vrijdag 28 december 2018

Prentenkabitnet

 etsen, prenten... :

Geschiedenis van het Prentenkabinet | Koninklijke Bibliotheek van België



Toen de Koninklijke Bibliotheek in 1837 werd opgericht, bezat zij een verzameling prenten van nogal ongelijke waarde. Deze situatie was het gevolg van het feit dat de belangrijke collecties van Belgische vorsten - Keizer Karel, Charles de Ligne, Karel van Lotharingen, Albrecht van Saksen-Teschen… - in de 16de, 17de en 18de eeuw in het buitenland terecht kwamen en er meer bepaald de prentenkabinetten van Madrid (Prado en Escuriaal) en Wenen (Albertina) verrijkten. De verzameling gravures van de Bibliotheek bestaat vooral uit stukken die ten tijde van de Franse Revolutie in beslag werden genomen in kloosters en bij vluchtelingen. Door de jaren breidde de verzameling zich snel uit, meer bepaald met de aankoop door de Staat van de prenten van de Stad Brussel (1843) en van de collecties van Van Hulthem.
Volwaardige afdeling

In 1853 besliste Louis Alvin, die baron Frédéric de Reiffenberg als hoofdconservator (1850-1887) had opgevolgd, de Bibliotheek te reorganiseren en van het Prentenkabinet een volwaardige afdeling te maken. Hij stelde veel belang in gravures en publiceerde verschillende werken over de verzamelingen. De bestaande leemtes werden opgevuld dankzij talrijke Belgische en buitenlandse schenkingen en aanwinsten. Vanaf 1851 kreeg de verzameling ook een wetenschappelijke waarde: er werd een inventaris opgesteld (te beginnen met reeks II), waarin vanaf toen elk nieuw stuk, met vermelding van herkomst en prijs, werd opgenomen.

Henry Hymans (Koninklijke Bibliotheek, 1875-1909), Alvins opvolger, ging voort op de ingeslagen weg. Ook zijn opvolgers, met name René Van Bastelaer (Prentenkabinet, 1904-1930) en Louis Lebeer (Prentenkabinet, 1932-1960), publiceerden sommige fondsen uit de verzamelingen en verwierven werken van eigentijdse kunstenaars zoals Jakob Smits, Walter Vaes en Henry Van de Velde, om er maar enkele te noemen. Steeds meer werd ook de nadruk gelegd op tekeningen uit alle landen en periodes.



(..)
Hoewel ook Franse en Engelse graveurs uit de 19de en 20ste eeuw voorkomen in de verzamelingen, zijn vooral de Belgische scholen goed vertegenwoordigd met kunstenaars als Charles Baugniet, Joseph Schubert, Paul Lauters, Jean-Baptiste Madou, Théodore Fourmois, Franz Charlet, Henri Leys, Henri de Braekeleer, Schubert, François Stroobant, Théodore Fourmois en Jules de Bruycker. Het uitzonderlijke aantal gravures en tekeningen van kunstenaars die aan de Belgische schilderkunst rond de eeuwwisseling haar adelbrieven hebben gegeven, draagt bij tot de huidige reputatie van het Prentenkabinet. We vinden grote fondsen met werk van Jan Stobbaerts, Auguste Danse, James Ensor, Jan Brusselmans, Constantin Meunier, Léon Spilliaert, Félicien Rops, Xavier Mellery, Henri Evenepoel, Théo Van Rysselberghe, Fernand Khnopff, Georges Lemmen, Constant Permeke, de groep de Vijf, Rik Wouters, Ferdinand Schirren, Georges Minne, Gustave De Smet, Frank Brangwyn, Edgard Tytgat, Armand Rassenfosse en tal van andere kunstenaars.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Bankbiljetten

  https://museum.nbb.be/sites/default/files/2022-08/Onze_biljetten_bestaan...149_jaar.pdf   “Zo kwam de Bank in 1939 terecht bij Jules De Br...