PASCIN, Jules - “Mon ami Pablo”. 1926 .Dessin à l’encre de Chine, vélin teinté 33 x 24,5 cm à vue; signé et daté dans la partie dr., titré dans la partie g. Sous passe-partout, verre et cadre (non désencadré).300 / 400 €Homme assis en buste de face. Au verso du cadre, étiquette de la galerie bruxel-loise Georges Giroux. Par le peintre et dessinateur américain d’origine bulgare J. Pascin (pseud. de Julius Mordecai Pincas, 1885-1930).
Bij John checken: in welke jaar en maand was JDB bij Masereel in Parijs?
Dedicated to Jules De Bruycker
Hoe kende Pascin JDB?
Uit Van Parys, biografie van Masereel:
Pascin was een goede bekende van Masereel. JDB bezocht Masereel in 1924 in Parijs. De jaren dat Pascin met Masereel (en anderen) optrok. Behalve Masereel kent Grosz in Parijs alleen de schilder Jules Pascin en de schrijver Pierre MacOrlan.13
Dank zij MacOrlan krijgt hij een verblijfsvergunning voor driemaanden, hoewel voor Duitsersi n het algemeen een maximum verblijfsduur van twee weken geldt, en onder de deskundigeleiding van Pascin maakt hij de eerste week al een nachtelijke expeditie ‘Dwars door Montmartre’ mee.Van zijn ervaringenin het milieu van professionele nachtbrakersen van zijn naderekennismaking met Masereel brengt Grosz verslag uit in een brief aan zijn zwager Otto Schmalhausen, een kostelijke pistel dat tegelijk interessant is als achtergrond bij Masereelswerk uit die periode: de aquarellen met scènes uit het Parijse nachtleven en een aantal houtsneden in La ville en tekeningen in Bilderder Grossstadt.
George Grosz aan Otto Schmalhausen, Parijs, 8 april 1924:14
Gisteren tot 5 uur op pad. Dwars door Montmartre. Et nain kwamen we met Pierre MacOrlan samen bij Pascin... Daarna eten in een restaurant in Montmartre. Onze colonne was intussen met een paar man aangegroeid, onder anderen een dikke bleke karper, Francis Carco (die Jésus de la Caille geschrevenheeft) - en fotoman ManRay (JoenaitedSteets...). Bij Pascin, bolhoed, grijzend haar, hadden we al vermout en porto geproefd...Well – daarna dus eten - dan naar een klein Montmartre-cabaret- afgestemd op Amerikanen.Nou ja, je weet wel. Dan naar het Bal ‘Suzette’- apaches, hoertjes, 2 matrozen- beetje Alexanderplatz-milieu, alleen met trekharmonica en banjo, maar wel typisch Parijs….
Wikipedia:
(Jules Pascin (1885-1930), in Bulgarije geboren schilder van Spaans-joodse origine, vanaf 1922 werkzaam in Parijs, pleegde in 1930 zelfmoord in zijn atelier in Montmartre. Pascin had succes met zijn erotische aquarellen maar was vooral bekendom zijn liederlijke levensstijl.”)
Jules Pascin (Bulgaars: Julius Mordecai Pinkas) (Vidin, Bulgarije, 31 maart 1885 – Parijs, 20 juni 1930) was een Bulgaars-Amerikaanse schilder en tekenaar van gemengde afkomst: zijn vader was een sefardische Jood, zijn moeder was van Servisch-Italiaanse origine.
Al in zijn jeugd toonde Pascin een grote aanleg voor tekenen. Hij studeerde in Wenen en later in München, waar hij meewerkte aan het Duitse satirische weekblad Simplicissimus. Na omzwervingen door Europa trok hij in 1914 bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog naar de Verenigde Staten.
Vervolgens vestigde hij zich in Parijs, waar hij leefde als een bohemien en zich de bijnaam 'Prins van Montparnasse' verwierf.[1]
Pascin leed in toenemende mate aan een alcoholverslaving en depressies. In 1930 pleegde hij zelfmoord in zijn woning in Parijs door zich op te hangen. Hij werd begraven op de begraafplaats van Montparnasse.
Pascins werk, dat wel gerekend wordt tot het expressionisme, omvat portretten en veelal erotisch-getinte en satirische afbeeldingen, die zich kenmerken door in elkaar overvloeiende tere kleurschakeringen. Hij maakte ook aquarellen en enkele boekillustraties.
PS
Uit Patricia Highsmith, Ripley
Geen opmerkingen:
Een reactie posten