Invloed JDB:
Tinus Vermeersch | Hopstreet Gallery
https://www.hopstreet.be/artists/tinus-vermeersch/
Tinus Vermeersch (b. 1976) is a ‘Belgian Archaist’, an artist who has applied the literary technique of ‘a conscious imitation or adoption of style, words, phrases or expressions belonging to a certain period’ to the visual arts.
His works look as if they could have been made in the 16th, 17th, 18th or even 19th century (think of the heavenly landscape paintings by Roeland Savery, the landscape etchings by Hiëronymus Cock, or the Ghent etchings by Jules De Bruycker) because their tiny, delicate movements of a drawing or painting hand and their archaic style bring to life imaginary landscapes with mythical creatures (half-man/half-bird/half-tramp/half-monk) in a time that seems to be out of sync with normal time.
Tinus Vermeersch (°1976) is een ‘Belgische Archaïst’, een kunstenaar die de literaire techniek van ‘een bewuste navolging of overneming van stijl, woorden, zinswendingen of uitdrukkingen die in een
bepaalde periode thuishoren’ op de beeldende kunst heeft toegepast.
Zijn werken zien eruit alsof ze gemaakt zouden kunnen zijn in de 16de , 17de, 18de of zelfs 19de eeuw (denk aan de paradijselijke landschapsschilderijen van Roeland Savery, of de landschapsetsen van
Hiëronymus Cock of zelfs ook de Gentse etsen van Jules De Bruycker), doordat ze met hun kleine fijne bewegingen van een tekenende of schilderende hand en in een archaïsche stijl imaginaire
landschappen met fabeldieren (half mens/half vogel/half zwerver/half monnik) tot leven wekken in een tijd die buiten de normale tijd lijkt te staan.
Van zodra ik een werk van Tinus zie, word ik meegezogen in een meditatieve ruimte waarin de existentiële esthetische ervaring van het landschap die een wisselwerking tot stand brengt tussen de
mens en het landschap (zie: Ton Lemaire, ‘de vermenselijking van het landschap, de verlandschappelijking van de mens’), hier – net zoals bij Thierry De Cordier – onder de handen van een landschapskunstenaar als Tinus Vermeersch tot leven wordt gewekt. Waarom zouden anders al zijn figuren in die oude hooioppers verdwijnen?
Anders dan in een mogelijke nostalgische lectuur van zijn werken, grijpt Vermeersch hier niet terug naar elementen uit het oude Vlaamse landschap (de hooiopper) en de Oude Vlaamse kunst (Savery,
De Cock, De Bruycker... Schilderijen /Etsen /Keramische werken /Grisailles) om een niet-bestaand glorierijk Vlaams kunstverleden terug op te roepen, maar om de wezenlijke band tussen de mens en
zijn natuurlijke omgeving op zijn minst in de kunst terug op te roepen. De geborgenheid die de natuur zou kunnen bieden en de mentale rust om aan de ik-fixatie te ontsnappen, is een artistiek antidotum,
een vorm van lyriek die niets met escapisme te maken heeft, maar alles met het noodzakelijke verlangen naar een nieuw evenwicht tussen mens en natuur.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten