo kwam de Bank in 1939 terecht bij Jules De Br...