De revue Onder De Draeke (1901). Een stuk van Hector Seymortier & J. Anheunis opgevoerd door Nieuw Cirk Variétes (in 1902 gebubliceerd).
"Klacht Koer 99" uit de revue "Onder de Draecke" van Hector Seymortier & J. Anheunis in 1902 in Gent (Nieuw Circus).
(Ghendtsche Tydinghen, 1976, p. 188).
KLACHT KOER 99
't Is dus beslist, de raad die heê
gesproken, Koer negen-en-negentig heê
't er gestaan.
Ons pierkens worden al'maal afgebroken.
Daarom vergoten wij al meen'geen traan !
II.
We leefden daar gezellig in famielde,
Al was er veel dat 't daglicht moest ontvliên, Al stool men meer dan kolen en schrebielden, Politie was er toch haast nooit te zien.
lil. En als er soms een pinne het dierf wagen
Op onzen koer te spelen op zijne poot,
Tons was den dits g'heel zeker te beklagen,
Op een, twee, drij, die sloegen z'hem half dood !
IV. 't Was zoo plezierig, al die zatte wijven,
Haast alle dagen was 't er boven op !
Ja veur ne niet die gingen z'aan het kijven, En trokken 't hair uit mallekaar ze kop !
V. Maar nu is 't uit meê al die goeie lollen,
We vliegen al meê onzen boel op straat,
En mogen nu van 't een naar 't ander dolen Al door de schuld van den Gemeenteraad.
I.
Revue "Onder de Draeke" Gent 1902.
Enkele inzichten (met dank aan Eddy Levis):
Koer 99:
Het meest beruchte beluik van de Brugse Poortwijk, oord van criminelen en tippelaarsters, gelegen tussen de Rooigemlaan, de Brugsesteenweg en de Brugse Vaart. Zelfs de politie en de rijkswacht gingen een blokje om aangezien alle zolders in mekaar liepen zodat verdachten zoeken er een hopeloze zaak was.
‘Pierkens’ is het meervoud van ‘pierke’, een klein huisje. Vb. “een pierke van een huizeke.” Vgl.m. “een duivepiere”, een duivenhok.
(3) pinne: een agent of politieman. Spotnaam naar de pin op de vroegere helm.
‘dits’: plat gemeen Gents voor ‘duts’ typische uitspraak in het ‘Nieuwbrugs’, het Gents, zoals gesproken in de wijk van de ‘Nieuwbrug’ over de Schelde aan de Reep. De wijk situeerde zich tussen de St.-Jacobs Nieuwstraat, Vlasmarkt, Steendam, St.-Joriskaai en Nieuwbrugkaai. Een typisch verschijnsel van dat Gentse sociolect was de verwisseling van de volkomen ‘u’ naar de volkomen ‘i’. Zo zei men ‘stik’ voor stuk, ‘migge’ voor mugge, ‘opvillen’ voor opvullen, een ‘mitse’ voor mutse, etc... En dus ook ‘dits’ voor duts.
Eddy Levis
Prezedent van de Gentsche Sosseteit, v.z.w., erkende Gentse culturele vereniging
PS
Uit Jonckheere E:
"Onder invloed van de opkomst van elektriciteit en gas als onzichtbare energiebronnen nam de crisis toe. Elektriciteit was immers net als gas een abstract en onzichtbaar gegeven. In het couplet 'Le Gaz et l'Electricité' uit de revue 'Onder de Draeke'410 uit 1902, zien we hoe men het fenomeen elektriciteit personificieert. Misschien was die personificatie een poging om alsnog vat te krijgen op het abstracte fenomeen.“
Je suis l'électricité
Je suis le gaz d'éclairage
D'hier seul'ment
j'suis née
déjà longtemps en usage”