De Eerste Wereldoorlog en daarna
Tussen 1914 en 1918 telde het Duitse leger 26 regimenten ulanen (3 garderegimenten, 16 Pruisische, 3 Saksische, 2 Württembergische en 2 Beierse) als afzonderlijke strijdmachten maar de meeste wel als onderdeel van een infanteriedivisie. Hun opdracht was het verzamelen van informatie en het uitvoeren van bliksemacties. In de slagen bij Halen, Hasselt, Sart-Ribart en Lagarde speelden ulanenregimenten nog een rol, maar toen de oorlog aan het westfront vastliep in loopgraven en prikkeldraad konden de afzonderlijke cavalerie-eskadrons nog slechts bij patrouille- en politiediensten in het achterland worden ingezet. Aan het oostfront was gedurende de Eerste Wereldoorlog meer ruimte voor manoeuvreren, maar na 1918 kwam het Duitse opperbevel tot de slotsom dat er voor de ulanenregimenten geen plaats meer was op het moderne slagveld. Enkele Reiter-Regimenter binnen de Reichswehr en de Wehrmacht hebben zich tot 1945 als drager van de traditie van verscheidene ulanenregimenten gepresenteerd. Binnen de Bundeswehr zijn geen onderdelen te vinden die hun historie op die van de ulanen terugvoeren.Reputatie
Duitse ruiterpatrouilles tijdens de Eerste Wereldoorlog werden door Belgische burgers steevast ulanen genoemd, hoewel het evengoed dragonders, huzaren of kurassiers konden zijn. De voor ulanen eertijds karakteristieke stalen lans was in het eerste decennium van de 20e eeuw bij alle cavalerie-onderdelen als wapen ingevoerd - vandaar de verwarring. Hun plotselinge verschijnen en verdwijnen, hun snelle optreden en hun geheimzinnige tactiek veroorzaakten veel angst.De boeren verafschuwden de Duitse cavaleristen omdat ze zomaar door hun velden reden zonder gestraft te kunnen worden. Erger was dat de ruiters in de voorhoede voor de bevolking het eerste teken waren van de Duitse opmars en dus vaak van bruut geweld. Op sommige plaatsen koelden Duitsers op wie geschoten werd hun woede (die vooral werd aangestoken door het opperbevel met de verhalen over (vermeende) franc-tireurs) op de burgerbevolking met represaillemaatregelen. Inwoners van talloze gemeenten in België ondervonden dit onder andere in Wezet (Visé), Dinant (665 doden), Leuven en Aarschot (150 doden), alsook ook in kleinere gemeenten zoals Tamines en Zemst. In deze gemeente doodden ulanen een tiental mannen, verkrachtten vrouwen en staken huizen in brand. Zemstse getuigen vertelden later dat vele ulanen op dat moment wel dronken waren. In totaal werden in de maanden augustus en september 1914 5500 Belgische burgers gedood en kerken, officiële gebouwen en huizen in brand gestoken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten