Beste LDV
De volgende redenering deelde ik al eens met John (wordt
vervolgd).
Naar aanleiding van onze ernstige gesprekken. Ik geraak er
steeds meer van overtuigd dat JDB pas kunt begrijpen, als je zijn gevoel voor
humor ziet in de tekeningen. Ik denk dat ik daar voortdurende de aandacht moet
op richten (waar het kan uiteraard).
Zie die wachtzalen.
Die trieste gezichten en de reclame daarachter: trains de
plaisir NICE. Etc.
Het is ook mijn gevoel voor humor (en dat delen we - denk
ik). Geen vergelijking met de avant garde (te ernstig) maar een voorkeur voor
het anekdotische… Een soort
"minor poet”. Minne en Van de Woestijne waren het omgekeerde…
De vraag: "Was De Bruycker echt té Gents om werkelijk
universeel te zijn?” kan ook geherformuleerd worden: was JDB te anekdotisch om
universeel te zijn?
De uitdrukking “te Gents’ kan zowel verwijzen naar de scènes
als het gevoel voor humor. (JDB was geen volksmens maar hij vond het volk
geestiger dan de notabelen aan wie hij verkocht).
Kortom, bij de vele tekeningen en etsen moet ik glimlachen.
Het zijn een soort cartoons zonder woorden (hoewel de titels soms een deel van
de humor zijn).
JDB is op zijn best als hij kan glimlachen. Dan is hij
zichzelf. Dat is zijn beperking maar ook zijn kracht. Een variant op
Marijnissen. En hiermee stel ik ook in vraag wat Marijnissen ooit schreef dat
JDB op zijn best zou zijn als hij zichzelf niet was. Tja, dat kan je ook
omkeren. En dat doe ik graag. En ik vind dat juister dan de eerste uitspraak.
(“Maar ja, niet
iedereen hoeft toch te leven? Er moeten toch ook mensen zijn die kijken naar
het leven?”) (Snijders)
PS
Geen opmerkingen:
Een reactie posten