woensdag 21 februari 2018

Jules zelfportret



Een gewone man. Burgerman. Maar als ik beter kijk, zie ik hoe hard hij kijkt. Mond strak gesloten om beter te zien.

Van de Woestijne schrijft over de jonge Jules:  "Zijn krenten-oogen loerden, zijn wip-neus snoof de lucht op, zijn mond was vol anecdoten".  
Die wipneus klopt zeker. 

zondag 11 februari 2018

John De Bruycker

Zaterdag in Bornem, zondag in D en Art gallerie. Ontmoeting met John De Bruycker van de Stichting.
John vertelt. Ronald luistert.


maandag 5 februari 2018

Isabellakaai: peperbus



Begin 1919 weer in Gent. JDB woont op Isabellakaai: 


RS





Eind mei - juni is de hele familie terug in Gent. Ze vinden geen woning en verblijven aanvankelijk een tijd in Deinze. JDB vertelt dat hij gaat vissen aan de Sint-Pieterskaai.

Na wat zoeken kopen ze in 1920 een huis op die Sint-Pieterskaai en JDB zal er tot  zijn laatste dagen verblijven. De Sint-Pieterskaai met de ‘Peperbus’ is op dat moment een soort nieuwe wijk buiten de kuip van Gent. De straat was in 1901 werd aangelegd (in 1942 wordt de straat omgedoopt tot de Hertogin Isabellakaai en vandaag spreken we van de Isabellakaai).

Het huis staat er nog steeds, aan het water rechtover de Peperbus. Er is geen plaat maar dat had JDB al geweigerd. JDB zegt dat hij Rubens niet is. Hij beweert niet ijdel te zijn maar …  Zelfs het statige huis waar hij gaat wonen streelt zijn ijdelheid niet. Hij noemt het “gesuikerd als een pasteigebak” Chabot (p. 99).

“De vrienden weten dat ik niet geplaagd zit met een knobbel van ijdelheid. Ik ken zelf te goed de grenzen van mijn kunnen”. 

Over de straat (cultureel erfgoed):

In 1901 aangelegde kaai langs de rechteroever van de Schelde tussen Terplatenbrug en Stalhof. Geplaveide straat met bochtig tracé en beboomde oever met platanen. In de bocht bleef een wachttorentje bewaard dat aanvankelijk deel uitmaakte van een supplementaire vestingsmuur van het Sint-Pietersdorp, daterend van 1658-59. Rond zandstenen hoektorentje, zo geheten "de peperbus" doorbroken door schietgaten en geleed door een waterlijst onder kalotvormige bedaking. De geprofileerde overkraging onderaan en sporen van de bakstenen muur wijzen op de oorspronkelijke functie van wachttorentje langs de Schelde.
Van de aanvankelijke kleinschalige bebouwing uit de vroege 20e eeuw blijven slechts enkele panden bewaard. Nummer 24, 25 en 27, 28: neoclassicistische burgerhuizen met drie bouwlagen en twee of drie traveeën onder doorlopende of iets verspringende kroonlijst. Belijnde lijstgevels met imitatiebanden op de begane grond en doorlopende kordons. Rechthoekige, omlijste vensters op de bel-etage gemarkeerd door druiplijsten. Nummer 27, 28 bovendien gemarkeerd door een erker en balkon. De overige panden moesten plaats ruimen voor moderne hoge bouw en het in 1973 ingehuldigde tehuis Corneel Heymans voor gehuwde studenten.

Het huis werd dus aan het begin van de 2Oste eeuw gebouwd.



De peperbus aan de Isabellakaai:
RS
John website

 

 J.D.B. 178 VIEILLE TOURELLE-ECHAUGUETTE QUAI ST.PIERRE 1925 


Rechts onderaan: JDB tekent (checken bij John)

J.D.B. 179 VIEILLE TOURELLE-ECHAUGUETTE QUAI ST.PIERRE  

Geen tekening gevonde)

Tekening DE PEPERBUS  (B0217) 

Ets  J.D.B. 180 L'ECHAUGUETTE 1925 
Ets J.D.B. 181 L'ECHAUGUETTE 1925 


De peperbus aan de Isabellakaai


In de loop van de woelige 16de eeuw kreeg Gent geleidelijk nieuwe stadsmuren. De werken werden vooral onder het calvinistisch regime en in de daarop volgende decennia geactiveerd. De oude middeleeuwse versterkingen maakten plaats voor het modernere bastionstelsel dat op artilleriebeschieting voorzien was. Ook nog niet ommuurde delen van de stad werden toen in het nieuw beschermingssysteem opgenomen. Zo legde men in het zuidelijk gelegen Sint-Pietersdorp een bijkomende bakstenen muur aan tussen Leie en Schelde, van de Heuvelpoort tot de Kortrijksepoort. Aan het eindpunt van de Schelde, bij Ter Plaeten, richtte men twee uitkijktorentjes in zandsteen op, waarvan de "Peperbus" (zo genoemd wegens zijn vorm) de enige overblijvende getuige is. De site is nu dermate veranderd dat men de vroegere militaire context zelfs niet meer kan raden. Het verwaarloosd torentje staat er als een vreemd standbeeld en geeft een onstabiele indruk. Het grote kraagstuk waarop de helft van de romp rust, vertoont zeer mooie profileringen.




De Bruycker: foto en tekening


De Brycker: foto en tekening.

De Bruycker aan het werk





De Bruycker: foto


Hij liet "koddige foto's" van zichzelf maken.






Affiches Minard

003 MINARD'S SCHOUWBURG
Revue t' onderste boven. 
“Een revue is een vorm van amusementstheater die bestaat uit groots opgezette dans-, zang- en variéténummers en lichtvoetige komische sketches. Het genre ontstond aan het einde van de negentiende eeuw in Frankrijk.”
 



Rechts bovenaan: Braun

 Links: Anseele






006. AFFICHE MINARD SCHOUWBURG GENT
Revue Gent Onderste Boven






004 GENT VOORWAARTS
"De affiche van de Minardschouwburg "Revue t'onderste boven" werd gedeeltelijk overschilderd en wordt het beeld van een manifestatie "Gent voorwaarts" met op de achtergrond de redenaar Edward Anseele."


Vergeleken met de affiche Gent Ondersteboven: zien we hoe onderaan rechts een aantal slogans vervangen zijn, de twee socialistische eisen: de acht uren werkweek en het algemeen stemrecht.

Zie ook: koppensnellers, leden van de stadswacht – met bloedende menselijke koppen op hun bajonetten gespiest.



Theater: “Op 27 juni 1847 opende de Gentse architect en vrijmetselaar François Louis Minard (1801-1875) de deuren van de Minardschouwburg. De toneelvereniging Broedermin en Taelijver had hem overtuigd om deze eerste schouwburg voor Nederlandstalig toneel in Vlaanderen te bouwen. Minard ontwierp en financierde het gebouw volledig zelf”

VAN SEYMORTIER, Hector, Gent ‘t Onderste Boven, in: Minard’s Schouwburg, 1900

"Affiche-ontwerp (steendruk F. Meyer-Van Loo) voor de revue “Gent ’t onderste boven” in Minard’s Schouwburg (cfr. Petite revue illustrée, 15.02.1902 : “la fameuse affiche qu’il fit en 1899 pour une revue gantoise, afgebeeld in Affichekunst in Oost-Vlaanderen, 1984, p. 49, maar daar 1900 gedateerd). " (Huys)

PS
Het tooneel | hetarchief.be

Later vinden wij hem weer als bestuurder van den Nieuwen Cirkus te Gent. Gedurende 13 jaar verwierf lii] er, met zijn revues, den grootsten bijval. Onder meer schreef hij alleen of in samenwerking : « Gent 't onderste boven », «Onder dlen draak », « Gentsche Hutsepot », « 't Is zoo laat ! », « Kijk hij kijke! », «En valt er nie mee », «Tôt niet dan naertse?», «Gent Jubilé», «Goed gevlogen », « XXe Siècle », « Gade ga doppe ? », « Zeg het ies?», enz. Sedert een tiental jaren leefde hij teruggetrokken te Mechelen. 

zondag 4 februari 2018

Atelier

In 1896 bezocht Karel van de Woestijne Julius de Praetere in diens atelier in het Patershol, Korte Kalverstege 1 (nu hoekhuis van de Trommelstraat), de voormalige bidkapel van het pand van de geschoeide Karmelieten. Hij ontmoette er ook voor het eerst de tekenaar-etser Jules de Bruycker en de schilder Alfons Dessenis. "Vele zomeravonden bracht ik door met mijn vriend, in dezes huis, dat was een klooster van vroegere tijden. Daar ging ik heen na dagwerk, en vond er rust voor de moede leden, sprekende over daden en gedachten met mijn vriend, die was een schilder (...) Die zaal waar we zaten was zeer groot, en had hooge bogens die tot bij den grond neerdaalden, en waarin gebeiteld waren welige lofspreuken aan God." ("Fragment", 1898) In het atelier kwam ook Herman Teirlinck, werd er gediscussieerd over anarchisme en werd onder meer Streuvels' "Lenteleven" gedrukt op een handpers van De Praetere.

Adres


Read more at https://www.routeyou.com/nl-be/location/view/47904493/pand-van-de-geschoeide-karmelieten-patershol#ijAhD4HbtzsBcevB.99

Tekenaar selfie


Tekeningen

Probeersels als dialoog met Jules met een zekere schaamte voor de tekeningen. Sorry, Jules.


RS

RS

RS



De Bruycker & George Minne


Sint-Michielskerk


Geboortehuis




Vandaag langs het geboortehuis van JDB gewandeld.

De Bruycker 1945

Jules De Bruycker ( 29 maart 1870 - 5 september 1945). 


Enkele dagen voor zijn dood – in het ziekenhuis Toevlucht van Maria aan de Coupure te Gent – komt zijn dochter, zijn beste vriendin, zich tonen in haar bruidsjurk.










Door het overlijden van Andrée De Bruycker op 22/01/2006, dochter van de kunstenaar, dienen toch een aantal belangrijke wijzigingen te gebeuren aan de biografie van De Bruycker.Jules De Bruycker heefdt nl.tijdens zijn verblijf in Londen en voor zijn huwelijk een belangrijke hoeveelheid naakten, alsook oorlogswerken gemaakt, welke nooit door iemand werden gezien.
Deze werden in een aparte map bewaard en dienden vernietigd te worden.
Enkele van deze oorlogswerken en van deze naakten zijn in de beginperiode 40-45 effectief vernietigd.
Van twee oorlogswerken bestaan er nog fragmenten.
De rest van de map is angstvallig verborgen gehouden, eerst door de echtgenote, en later door de dochter.

Het is maar in 2003, toen ze vertrok naar een rusthuis, dat men haar heeft kunnen overtuigen deze werken niet te vernietigen.
Geen enkel bevriend journalist of kunstcriticus heeft deze map ooit gezien.
Ze was dichtgekleefd door Jules De Bruycker met de notitie “à detruire”!

Het enige spoor dat men zou kunnen vermoeden, is een brief naar René Van Herreweghe die schrijft: “j’ai des milliers d’oeuvres que je voudrais brûler”
 Stichting Jules De Bruycker



Daumier

Honoré Daumier, Het drama (ca 1860) (oil on canvas)