Fonteyne, Jules
Identity
Category
Person (Male)
Status
- Amateur
Details
Life dates
Bruges, 1878 - Bruges, 1964
Activity
1905 ca Bruges
° 22.7.1878; + 11.8.1964. Painter of portraits and of popular Bruges characters. An engraver, his graphic work was similar to that of Jules De Bruycker. Pupil at the academies of Bruges and Brussels. He built a camera in his youth. Member of the "Cercle Photographique de Bruges" and of the "Cercle artistique ‘Kunstgenegen’". Only a few of his photographs survive, since unfortunately he destroyed a large number of negatives.
° 22.7.1878; + 11.8.1964. Painter of portraits and of popular Bruges characters. An engraver, his graphic work was similar to that of Jules De Bruycker. Pupil at the academies of Bruges and Brussels. He built a camera in his youth. Member of the "Cercle Photographique de Bruges" and of the "Cercle artistique ‘Kunstgenegen’". Only a few of his photographs survive, since unfortunately he destroyed a large number of negatives.
Locations
1905 ca Bruges
Bibliography/Webography
MICHIELS, G., "Jules Fonteyne". Bruges, 1973.
HOSTYN, Norbert. "Fonteyne Jules", Le Dictionnaire des peintres Belges du XIVe siècle à nos jours, La Renaissance du Livre, t. 1, 1994, p. 443.
HOSTYN, Norbert. "Fonteyne Jules", Le Dictionnaire des peintres Belges du XIVe siècle à nos jours, La Renaissance du Livre, t. 1, 1994, p. 443.
Management
Record source
DIRECTORY_1997#1693
Identity of institution
FotoMuseum Provincie Antwerpen
Dates of creation/revision
SFJ revised 24.1.2018
Jules Fonteyne werkte in Brugge wonen als kunstschilder, etser en boekillustrator. Hij ontwierp ook de decoratie voor de meubelen.
De Eerste Wereldoorlog vormde een cesuur in zijn loopbaan. In de eerste maanden van de oorlog (augustus-oktober 1914) vervulde hij als lid van de Burgerwacht bewakingsopdrachten in en rond Brugge, maar midden oktober werd de Burgerwacht ontbonden en werd hij huiswaarts gestuurd. Kort nadien vergezelde hij zijn moeder en twee zussen via Oostende naar Engeland, voor wat aanvankelijk als een kort verblijf voorzien was. Hij zou er uiteindelijk tot 1919 blijven, eerst in Londen, daarna in Bridgwater (Somerset). Daar kwam hij in contact met het Engelse kunstleven en leerde er het werk van de Prerafaëlieten kennen. Uit die tijd dateert een potloodtekening van Veurne (1916) en de gekleurde allegorische pentekening De dood van Ieper (1918). De meeste werken die hij in die periode maakte zijn evenwel in Engeland gebleven. Het is niet bekend wat hiervan bewaard bleef.
Na de oorlog ontving hij regelmatig opdrachten voor het ontwerpen van kerkmeubilair, kruiswegen, glasramen en andere ornamenten voor de kerken en kloosters die na de verwoestingen van de Eerste Wereldoorlog. In 1921 kreeg hij een aanstelling als leraar aan de Stedelijke Academie van zijn geboortestad, in 1927 benoemd tot directeur van de Brugse Academie. Na zijn pensionering en tot aan zijn overlijden in de zomer van 1964 was hij vooral actief als etser. Hij stelde niet tentoon en zocht ook anderszins niet de publieke belangstelling. Maar hij kon rekenen op een beperkt doch trouw koperspubliek, dat hoofdzakelijk uit Brugge en de omgeving kwam.
Werken
Hij beheerste diverse technieken: olieverf, potlood-, pen- en houtskooltekening, graveer- en etskunst. Daarnaast experimenteerde hij met ceramiek. Hij was tevens fotograaf, al gebruikte hij de fotografie veeleer als documentatie ter ondersteuning van zijn grafisch oeuvre en niet zozeer als een kunstvorm op zich. Niettemin zijn van hem enkele mooie stadsgezichten van Brugge in het begin van de twintigste eeuw bewaard.
Ook zijn onderwerpen waren verscheiden. Hij was onder meer een zeer begaafd portrettist, zoals blijkt uit de twee portretten die hij van de schrijver Stijn Streuvels tekende, waarvan een gedateerd 1912 (beide nu in het museum Het Lijsternest in Ingooigem) (…)
Als boekillustrator ontving hij vanaf 1910 opdrachten van de Nederlandse uitgever L.J. Veen te Amsterdam, voor het illustreren van werken van Stijn Streuvels. Op verzoek van uitgever Eugène De Bock van De Sikkel (die het werk van Fonteyne erg waardeerde) leverde hij tekeningen voor een bibliofiele uitgave (1930) van De zeer schone uren van Juffrouw Symforosa van Felix Timmermans. Voorts illustreerde hij boeken van Maurits Sabbe, de Brugse volkskundige Karel De Wolf en anderen. Als graficus ontwierp hij tevens affiches, medailles, ex-librissen en zelfs kunstvlaggen, die door het Brugse atelier English uitgevoerd werden.
De meeste bekendheid geniet Jules Fonteyne door zijn tekeningen en etsen waarin hij figuren en taferelen uit het verpauperde Brugge van zijn jeugd afbeeldt: vis- of groenteverkoopsters, kantklossters, koetsiers, volksvrouwen die een praatje maken, processies... Als achtergrond is de stad Brugge nadrukkelijk aanwezig. Het gaat hierbij niet om een fotografisch juiste weergave van een concrete straat of een bestaand plein. Hij toont een imaginair Brugge, dat toch onmiddellijk herkenbaar is. Een regelmatig voorkomend achtergrondmotief is de toren van de Jeruzalemkerk. Op enkele uitzonderingen na zijn zijn werken niet gedateerd. Zijn etsen werden niet genummerd. Tot de bekendste titels behoren De Doop, Het schip Sint-Michiel uit de Blindekensprocessie en diverse taferelen met visverkoopsters op de zogenaamde 'Kleine Vismarkt' in Brugge. Vanwege deze werken wordt hij tot de zogenaamde Brugse School gerekend.
Zijn etsen worden weleens vergeleken met die van zijn Gentse tijdgenoot Jules De Bruycker (beiden kenden elkaar overigens). Maar het werk van deze laatste is krachtiger, somberder en meer getormenteerd. Bovendien kleurde Fonteyne zijn etsen dikwijls in met aquarel, wat ze een bijzonder cachet verleent.
(Wikipedia)
zie mail van Marc Ryckaert via Jan Dumoulin
Geen opmerkingen:
Een reactie posten