maandag 21 januari 2019

Ville Nerveuse Achtergrond


Een merkwaardige ets is Petite Ville Nerveuse (207, B) (1926), ook wel Tweeslachtige Stad genoemd. Of: Une petite Ville un peu nerveuse. (Huys: 33). 



Huys, Paul (1995), ‘Een klein zenuwachtig stadje’. Ghendtsche Tydinghen, XXIV, 1995, 4, pp. 200-206.

De gelijkaardige tekening heet Uilenspiegel. Een Kleine Zenuwachtige Stad.
JDB schrijft hierover aan Van Herreweghe dat hij zeer vermoeid is maar hij is toch begonnen aan “la plaque la plus difficile que j’ai faite jusqu’ici” (Huys: 33).



Kroniek van een gebeurtenis.

Ville Nerveuse (1924)

Begin jaren twintig laait de strijd om de vernederlandsing van de Gentse Universiteit op. Er is een wetsvoorstel (Van Cauwelaert) waarin de geleidelijke vernederlandsing wordt opgenomen. In afwachting van de behandeling van die wet, wordt 1922 het jaar van de betogingen voor of tegen “Gand Français” (19 november 1922).  

In die periode trekt een stoet met fanfare door de stad met Belgische vlaggen en het nationaal volkslied wordt gezongen. Gent moest Frans dus Belgisch blijven.
Er verschijnen tegenbetogers die de fanskiljons met de uitwerpselen van de paarden van de rijkswacht bekogelen. Die betoging wordt de paardenvijgenstoet gedoopt. Kreten als ‘A bas le roi’ en ‘A bas la Belgique’ verwoorden het anti Belgische gevoel. Die betoging leeft verder onder de naam de ‘Paardenvijgenstoet’. Er is ook een confrontatie met de studenten tijdens het bezoek van de Waalse politicus Jules Destrée aan Gent en die rellen worden beschreven als ‘De Slag bij Uylenspiegel’. Kortom, Gent staat in rep en roer. De sfeer is grimmig. En dan zijn er nog tegenstellingen: de strijd tussen het katholicisme en de vrijzinnigheid, de strijd tussen socialisten en liberalen etc.

Wat het vervolg van de taalstrijd betreft, de Kamer van Volksvertegenwoordigers keurt het voorstel goed (22 december 1922) maar de senaat verwerpt het. Na deze crisis vindt men in juli 1923 een compromis in het (Pierre) Nolf systeem (toenmalige minister van Kunsten en Wetenschappen): het Nederlands wordt de taal van het bestuur van de universiteit. Wat het onderwijs betreft, kunnen de studenten kiezen tussen een Vlaamse en een Franse afdeling (met respectievelijk 2/3 Nederlandstalige en 1/3 Franstalige colleges en omgekeerd).
Die gedeeltelijke vernederlandsing is een eerste stap maar blijkt zowel de franskiljons als de flaminganten niet tevreden te stellen. Men vindt het maar een half om half oplossing.

De francofiele burgerij proberen het  ‘Gand français’ te redden door een Ecole des Hautes Etudes op te richten. Het hotel Vandersteegen (Koornlei) wordt gekocht en omgebouwd tot een school die op 25 november 1923 geopend wordt. Men krijgt er parallelle Franstalige cursussen waarbij men hoopt studenten uit Brussel en Luik naar Gent te lokken. Er worden gratis treinen ingericht en de opening van de school wordt feestelijk opgeluisterd met fanfares, fakkeltochten, speeches en banketten. Die feestelijkheden worden ervaren als een belediging voor de Vlaamsgezinde studenten die tot tegenacties overgaan. Dezelfde nacht wordt het de Ecole de Hautes Etudes aangevallen: ruiten worden vernietigd en het gebouw wordt beklad.

Dit alles is de politieke achtergrond van Ville Nerveuse waar ook hier en daar concrete verwijzingen naar de politiek in opgenomen zijn. Dat is eerder uitzonderlijk bij JDB (behalve dan in de oorlogsetsen). Ook qua stijl doen de tekening en de ets aan het werk van JDB tijdens de eerste wereldoorlog. Ook hier domineert zijn fantasie en het werk laat zich ook interpreteren als een collage van verhalen en verwijzingen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Bankbiljetten

  https://museum.nbb.be/sites/default/files/2022-08/Onze_biljetten_bestaan...149_jaar.pdf   “Zo kwam de Bank in 1939 terecht bij Jules De Br...