maandag 25 maart 2019

Jean Delvin

prominenten[1].pdf

https://www.hogent.be/www/assets/File/prominenten%5B1%5D.pdf

Delvin Jean (1853 –1922), directeur

Delvin neemt een bijzondere plaats in de geschiedenis van de KASK in:le plusdécisif, le plus éclectique,arrachant notre enseignementaux formules qui ontvieillies avec l’Académie, aldus kunstenaar Fréderic De Smet (1876 –1948).Delvin volgt lessen aan de KASK (1869 –1874) en is na zijn studies als kunste-naar actief in Brussel, o.a. in de vrije ateliers van Jean-François Portaels en Alfred Cluysenaar. In 1871debuteert hij op het Salon van Gent.Vanaf 1881 geeft hij aan de KASK les in de klas vande grondbeginselen, vanaf 1892 ook antiek hoofd.In de vroege jaren negentig werkt hij, met goedkeuring van Lodwijk Tygadt, de toenmaligedirecteur, aan een Projet de réorganisation des cours à l’Académie des Beaux-Arts de Gand dat in juli 1892 aan het stadsbestuur wordt voorgelegd. Volgens dit verslag beantwoordt de opleiding niet langer aan de eisen van de hedendaagse kunstenaar en wordt vooral de gebrekkige praktijkervaringmet de vinger gewezen.Delvin streeft naareclectisme, waarbij mééraandacht wordt besteedaan de didactiek. Hij steltdaarbij het classicistische dogma in vraag en hecht veel belang aan de individualiteitvan de kunstenaar. Delvin’s visie is dat de KASK van bij de start een keuze moet bieden tussen een artistieke dan weleen toegepaste carrière. Hij opteert voor een vijfjarige opleiding, waarna uitzonderlijk begaafde studenten een cours supérieur, een aanvul-lende opleiding van drie jaar, kunnen volgen. Het stadsbestuur ondersteunt weliswaar Delvin’s visie, maar het personeelskader blijft intact zodat feitelijk niets fundamenteels kan veranderen. In februari 1902 echter wordt Delvin als directeur benoemd waarbij de KASK letterlijk en figuurlijk van uitzicht verandert:in 1904 al wordt het plan goedgekeurd om de lokalen te moderniseren, wat gerealiseerd wordt door een nieuwbouw aan de Academiestraat (1910) en de installatie van elektriciteit (1911). Vanaf het academiejaar 1905 –1906 wordt de schilderkunst weer een volwaardige opleiding. Tijdens het eerste jaar geeft hij er overigens zelf les. Constant Permeke, Albert Servaes, Frits Van den Berghe, Frans Masereel zijn enkele van zijn studenten. Delvin hecht ook veel belang aan een degelijke bibliotheek met (openbare) leeszaal waaraan vanaf 1904 een bibliothecaris verbonden.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Bankbiljetten

  https://museum.nbb.be/sites/default/files/2022-08/Onze_biljetten_bestaan...149_jaar.pdf   “Zo kwam de Bank in 1939 terecht bij Jules De Br...