maandag 16 maart 2020

Patershol

Faculteit van de Letteren en Wijsbegeerte - RUG01-001244524_2010_0001_AC.pdf

https://lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/244/524/RUG01-001244524_2010_0001_AC.pdf

Als we Gent bekijken op het einde van de 19de eeuw zien we dat er zich een groep intellectuelen verzamelt, gevormd aan het atheneum, het Sint- Barbaracollege ende Koninklijke Academie voor Schone Kunsten. Zowel Franstalige studenten uit de bourgeoisie als Vlaamse arbeiders- en middenstandszonen en dochters vinden elkaar in hun artistieke beleving. Ze scholen samen in het Patershol, toen een verwaarloosde wijk. Dit wordt hun thuishaven. Jules de Bruycker, George Minne, Valerius de Saedeler, Karel en Gustaaf van de Woestijne zijn enkele van deze jonge intellectuelen. Zij verlaten deze wijk al gauw en trekken samen naar Sint-Martens-Latem waar ze de eerste Latemse School oprichten. Er ontstaat een soort kunstenaarskolonie die echter vijf jaar later ophoudt met bestaan. Niettemin heeft ze haar sporen nagelaten en Sint-Martens-Latem is sindsdien een verzamelplek van artiesten. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Heinrich Zille

  De Bruycker is perhaps to Ghent what the slightly older and more emphatically political artist Heinrich Zille was to Berlin. (Goddard: 27)...