woensdag 12 december 2018

Emiel Verhaeren




Emile Verhaeren Museum - Emile Verhaeren Ten oorlog!

01.06.2014 - 07.09.2014
Tentoonstelling
Als dichter des vaderlands heeft Emile Verhaeren een heel markante rol gespeeld tijdens de Eerste Wereldoorlog. Bij de Duitse inval van 1914 schaarde hij zich onmiddellijk aan de zijde van koning Albert en de Belgische troepen.

Tijdens de bezetting verbleef hij in Groot-Brittannië en Frankrijk waar hij talloze voordrachten gaf ter ondersteuning van de Belgische onafhankelijkheid. In zijn oorlogsgedichten gaf hij onverbloemd uiting aan zijn afkeer voor de Duitse invaller en het oorlogsgeweld. In 1915 werd hij uitgespeeld als kandidaat voor de Nobelprijs literatuur, die uiteindelijk werd toegekend aan de Franse schrijver Romain Rolland.

Bij deze tentoonstelling worden ook de oorlogswerken getoond van de Gentse kunstenaar Jules De Bruycker, alsook het recente werk van de jonge kunstenares Vigdis De Cauter, die zich heeft laten inspireren door de bundel Les Ailes rouges de la Guerre van Verhaeren.


D311 AFFICHE VOOR DE TENTOONSTELLING IN HET EMILE VERHAEREN MUSEUM (website John):



Emile Verhaeren ten oorlog!

Deze tentoonstelling evoceert deze bewogen periode uit het leven van de dichter en toont oorlogswerk van Jules De Bruycker naast hedendaags werk van Vigdis De Cauter en Joe G. Pinelli.


De Groote oorlog van 1914 -1918 was het eerste militaire conflict met een werkelijk mondiale omvang. Het was echt een totale oorlog met de inzet van alle mogelijke middelen en mensen, maar het was ook de eerste grote ideologische oorlog, waarbij intellectuelen, kunstenaars en schrijvers werden ingezet in een aanhoudende propagandaslag. Als één van de toonaangevende dichters van zijn tijd heeft ook Emile Verhaeren daarin een belangrijke rol gespeeld.

 Zoals voor zovele van Verhaerens tijdgenoten was het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, en dan vooral de Duitse inval in het neutrale België, een schok die zijn wereldbeeld totaal onderuit haalde. Verhaeren schaarde zich zonder meer aan de zijde van koning Albert en het bedreigde België. Vanuit Groot-Brittannië, en later ook vanuit Frankrijk, zal hij zijn rol als de grote dichter van het 'kleine moedige België' met verve spelen. Verhaeren is er actief als nooit te voren en als beroemdheid laat hij zich gewillig meevoeren in een nooit eindigende carrousel van lezingen, voorstellingen en publieke evenementen. Op uitnodiging van koning Albert brengt de dichter bij twee gelegenheden een bezoek aan het IJzerfront in de Westhoek.

Door de oorlogsomstandigheden heeft Verhaeren als mens en dichter een totale transformatie ondergaan: in plaats van de verheven poëet die gelooft in de toekomst van de mensheid en de maakbaarheid van de wereld begint hij nu oorlogspoëzie te schrijven. Er was in hem een gevoel naar boven gekomen dat hij voordien nooit gekend had: dit van de haat. In zijn oorlogsgedichten laat Verhaeren zijn anti-Duitse gevoelens de vrije loop. De titels van zijn bundels spreken voor zich: Le Crime allemand (1915), La Belgique sanglante (1915), Parmi les cendres. La Belgique dévastée (1915), Villes meurtries de Belgique (1916), Les Ailes rouges de la guerre (1916).

Zijn meest beruchte gedicht wordt La Belgique sanglante, een furieuze aanklacht tegen de Duitse oorlogsmisdaden en een regelrechte afrekening met het militaristische Duitsland. Meteen verbreekt hij ook al zijn vriendschappelijke contacten met het Duitse taalgebied. Vooral voor zijn vriend en vertaler, de Oostenrijkse schrijver Stefan Zweig is dit een zeer zware beproeving geweest. Verhaeren was als het ware de gevangene van zijn eigen oorlogsdiscours geworden. Daardoor kwam hij ook tegenover de Franse schrijver Romain Rolland te staan die vanuit zijn pacifistisch humanisme de Europese schrijvers en intellectuelen opriep om zich boven het conflict te plaatsen. De tragische dood van Verhaeren, op 27 november 1916 in het station van Rouen, en de mythe van zijn laatste woorden - “Ma femme!, Ma Patrie!” -, heeft het beeld van Verhaeren als de grote patriottische dichter verder bestendigd.



De tentoonstelling Verhaeren ten oorlog!, die loopt in het Provinciaal Museum Emile Verhaeren van 1 juni tot 7 september 2014 evoceert deze bewogen periode uit het leven van de dichter aan de hand van brieven, manuscripten, boeken, tijdschriften en foto’s. De stukken uit de eigen collectie werden aangevuld met bruiklenen uit de Archives et Musée de la Littérature (AML).



Aansluitend bij deze tentoonstelling wordt het grafische oorlogswerk getoond van de Gentse kunstenaar Jules De Bruycker (1870-1945), die in zijn grafisch werk de gruwel van de Eerste Wereldoorlog op onnavolgbare wijze heeft weten uit te beelden. Zijn etsen zijn macabere allegorieën en groteske prenten geworden, waarmee De Bruycker zich een waardig opvolger toont van de imaginaire, fantastische uitbeeldingen in het werk van Pieter Breugel, Hiëronimus Bosch of zelfs James Ensor. De etsen van Jules De Bruycker werden geselecteerd uit de collectie van het Prentenkabinet van de Koninklijke Bibliotheek van België. Tot slot is er ook plaats voor twee hedendaagse kunstenaars: Vigdis De Cauter (1974) en Joe G. Pinelli (1960). In hun aangrijpende zwart-wit tekeningen, hebben ze zich beiden direct laten inspireren door de oorlogsgedichten van Verhaeren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Bankbiljetten

  https://museum.nbb.be/sites/default/files/2022-08/Onze_biljetten_bestaan...149_jaar.pdf   “Zo kwam de Bank in 1939 terecht bij Jules De Br...