Masereel in Genève.
In Les Tablettes –
door Masereel opgericht – verschijnen illustraties van zijn hand.
Voor het decembernummer van 1916 snijdt hij zijn allereerste suite, ‘Une danse macabre’ geïnspireerd door de Totentanz van Hans Holbein.
Voor het decembernummer van 1916 snijdt hij zijn allereerste suite, ‘Une danse macabre’ geïnspireerd door de Totentanz van Hans Holbein.
Masereel heeft de Dood als personage ook al afgebeeld in een
andere houtsnede ‘Le Fléau’ (De gesel) voor een bundel Quinze poèmes van Verhaeren. In
deze ets zien we een uitgeput personage - een silhouet – met een zeis op een
paard in ‘le pays des pauvres gens’. Er is een verwantschap met een
tekening van ‘König Tod zu Pferde’ van Albrecht Dürer (zie blog).
Van Parys:
Van Parys:
“Op dezelfde manier is de Dood die in ‘Danse macabre’ op de
rug van een welgedane bourgeois rijdt een ‘industriële’ versie van ‘Der Tod und
der Bauer’ in Holbeins ‘Totentanz’, waarop de Dood de paarden ment van de boer
die zijn akker aan het ploegen is.”
“Het zal wel geen toeval zijn dat de zes prenten van ‘Une
danse macabre’ uit dezelfde periode dateren als de gedichten uit de bundel
Danse des morts van Jouve, die eveneens in Les Tablettes worden gepubliceerd.
Maar misschien heeft ‘Danse macabre’ ook te maken met de manier waarop
Verhaeren intussen aan zijn eind is gekomen. Het domme ongeval waarbij de dichter
in november op een perron van het station van Rouen terechtkwam onder de trein
waarmee hij naar Parijs zou terugkeren illustreert voor Masereel op een wel
heel schokkende manier de blinde willekeur waarmee de dood ook ver van de
slagvelden toeslaat. “
Geen opmerkingen:
Een reactie posten