zaterdag 22 december 2018

Folklore


Folklore





Folklore
Uit zijn werk spreekt aandacht voor volksfeesten en folklore. Vanaf de eerste tentoonsting van de "Bond der Oostvlaamsche Folkloristen” in 1928, wordt hij lid van vereniging van folkloristen.

JDB was geïnteresseerd in folklore

Het heengaan van Andre Vyncke vergt een biezondere vermelding bij de leden van de Bond, op basis van zijn velerlei verdiensten, maar vooral wegens zijn sympatie voor de volkskunde als du_sdanig. Een halve eeuw geleden nam Andre deel aan elke uitstap van de Bond, gul en weet- en leergierig, mededeelzaam tevens. Hij publi­ceerde slechts één artikel in ons tijdschrift, maar daarin glanst een typische trek van hem, zeldzaam : een gebondenheid aan de natuur en de kultuur tegelijk. (1) Het volksleven boeide hem uitermate. Is in de herberg van zijn vader, een kolen­ handelaar in St.-Martens-Latem, het gevoel voor het volksleven ontstaan en is in het lokaal van kunstenaars aldaar, de wekroep voor de kunst tot uiting gekomen?

Latem en Gent waren twee polen en tegelijk een pool in zijn bestaan. Zijn leven was een blijde verglijden in dienst van kunst en kunstenaars, met hoogten en laagten, o.a. als uitgever van KUNST, het blad waarvoor Henry van de Velde de letters voor de kaft ontwierp, waarin vele topfiguren van die tijd publiceerden. Hij was geen veelzijdig schrijver, maar wist ontzettend veel, kende de mensen door en door, en kwam er met ontzagl ijk veel in kontakt. Was de Kring « Open Wegen» geen symbool voor zijn leven ? Hij groeide in Latem op, met het impressionisme, zinnebeeldig en werkelijk. In Gent werd hij expressionist, leefde zich uit, als uitgever en galerijuit­bater, als Groot-Nederlander, want zijn tijdschrift had een adres in Gent en een in Zeist. Nederland leverde vele abonnementen, maar weinig ofgeen kopij.

André was de eenvoud in persoon, maar kenner van zeer vele artiesten en van alle stromingen die in de loop van een halve eeuw door Vlaanderen zijn getrokken. De vele stonden die hij op zaterdagavonden doorbracht met Jules de Bruycker en me, staan me nog duidelijk voor de geest. Hij was geen filosoof met teorieen, maar in realiteit, in dienst van de gemeenschap, van de begenadigden daarin, die leefden van en met het penseel, van en met de beitel, enz. Hij is geen woord-, maar een daadmens geweest, met een zeer grnot hart. Hij droeg het volksleven en de volkskunde in zijn gemoed, gretig en bedachtzaam. De volkskundigen zullen hem niet vergeten.


PS


Een overlijdensbericht verscheen in Oostvlaamsche Zanten:

 
“Hij was een van diegenen, wiens aansluiting ons verhief in de oogen van het groot publiek en van de openbare besturen, want wie meer dan hij was
plastisch gebied de geniale verpersoonlijking van de Gentsche Folklorekunst”.



 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Daumier

Honoré Daumier, Het drama (ca 1860) (oil on canvas)