Merckaert werd in mei 1898 medestichter van de Brusselse kunstenaarsvereniging "Labeur", een kunstkring met veel eclectische kunst uit diverse genres: schilderkunst, beeldhouwkunst, muziek. M. Gaudelier werd voorzitter en de jurist P.D. Elias secretaris. Stichtende leden waren naast Merckaert onder anderen A. Van der Straeten, J. Potvin, Auguste Oleffe, J. Herbays, M. Tytgat en L. Ledent. Hun eerste Salon ging door in september 1898 in het Museum van Moderne Kunst in Brussel. Merckaert nam ook deel aan de andere salons van "Labeur" onder andere , 1903 (6de), 1904 (7de).
Medeleden van "Labeur" waren onder meer: Jules De Bruycker
Auguste Charles Louis Oleffe (Sint-Joost-ten-Node, 17 april 1867 - Oudergem, 13 november 1931) was een Belgisch kunstschilder.
Oleffe volgde lessen aan de tekenschool in Sint-Joost-ten-Node en was om in zijn levensonderhoud te voorzien enige tijd werkzaam als lithograaf en tekenaar bij een drukkerij. Hij trouwde op 24-jarige leeftijd en vestigde zich in 1895 in Nieuwpoort, waar hij zich geheel aan het schilderen wijdde. In 1906 trok hij naar Oudergem, waar zijn talent zich volledig zou ontplooien. Hij vervaardigde zeegezichten, alledaagse taferelen, vaak van jonge vrouwen in een tuin, en portretten van familieleden en vrienden, onder wie Rik Wouters (1910, Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, Brussel)[1].
Oleffe wordt wel gerekend tot de laatste Belgische impressionisten en was een vertegenwoordiger van het Brabants fauvisme. Hij was een bewonderaar van Manet, Monet en Renoir en liet zich in zijn werken inspireren door hun stijl en kleurgebruik, zoals in Mei (1908) en Lente (1911).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten