dinsdag 16 april 2019

Abert Baertsoen


Beelden van Baertsoen op youtube.



Albert Baertsoen
KvdW schrijft: Hij is geboren en gestorven te Gent , zijne gevangenis . Zal ik hier weer schrijven over den stalen greep waarin Gent de geesten knelt ?
KvdW citeert uit een tijdschrift een uitspraak over JDB: "Il tourne dans la ville de Gand comme dans un cirque, dont il est à la fois le clown et le public".

Baertsoen, Oude Houtlei

"Een zijner eerste Gentsche doeken is van 1891. Het stelt een hoekje voor der Houtlei, wier eigenaardige schoonheid om allerlei, en vooral slechte redenen, werd verdelgd." (Albert Baertsoen door O. Roelandts).

Roelandts, O., Albert Baertsoen, Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Gent, 1928



Baertsoen, Dooi in Gent

Elke maand nodigen we bezoekers uit om een uur lang stil te staan bij één werk uit de MSK-collectie of de tijdelijke tentoonstelling. We lezen het werk als een tekst, en kijken naar de stijl, het onderwerp, de tijdsgeest…
We gaan met elkaar in gesprek over de mogelijke betekenissen die we in het werk denken te zien. Want kijken naar kunst is altijd een beetje kijken naar onszelf.
Op zondag 24 november 2019 om 14 uur gaat gids Valerie De Witte in gesprek met de groep over het schilderij van Albert Beartsoen: 'Dooi in Gent'.





Onze kunst; geïllustreerd maandschrift voor beeldende en decoratieve kunsten, jrg 16, 1917, Deel: XXXI, 1917 » 1917 - Pag. 89 | Delpher


   Er heerscht een schrijnende droefheid. Misschien is het smartelijker dan I3aertsoen’s gezichten van Gent. Maar hier past een ander woord. Zijn de werken van den schilder inderdaad met smart of droefheid gedrenkt, zooals die van Claus met hooge en teedere vreugde? Ik wil hier niet rechtstreeks op antwoorden. Ik merk alleen op, welke verlaten  hoekjes van Gent hij heeft gekozen. Hij kiest niet het centrum der oude stad, zooals de etser De Bruycker. Hij ontwijkt het levende hart der stad. Hij zoekt de stilte, hij verbant al wat gerucht maakt, zooals in het strenge doek van het Museum te Antwerpen.

Overal schijnt het water onbeweeglijk. Want er is water in haast alle doeken van Baertsoen. En dikwijls rust dat water in een groenen nacht. Twee doeken, nog in België geschilderd en verleden jaar te Londen tentoongesteld, vertonnen ons elk een schemering die alle dingen met zachte, groene nevels omhult: Nacht op een vaart te Gent en Avond weerschijnen. 

https://archive.org/stream/onzekunst31v32antw/onzekunst31v32antw_djvu.txt

Albert Baertsoen en Pierre
Paulus hebben beide krachtige evocalies gegeven van de bruggen in
Londen en geloond hoe zelfs iets, dat, als een reusachtige spoorslaaf,
het mooiste natimrbeeld verstoorl, toch worden kan lot een ding van
schoonheid. Komt hun de kracht daartoe geheel uit zichzelf? Uit de
oorlogsmachine, die hen van alle zijden tegendreunt? Uit het magistrale
voorbeeld, dat een Brangwyn en een Pennell hun in Engeland gaven?
Men vergete hierbij niet dat Albert Baertsoen van de tragiek, die samen-
gepakt ligl in zulke donkere gevaarten, al voor den oorlog iets voor-
gevoeld heeft, toen hij in de Luiksche mijnstreken werkte en dat
Pierre Paulus de uitbeelder was van het daverend geweld der werk-
huizen in het „zwarte land".

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Bankbiljetten

  https://museum.nbb.be/sites/default/files/2022-08/Onze_biljetten_bestaan...149_jaar.pdf   “Zo kwam de Bank in 1939 terecht bij Jules De Br...