‘Om het Gravenkasteel’ is als de synthese van de onheilspellende, ruwe vizioenen waarin de Bruycker Gent heeft gezien. Wanneer men deze ontzaglijke vesting in hare vreemde majesteit ziet opduiken in een verlichting, twijfelt men niet meer aan de verbreeding van 's kunstenaars talent. Langsheen deze onbestormbare muren kruipen eenige menschelijke insectjes.
Zij bestijgen deze veelvuldige en ingewikkelde stellages welke de kunstenaar soms opbouwt voor het opstijgen van zijn fantazie. Deze ets, gestriemd door groote diagonalen zooals de ‘Drie Kruisen’ van Rembrandt, vertoont een onvergelijkbare kracht. Om den vooruitgang van den graveur te meten, volstaat het ze te vergelijken met de eerste der illustraties welke hij maakte voor het mooie boek van Frans Hellens ‘En ville morte’. Stippen we terloops aan dat de Bruycker een geboren illustrator is. Onlangs nog maakte hij teekeningen voor ‘Tyl Ulenspiegel’ van Charles de Coster (uitgave ‘Maison du Livre’), maar hij belooft nog veel op dit gebied, en onze uitgevers zouden van een talent als het zijne dienen partij te trekken.(Chabot)
Goed uw kaartje van deze morgen ontvangen.
Ik ben zo vrij u nog een dienst te vragen,wetend dat voor u alle deuren kunnen opengaan.
Ik zou een tekening willen maken van de Onthoofdingsbrug met zicht op de Lieve, (Graven-)Kasteel, enz.
Ik heb ter gelegenheid van de jongste verkiezingen een bijzonder pittoreske scène gezien: de aanval op het lokaal van 'God en Vaderland', daarna de charge van de stadsagenten en de burgerwacht en het 'sauve qui peut' van de aanvallers. (:F2) Het kader is een uitzonderlijk beste keuze voor een scène van dit soort. Maar ik zou mij moeten kunnen installeren in het kleine kamertje (met X aangeduid) boven de ingang van de slagerij naast de Vismijn. Aangezien deze kamer leegstaat, zoudt gij misschien een middel vinden om er mij gedurende enkele dagen te installeren. Misschien door bemiddeling van Mr. Van Werveke ofMr. Casier?
Met mijn dank bij voorbaat, Waarde Heer Van Herrewege, en met mijn beste groeten.
In maart 1913 schreef Van Herrewege het volgende briefje:
De tekening HET GRAVENSTEEN (A0207)
Het Gravensteen licht op in deze tekening en zet alles daarrond in de schaduw. Gravensteen nog in de stellingen. Geen vogelperspecrief maar vanop de grond waardoor het gebouw groter wordt. Er staat een man op een verhoog. Een volksmenner? Waarschijnlijk een visverkoper. Koddig waar de mensen zich druk over maken.
Zie het verschil tussen het personage op de tekening en de ets.
Checken: is er een leeuw te zien (dokter patholoog), iemand verkleed als een leeuw (John)?
(zie ook op andere etsen van het Veerleplein). Vandaag staat op het Veerleplein een beeld met een leeuw. Alsof JDB het voorspelt had)
"Tijdens de wereldtentoonstelling van 1913 te Gent plaatste men daar een zuil met bovenaan een zittende leeuw die Gentse banier vasthoudt. De leeuw is een ontwerp van beeldhouwer Oscar Sinia (1877-1956) terwijl de kolom door Valentin Vaerwyck werd ontworpen. Na de wereldtentoonstelling wist het Gents stadsbestuur geen blijf met het enige restant van de tentoonstelling. Hoogstwaarschijnlijk was het overlijden in 1925 van Joseph Casier, de eerste directeur-generaal van het organiserend comité van de wereldtentoonstelling de aanleiding om voor Sire van Maldegem een nieuwe locatie te vinden. In 1926 kreeg de kolom uiteindelijk haar plaats op het Sint-Veerleplein
Geen opmerkingen:
Een reactie posten